Hubert van Humbeeck

Mali blues

In Mali blijkt dat de internationale gemeenschap misschien toch niet zomaar massaal wapens in een land kan pompen. Zoals vorig jaar in Libië.

Het arme West-Afrikaanse Mali betaalt vandaag de rekening voor de hardnekkigheid waarmee de internationale gemeenschap vorig jaar met de Libische leider Muammar Khaddafi wou afrekenen. Er was van bij het begin van die grootscheepse operatie voor gewaarschuwd dat de ongecontroleerde instroom van wapens in het land onvermijdelijk gevolgen zou hebben voor de hele regio. Er wordt nu algemeen aanvaard dat de burgeroorlog in Mali een direct gevolg is van de oorlog tegen het regime van Khaddafi.

De nationale beweging voor de bevrijding van Azawad verzamelt verschillende Toearegrebellengroepen, die al enkele decennia regelmatig tegen de regering in de Malinese hoofdstad Bamako in het geweer komen. De Toearegs zijn een nomadisch woestijnvolk. Ze vragen al langer erkenning van hun identiteit en zeggenschap over wat zij Azawad noemen – een stuk woestijn zo groot als Frankrijk in de noordelijke helft van Mali, met onder meer de historische stad Timboektoe. De beweging kent sinds een maand of twee een opmerkelijk militair succes. Ze liet vorige week weten dat ze niet verder zou oprukken, maar dat ze in het veroverde land wel een eigen staat wil vestigen.

Het latente verzet van de Toearegs kreeg een boost met de terugkeer uit Libië van duizenden strijders die als huurlingen voor het regime van Khaddafi hadden gevochten. Ze brachten hun zware wapens mee en wezen andere Toeareggroepen de weg naar het Libische wapeneldorado. Het slecht uitgeruste Malinese leger bleek snel geen partij voor de veteranen van de Libische oorlog. In een poging om het tij te keren zetten lagere officieren in Bamako hun weliswaar democratische, maar corrupte regering aan de dijk. Zo was Mali ineens het toneel van een dubbele crisis. In de hoofdstad grepen soldaten de macht, terwijl het noorden in handen van separatistische opstandelingen viel.

Een complicatie is dat de Toearegs in hun opmars werden gesteund door islamisten, die heel andere doelstellingen hebben. Terwijl het de Toearegs om erkenning van hun eigenheid te doen is -en het uranium onder de grond in de onherbergzame Sahel -, begonnen de islamisten meteen overal de sharia in te voeren. De Toearegs weten ook dat dit niet de beste manier is om hun claim internationaal acceptabel te maken. Maar of ze de islamisten de baas kunnen, is niet zeker. De ontwikkeling is in ieder geval dramatisch voor de mensen in de streek, van wie er honderdduizenden voor het geweld op de vlucht zijn. De economische gemeenschap van West-Afrikaanse landen Ecowas weet niet goed wat ze met de situatie moet beginnen: pleiten voor een herstel van de democratische orde in Bamako of vechten tegen de opstand in het Noorden?

Het vraagt ook om bedachtzaamheid bij de aanpak van de crisis in Syrië en het pleidooi om de rebellen in dat land op hun beurt massaal van wapens te voorzien. De sponsors achter de schermen van de rebellie in dat land zijn niet toevallig dezelfde als die van de opstand in Libië. Het is Qatar en Saudi-Arabië daarbij vrijwel zeker niet te doen om de vestiging van stevige liberale democratieën. Als het conflict in Syrië escaleert, blijven de gevolgen niet beperkt tot een burgeroorlog in een onbekend Afrikaans land. Hoe erg het daar ook is.

Hubert van Humbeeck

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content