Naast zijn vaste ploeg van raadgevers heeft prins Filip in de loop der jaren een informeel netwerk uitgebouwd. Maar niet al zijn contactpersonen hebben evenveel invloed op de prins.

Lintjes doorknippen, ondernemers in het Verre Oosten binnenloodsen, slachtoffers van natuurrampen bezoeken, en tussendoor ook nog dochterlief op school afleveren. Dat is maar een fractie van het werk dat prins Filip moet verzetten. Om zijn huishouden in Laken te helpen runnen, heeft hij een handvol persoonlijke medewerkers. Er is ook altijd minstens één ordonnansofficier aanwezig. Voor de voorbereiding van zijn publieke bezoeken, ontvangsten, vergaderingen en actes de présence kan hij in zijn kantoor in het koninklijk paleis op een staf van zes raadgevers rekenen.

Het Huis van de Prinsen, zoals de dienst van de prins sinds zijn huwelijk officieel heet, heeft vier diplomaten, een officier en een ambtenaar in dienst. Drie van hen werken voltijds voor prins Filip en prinses Mathilde: coördinator Noël De Bruyne, communicatieman Didier Nagant en Machteld Fostier, een diplomate die zich exclusief met de taken van de prinses bezighoudt. Twee andere adviseurs, Ghislain d’Hoop en Anick Van Castel, werken daarnaast ook voor de koning. Topambtenaar Marc Bogaerts combineert zijn baan bij de prins met de functie van directeur-generaal van het Agentschap voor Buitenlandse Handel.

Net als de persoonlijke medewerkers van de koning heeft de staf van de prins geen juridisch statuut. Met andere woorden: officieel bestaan ze niet. Ze worden gedetacheerd uit het leger, het departement Buitenlandse Zaken of een andere overheidsdienst. De diplomaten worden meestal gespot door Buitenlandse Zaken, op basis van hun ‘kennis, kunde en attitude’. Vaak vertrekken zij na verloop van tijd weer naar een buitenlandse post. Zij het meestal wel als ambassadeur of consul-generaal.

De coördinator van het Huis van de Prinsen is per definitie geen diplomaat, maar een hogere officier. Die traditie dateert al van voor prins Filip in de Verenigde Staten ging studeren. Filip kon in die tijd systematisch een beroep doen op Guy Mertens, die later de leiding kreeg over het Militair Huis van de Koning, om hem bij zijn publieke optredens te begeleiden. Toen dan begin jaren negentig het Huis van de Prins werd opgericht, werd de coördinatie ervan als vanzelf in handen van een militair gegeven.

De staf van de prins treedt maar weinig op de voorgrond. Daardoor is het idee ontstaan dat het allemaal wereldvreemde jaknikkers zijn, die branden van ambitie en de prins van de buitenwereld afsluiten. ‘Dat beeld klopt niet, maar het is ook moeilijk te weerleggen. Er wordt van de adviseurs van de prins nu eenmaal grote discretie verwacht’, zegt een insider. ‘Ze dienen de prins, maar blijven in de schaduw. Ze kennen hun plaats: het is hun taak om ervoor te zorgen dat de prins zijn werk kan doen, maar zelf treden ze niet voor het voetlicht. En de prins heeft altijd het laatste woord.’

Omdat die zes raadgevers noch de tijd noch de expertise hebben om de prins en de prinses over alle maatschappelijke domeinen te adviseren, wordt van hen verwacht dat ze de prins met interessante gesprekspersonen in contact brengen. Door de jaren heen is zo een omvangrijk netwerk ontstaan van onder anderen politici, wetenschappers, mensen uit de culturele wereld, rectoren van universiteiten en bedrijfsleiders die de prins geregeld briefen. Naar sommigen, zoals de briljante econoom Geert Noels en topambtenaar Jan Grauls, luistert de prins aandachtiger dan naar anderen. Meer nog dan de vaste staf, lijken die informele raadgevers een publieke zwijgplicht in acht te nemen. Over hun identiteit wordt in elk geval uiterst geheimzinnig gedaan.

Door Ann Peuteman en Han Renard

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content