Vanaf maandag 14 november wil de regering de uitvoeringsbesluiten van het Generatiepact in een werkgroep met de sociale partners bespreken. Er is weer onderhandelingsruimte, zeggen de vakbonden. Over het Generatiepact zelf wordt niet meer onderhandeld, zegt de premier.

Totnogtoe heeft het omstreden Generatiepact alleen bij de Belgische kranten de kassa doen rinkelen. Tijdens de wekenlange onderhandelingen over dat paarse plan om meer jongeren aan een baan te helpen, oudere werknemers langer aan het werk te houden, de sociale zekerheid op een andere manier te financieren en de uitkeringen welvaartsvast te maken, sloegen de vakbonden elkaar om de oren met groene, rode en blauwe advertenties om hun uiteenlopende interpretaties toe te lichten. Toen diezelfde vakbonden dan toch samen de straat op trokken om tegen delen van het pact te protesteren, huurden de werkgeversorganisaties advertentieruimte om de paarse voornemens te steunen en de economische schade van de staking aan de kaak te stellen. Begin deze week volgde de regering van Guy Verhofstadt (VLD) dan weer met een paginagrote toelichting bij het Generatiepact.

Op die uitleg zaten de vakbonden al lang niet meer te wachten. Nadat ze op 28 oktober ongeveer honderdduizend mensen in Brussel op de been hadden gebracht, ijsbeerden de vakbondsverantwoordelijken vorige week ongeduldig bij hun telefoon. Ze verwachtten dat de nieuwe minister van Werk Peter Vanvelthoven (SP.A) hen zou uitnodigen om de frustraties van hun achterban over het te slappe werkgelegenheidsbeleid en de toekomstplannen in verband met het brugpensioen te bespreken. Na de manifestatie had Vanvelthoven toch gezegd dat de regering dat ‘signaal’ ernstig moest nemen en dat er met hem te praten viel? Maar hij herhaalde ook in elk interview dat de regering ‘de principes van het pact niet meer zou veranderen’. Het verwachte telefoontje kwam dan ook niet.

Nog geen koekenbak

Pas vorige week vrijdag kregen de vakbonden een officiële uitnodiging van de regering. Zaterdagavond werden ze – een halfuur na de werkgevers – verwacht op het uitgebreide kernkabinet, net voor dat het wetsontwerp van het Generatiepact zou bespreken. ‘Boertig’, omschreef de syndicale top die aanpak. ‘Dat getuigt van misprijzen voor onze manifestatie van 28 oktober’, luidde een boze oprisping. ‘Als onze rol daartoe wordt beperkt, zullen de onzekerheid en de ongerustheid van de werknemers over het Generatiepact blijven aanslepen. Als het wetsontwerp geen ruimte laat voor ernstige bijsturingen, dan is het koekenbak.’

Na het korte onderhoud met het uitgebreide kernkabinet, was hun toon al een stuk gematigder. De vakbonden hadden immers een strohalm gekregen: ze zouden toch nog een zeg krijgen in de uitvoeringsbesluiten. Ze werden uitgenodigd om deel te nemen aan een werkgroep met de regering en de sociale partners die vanaf 14 november aan de slag gaat. ‘Op zich is dat een goede zaak’, zegt ACV-voorzitter Luc Cortebeeck. ‘Ze hadden ons ook alleen kunnen betrekken via de Nationale Arbeidsraad (NAR), waarin de vakbonden en de werkgeversorganisaties zetelen. Al betwijfel ik of we er daar waren uitgeraakt. Nu heeft de regering ons een aanbod gedaan dat het overwegen waard is. Het is aan het bestuur van het ACV om te bepalen of we op die uitnodiging ingaan of meteen actie zullen voeren.’

Wel gelooft Cortebeeck dat het Generatiepact nog kan worden bijgestuurd door middel van een aantal technische ingrepen in de uitvoeringsbesluiten. Als ze in de werkgroep stappen, willen de vakbonden er de eisen van de nationale betoging op tafel leggen. ‘De regering heeft de deur weer opengezet’, zegt ABVV-topman Xavier Verboven. ‘Toen we zaterdagavond het kernkabinet verlieten, waren we wel een beetje positief. De regering had ons een nogal hoopvol signaal gegeven: in de werkgroep zou meer kunnen worden besproken dan punten en komma’s.’ Vlak voor zijn vertrek naar Azië liet Verhofstadt er echter geen twijfel over bestaan: ‘We doen geen heronderhandeling van het Generatiepact.’ Verboven: ‘En dat terwijl vice-premier Laurette Onkelinx (PS) en minister van Werk Peter Vanvelthoven in interviews deden alsof er nog een echt overleg mogelijk was. De regering zal dus snel moeten uitklaren of alle ministers wel op dezelfde lijn zitten.’

Over één ding zijn alle excellenties het eens: er is geen tijd te verliezen. Om de Generatiepactwet nog voor het kerstreces door het parlement te sluizen, willen ze de ontwerptekst na advies van de Raad van State ten laatste op 23 november in de Kamer indienen. Nadat het kernkabinet het ontwerp afgelopen weekend had goedgekeurd, werd die samen met een twintigtal uitvoeringsbesluiten, onder meer over herstructureringen en over het brugpensioen, voor advies naar de NAR gestuurd. Die moet nog voor 16 november een advies over de Generatiepactwet klaar hebben en krijgt een maand de tijd voor de uitvoeringsbesluiten die al op 1 januari 2006 van kracht worden. Dat er haast mee gemoeid is, komt ook doordat veel bedrijven versneld een herstructurering doorvoeren en daarvoor in samenspraak met de vakbonden nog gauw een beroep doen op de huidige brugpensioenregeling. Vorige week schrapten matrassenfabrikant Bekaert en de bank- en verzekeringsgroep ING op die manier samen ruim 750 arbeidsplaatsen.

Ook de agenda van de federale excellenties noopte tot enige haast. Premier Verhofstadt maakte vorig weekend alleen een tussenstop in Brussel tussen zijn vakantieadres in Toscane en een hectische rondreis door Azië, waar hij deze week met vice-premier Didier Reynders (MR) potentiële investeerders naar België probeert te lokken. Vice-premier Laurette Onkelinx blijft evenmin thuis, maar haar bezoek aan Israël en de Palestijnse gebieden is door andere redenen ingegeven. Door al die reisdrift greep de premier zelfs naar de uitzonderlijke methode van de schriftelijke procedure om het ontwerp van de Generatiepactwet ook nog snel door de ministerraad te jagen.

Collateral damage

Bij de VLD wordt ondertussen al hardop gedacht aan een ’tweede Generatiepact’ en bij de SP.A zegt iemand als Willy Claes dat de eerste versie ‘een absoluut minimum’ is om een antwoord te bieden op de problemen van de vergrijzing en daarom zeker een vervolg moet krijgen. Zulke uitspraken helpen niet meteen om de sociale onrust en het vakbondsverzet weg te nemen. Bovendien neemt de collateral damage van het regeringsplan almaar ernstiger vormen aan.

Om te beginnen zijn er de verzuurde relaties tussen de socialistische vakbond ABVV en de socialistische regeringspartijen PS en SP.A. Bij de Vlaamse socialisten krijgt voorzitter Johan Vande Lanotte ook nog eens te af te rekenen met een roerige linkerzijde die zichzelf SP.A-Rood noemt. Bij de christelijke vakbond is men dan weer niet vergeten dat Luc Cortebeeck na zijn onderhandelingsinspanningen maar weinig steun kreeg van de paarse regering toen hij zijn achterban over het Generatiepact moest consulteren. En dat op het moment dat het ABVV overal op de werkvloer een negatieve boodschap verkondigde over het pact. Gevolg: vooral in de metaalbedrijven gingen ACV-militanten overstag. Verder liggen de vakbonden en de werkgeversorganisaties al sinds de zomer van vorig jaar over zowat elk sociaal-economisch thema overhoop en zijn er meer tekenen van verwijdering dan van toenadering in het sociaal overleg. Ten slotte heeft een verschillende strategische benadering van het loopbaaneindedebat ook zichtbare barsten in het gemeenschappelijke front van ACV en ABVV achtergelaten.

Het vertrouwen tussen de twee grote vakbonden is in elk geval minder groot dan hun gemeenschappelijke actiedag van 28 oktober laat uitschijnen. Dat heeft onder meer te maken met hun tactische positiewisselingen in de aanloop naar het Generatiepact. Toen toenmalig minister van Werk Freya Van den Bossche (SP.A) voor de zomer de nota Actief ouder worden presenteerde, trok het ACV het hardst van leer en dreigde Cortebeeck tot de niet geringe verbazing van de ABVV-leiding met ‘het ultieme middel van een algemene staking’. Na informele gesprekken tijdens de zomermaanden werden verschillende pijnpunten geschrapt. Maar het werkstuk van Van den Bossche bleef vanaf 21 september, toen Paars met een ‘oriëntatienota’ een definitieve stap in de richting van het Generatiepact zette, zowel voor de regering als voor de sociale partners het ijkpunt in nieuwe overlegrondes. Van dan af werd echter ook duidelijk dat de ABVV-leiding onder druk van verschillende beroepscentrales – die van de metaalarbeiders en van de bedienden op kop – snel overschakelde naar een stakingslogica, terwijl het ACV resoluut bleef vasthouden aan de lijn van ‘eerst onderhandelen, dan pas handelen’.

Cruciaal daarbij was de e-mail die premier Verhofstadt op 4 oktober, drie dagen voor de algemene stakingsactie van het ABVV, naar ACV-voorzitter Cortebeeck stuurde. Omdat op vele plaatsen ook militanten van zijn vakbond aanstalten maakten om met het ABVV mee te staken en het bestuur geloofde dat er met onderhandelen meer uit de brand te slepen viel, wilde Cortebeeck graag van de regering weten waar ze met haar oriëntatienota dacht te landen. ‘Beste Luc’, begint het amicaal in het gemailde antwoord, waarna Verhofstadt de concrete contouren schetst van de hoofdstukken van het Generatiepact over bedrijfsherstructureringen en het brugpensioen. Bij herstructureringen wordt het recht op brugpensioen verbonden met verplichte deelname aan een tewerkstellingscel. Verder is er sprake van zes maanden gewaarborgd inkomen, het behoud van de werknemersstatuten en een blijvende beschikbaarheid voor de arbeidsmarkt. Op het vlak van het conventionele brugpensioen bevestigt de premier een geleidelijke verhoging van de leeftijd naar 60 jaar en somt hij de ‘afwijkingen op 58 of 59 jaar’ op. Specifieke regelingen voor arbeidsongeschikte bouwvakkers en voor nacht- en ploegenarbeiders blijven bestaan. Andere cao’s voor loopbanen van 38 jaar ‘blijven in de eerstkomende jaren behouden’. Ook vermeldt Verhofstadt het voor het ACV fundamentele punt dat gehuwde bruggepensioneerden, ook wie vanaf 2004 in het stelsel is gestapt, op fiscaal vlak gelijk zullen worden behandeld.

Vandaag relativeert Cortebeeck de betekenis van de e-mail van de premier. ‘Wij wilden op dat moment garanties dat er nog over onze breekpunten kon worden gesproken en oordeelden dat we verder konden onderhandelen’, zegt hij. ‘Dat hebben we ook effectief gedaan tot zaterdag 8 oktober. Maandag 10 oktober, één dag voor de federale beleidsverklaring, hebben we een allerlaatste inspanning geleverd om zoveel mogelijk te vermijden dat bestaande afspraken en cao’s zouden worden doorkruist. Maar de regering vond dat ze al genoeg had toegegeven en wilde daar niet meer op ingaan. Onze amendementen van toen werden de eisen voor de betoging op 28 oktober.’ Toch hield de ACV-leiding in haar eerste mededeling nog vol dat ‘onderhandelen geloond had’, hoewel de brugpensioenbeperkingen en de werkgelegenheidsinspanningen voor jongeren uitdrukkelijk minpunten werden genoemd. Het ABVV stelde met evenveel syndicale branie dat de staking van 7 oktober rendabel was geweest.

Aan het stuur

Terwijl het ACV erbij bleef dat de vakbonden meer uit de brand hadden kunnen slepen als het ABVV zichzelf niet buitenspel had gezet en het ABVV herhaalde dat Paars meer naar de werknemers zou hebben geluisterd als het ACV meteen had meegestaakt, begonnen ze een welles-nietesspelletje over de gevolgen van de nieuwe brugpensioenregeling. Voor het ABVV waren die veel te zwaar, voor het ACV vielen die nog mee. Cortebeeck: ‘De nieuwe SP.A-voorzitter Johan Vande Lanotte heeft voor tachtig procent gelijk als hij zegt dat er verkeerde informatie is gegeven. Maar als hij de indruk wekt dat het Generatiepact op een akkoord met de sociale partners is gebaseerd, heeft hij ongelijk. Er was geen akkoord; het werd een regeringsbeslissing . En hij vertelt ook niet dat wij tot op het allerlaatste moment tevergeefs geprobeerd hebben om het pact bij te sturen op basis van de realiteit in de bedrijven en sectoren.’ Dat was een van de redenen waarom het ACV het pact uiteindelijk ‘een ruime onvoldoende’ gaf. Al speelde ook de tijdsdruk mee, waardoor de vakbond het ingewikkelde pact onmogelijk goed aan zijn leden en militanten kon uitleggen, en hielp het niet echt dat de premier de politieke symboliek van het brugpensioen op 60 jaar zo graag in de verf zette.

‘Het ACV houdt er niet van om verslagen te worden’, zegt Cortebeeck. ‘Een scenario zoals met het globaal plan in 1993 moet worden vermeden. Toen deed de regering-Dehaene na veel acties gewoon haar zin. Het ACV wil nu dus mee aan het stuur zitten en is klaar om het debat verder te voeren. Alleen wil ik er dit keer zeker van zijn dat het ABVV ons niet opnieuw in de flank aanrijdt. Ofwel is de socialistische vakbond tegen het pact, ofwel zet hij de schouders mee onder een beter pact. Daarvoor zijn die honderdduizend mensen tenslotte op straat gekomen.’ Of dat binnenkort opnieuw zal gebeuren, was bij het ter perse gaan nog niet duidelijk. Het ABVV en het ACV hadden nog niet beslist of ze aan de werkgroep zouden deelnemen. ‘Er is weer een beetje hoop’, aldus Verboven afgelopen zondag. ‘Maar niets zegt dat onze achterban dat genoeg vindt. Het is veel te voorbarig om nu al te zeggen dat er niet opnieuw een grote staking komt.’

Door Patrick Martens en Ann Peuteman

Partner Content