Koen Meulenaere
Koen Meulenaere Van 1991 tot 2012 de satiricus van Knack

De titelfavorieten Club Brugge en Anderlecht nemen het dit weekend tegen elkaar op. Een gesprek met Anderlechtmanager Michel Verschueren.

Het wordt warm onder de stoel van Aimé Anthuenis ! Dat hebben wij een paar weken geleden in een krant gelezen. Echt waar. Aimé Anthuenis is de man die, nadat hij met de pottenbakkersploeg van Racing Genk de beker en de titel won, ook Anderlecht na vijf jaar nog eens het genoegen van een kampioensmedaille schonk. Hij plaatste zich daarna voor de eindronde van de Champions League, bereikte tot ieders verwondering de tweede ronde, en verdiende voor Anderlecht een fortuin. Hij is, maar dat is misschien een detail, nog altijd in strijd voor een nieuwe landstitel.

Desondanks zou het warm worden onder zijn stoel, want Anderlecht had één keer verloren en drie keer op rij gelijkgespeeld. Symbolisch voor de ratrace van de hedendaagse mens. Nooit goed, nooit genoeg, altijd beter, altijd meer. Citius, altius, forti(u)s, het had de leuze kunnen zijn van algemeen manager Michel Verschueren.

Michel Verschueren : Sta me toe een overzichtje te geven van de feiten. Het burgerlijk jaar 2000 was voor ons schitterend. De competitie 2000-2001 is dat tot nu toe ook geweest, al hangt de eindbeoordeling af van het behalen van de titel. Wij zijn in het magische jaar 2000 voor de 25ste keer kampioen geworden, een record dat ze ons niet snel zullen afnemen. Dat is gevierd met een volksfeest, opendeurdagen en een ontvangst op het paleis bij prins Filip en prinses Mathilde. Voor de hele club was dat een formidabele periode. Maar toen al stond alles in het teken van de nieuwe uitdaging : kwalificatie voor de poules van de Champions League. De mensen zijn het misschien vergeten, maar wij hebben twee voorrondes moeten spelen. Eerst in volle zomervakantie tegen Famagusta. Ik kan u verzekeren dat er toen grote nervositeit in de club heerste. Het was ‘maar’ Famagusta zegt de buitenwereld, maar iedereen kent het gevaar van dat soort ploegen en van winst hing de rest van ons seizoen af. Alles wat we hadden opgebouwd, kon al in juli verloren zijn. Want wie uitgeschakeld wordt in de tweede voorronde wordt niet opgevist in de Uefacup. We hebben die opdracht afgewerkt, en daarna in de derde voorronde de maat genomen van Porto, toch geen meeloper in Europa. Met de plaatsing voor de poules was ons doel bereikt. Veel kansen werden ons niet toegeschreven in een reeks met Kiev, Manchester en PSV, maar we zijn groepswinnaar geworden en zijn naar de tweede ronde doorgestoten. Verder zijn we niet geraakt, maar we hebben wel de miljardenclub van Lazio achter ons gelaten en gewonnen van Real Madrid, intussen halve finalist. De schitterende Europese thuiswedstrijden tegen Porto, PSV, Kiev, Manchester, Lazio en Real zullen lang in het geheugen blijven hangen. Ze hebben ons weer op de kaart gezet, Anderlecht is back in Europe.

In de competitie leek Brugge te profiteren van jullie zware programma.

Verschueren : Wij hebben zestien Europese wedstrijden gespeeld, een halve competitie extra. Het Europese programma van Club was minder krachtenslopend, en in november stonden ze zes punten voor, na een recordreeks van veertien overwinningen op rij. En waar is die reeks afgebroken ? Bij ons, 2-0. Ook die lastige tegenstander hebben we verslagen. Voor Club niet alleen het eerste puntenverlies, maar ook de eerste nederlaag. En de zespuntenachterstand was acht wedstrijden later, terwijl de Champions League nog liep, omgebogen tot een zevenpuntenvoorsprong. De voorbije maanden is er wat zand in de machine gekomen. Op Gent hebben we verloren, door een dom doelpunt in blessuretijd als ik eraan mag herinneren, en tegen Moeskroen thuis hebben we onszelf nodeloos in de problemen gebracht. Dat is een tijdje blijven doorwerken, maar vooral door pech of iets te weinig precisie bij de afwerking. Zoiets overkomt elke ploeg : soms vliegen ze er vanzelf in en soms vliegen ze er allemaal naast. Dat zijn de imponderabilia van het voetbalspel, en dat heeft niets te maken met tactiek of fysiek. Gelukkig kende ook Brugge een mindere periode en blijven we op schema.

Is het op enig ogenblik warm geworden onder de stoel van Aimé Anthuenis ?

Verschueren : Maar nee. Dat is literatuur van de journalisten. Ik heb na het behalen van de titel vorig jaar gezegd dat Aimé de geschiedenis zou ingaan als een van de grote Anderlechttrainers, en dat hij een standbeeld zou krijgen naast Pierre Sinibaldi. Daar is mee gelachen, maar ik krijg gelijk. Aimé is een gedegen vakman en een fanatieke werker, die erin geslaagd is in korte tijd een grotendeels nieuw team te vormen, fysiek, tactisch, mentaal en qua karakter. Hij heeft onverhoopte resultaten geboekt en uiteindelijk is het alleen dat wat telt. Voor een trainer geldt meer dan voor wie ook de ijzeren wet van de sport : wie wint, heeft gelijk. Aimé is een winnaar. Zijn erelijst spreekt boekdelen.

Blijft de vaststelling dat u ondanks al het succes de titel moet behalen om echt van een geslaagd seizoen te spreken.

Verschueren : Dat is ook een wet van de sport : stilstaan kan niet, je moet altijd vooruit. De eindspurt van het seizoen is spannend en zal dramatisch zijn voor de verliezer. Het zou doodjammer zijn mochten wij na zo’n jaar geen kampioen worden. Maar met kampioen worden ben je op zich niet zo veel meer, je moet de Champions League bereiken. Vroeger gaven we extra premies voor een titel, nu voor de kwalificatie voor de Champions League. Dankzij onze Europese uitslagen is België in de Europese ranglijst van de negentiende naar de twaalfde plaats gestegen. Dat levert ons over twee jaar twee deelnemers op en het zorgt er dit jaar al voor dat de Belgische kampioen in de voorrondes reekshoofd is. Wat de kans op vroegtijdige eliminatie verkleint.

Wordt de Champions League niet te belangrijk ? Club Brugge stevent op een zwaar exploitatieverlies af, Anderlecht overkwam twee jaar geleden hetzelfde. Alleen de Champions League kan blijkbaar het budget doen sluiten.

Verschueren : Ik zal u iets vertellen : alle clubs van ons niveau die investeren om Europees mee te kunnen draaien, lijden verlies bij een vroegtijdige uitschakeling. Zelfs als je nog in de Uefacup terechtkan, waar je drie keer zo hard moet werken voor een pak minder inkomsten dan in de Champions League. En een vroege uitschakeling kan afhangen van een bal die vijf centimeter links of vijf centimeter rechts van de paal belandt. Je zou er schrik van krijgen. Nederland worstelt met hetzelfde probleem. Het grote Ajax, zes jaar geleden Champions-Leaguewinnaar en hofleverancier van alle Europese topclubs, heeft vorig jaar driehonderd miljoen frank (7,5 miljoen euro) verlies geleden, en het kan dit jaar nog hoger oplopen. Ik wil daarbij onderstrepen dat Anderlecht geen noemenswaardige schulden heeft. Terwijl er Europese topclubs zijn die meer dan tien miljard frank (250 miljoen euro) in het rood staan.

De keerzijde van het Europese succes is dat uw spelers in de kijker lopen. De financiële waarde van uw elftal stijgt, wat het des te moeilijker maakt om die hoge waarde intact te houden.

Verschueren : Wij hebben gesteld dat we een grote inspanning zouden leveren om deze ploeg samen te houden. Dat zal misschien maar ten dele lukken en de buitenwacht krijgt de verkeerde indruk dat er een uittocht plaatsvindt. Maar wij hebben met heel wat jongens, onder anderen met Jan Koller, een contractverlenging getekend. De speler redeneerde : als er geen aanbieding komt, zit ik toch voor een paar jaar safe bij Anderlecht. De club redeneerde : de speler verbindt zich voor langere tijd tenzij er een niet te weigeren bod komt. Als de grote kleppers uit Engeland, Duitsland, Spanje, Italië of Frankrijk aankloppen met grote transferbedragen en met contracten die netto een veelvoud opleveren van wat ze bij ons bruto verdienen, kun je niet anders dan toehappen. Dat is het lot van alle clubs uit kleinere voetballanden.

Het is Racing Genk fataal geworden, en in andere omstandigheden ook Lierse.

Verschueren : Wij proberen dat te vermijden want we zijn ons goed genoeg van het gevaar bewust. Genk was financieel verplicht het geboden geld aan te nemen om zijn investeringen te kunnen realiseren en het is er niet in geslaagd evenwaardige opvolgers te vinden voor Gudjohnson, Oulare en Strupar. Om maar die drie te noemen. Lierse heeft met de verkoop van een paar kampioenen zijn stadion kunnen kopen en moderniseren, het zou bijna een wonder zijn als het daarbovenop ook nog zijn ploeg op peil had gehouden. Bij ons heeft Jean Dockx als hoofd van de scouting de taak om alternatieven voor te bereiden voor elke speler die eventueel zou vertrekken. En Jean is een groot vakman die zijn werk ter harte neemt. Gaat Bart Goor naar Berlijn, dan hebben wij een paar dossiers klaarliggen van betaalbare vervangers.

Moeten die goedkoper zijn dan wie weggaat ?

Verschueren : In principe wel, anders heeft het weinig zin om een vaste waarde te laten vertrekken. Dat betekent wel dat je elk jaar vanop een lager niveau moet herbeginnen. En telkens ongerust moet afwachten of het elftal dezelfde resultaten kan neerzetten. Maar dat is ook zo als je de volledige kern behoudt.

Champions League en de verkoop van een paar spelers leveren Anderlecht bijzonder veel geld op. Wordt daarmee een reserve aangelegd of wordt het grotendeels opnieuw geïnvesteerd ?

Verschueren : Anderlecht heeft altijd geprobeerd zijn middelen te herinvesteren om sportief op niveau te blijven. Maar in de mallemolen van miljarden voor één speler gaan we niet mee. Er lopen in de kern heel wat jongens rond die wij voor een schappelijke prijs hebben aangetrokken, en die bij ons een enorme stap voorwaarts hebben gezet. We zijn ertoe veroordeeld om in dat perspectief te blijven werken. Als het lukt, is de voldoening des te groter.

Zijn er nog plannen om de Belgische competitie te verlaten ?

Verschueren : Voor zover we die gehad zouden hebben, zijn die opgeborgen. Je kan voorlopig niet uit de nationale competitie stappen. Ik heb drie jaar geleden het idee gelanceerd van een BeNeliga met Belgische en Nederlandse clubs. Het profvoetbal is veel te duur om in kleine landen als België en Nederland samen veertig profclubs draaiend te houden. Dat zegt het gezond verstand, en het blijkt uit elke economische studie. We moeten absoluut evolueren naar een verantwoorde geografische inplanting van één profclub per regio. Eén in Brugge, Gent, Brussel, Antwerpen, Genk, Luik, Charleroi, en neem er Moeskroen ook bij. Dan zijn we aan acht. In Nederland kan je tot een gelijkaardige opdeling komen en dat levert zestien profclubs op met een werkbaar hinterland voor sponsors en supporters. In Nederland voelden ze weinig voor dat plan, omdat ze nog in de euforie van de successen van hun clubs en hun nationale ploeg leefden. Die is intussen danig afgezwakt en ze beginnen stilaan toch interesse te tonen. Het idee van een Euroleague met de beste clubs uit België, Nederland, Portugal, Schotland, Zweden en Denemarken is radicaal verworpen door de Uefa. Dus wachten wij af en blijf ik, zonder te forceren, voor mijn BeNeliga pleiten. En in een eerste fase voor een afgeslankte eerste klasse gecombineerd met een ruimer Europees programma.

Maar zoals het er nu naar uitziet, zullen alle eersteklassers aan de licentievoorwaarden voldoen. De inkrimping waar iedereen voor pleit, komt er niet.

Verschueren : Sommige clubs zijn bijna letterlijk naar geld moeten gaan graven, om de licentie te halen. Dat kan hun bestaan één of twee jaartjes rekken, maar niet veel langer. Niet dat ik het iemand toewens, maar die afslanking van eerste klasse komt er hoe dan ook. De eisen die aan een profclub gesteld worden, zijn te hoog geworden. En de profliga heeft beslist dat wie verdwijnt wegens financiële moeilijkheden niet wordt vervangen. De natuurlijke selectie is trouwens al bezig : in tweede klasse komen er een paar fusies, clubs als Kortrijk en Waregem verdwijnen, Germinal is met Beerschot samengegaan, Sint-Niklaas is opgeslokt door Lokeren… De selectie zal meedogenloos doorgaan. Alleen ploegen met een grote aanhang kunnen overleven. Het wordt mij niet in dank afgenomen als ik dat zeg, maar het is de realiteit.

Het televisiecontract loopt eind volgend seizoen af en de besprekingen voor een nieuw zijn volop bezig. Denkt Anderlecht eraan zijn eigen tv-rechten te verhandelen ?

Verschueren : Dat zou ons veel meer opbrengen, maar voorlopig kijken we toe. Wij vinden wel dat de televisiegelden beter verdeeld moeten worden. Nu krijgt iedereen evenveel, behalve een kleine opleg van Canal+ voor de ploegen die rechtstreeks worden uitgezonden. In Nederland krijgen de grote drie twee keer zoveel als de middenmoters. Dat lijkt me niet meer dan normaal, want dat televisiecontract staat of valt ook bij ons met de grote drie of vier clubs. Canal+ heeft dit seizoen om en bij de vijftien wedstrijden van Anderlecht gebracht. Dan is het toch billijk dat wij een groter aandeel krijgen dan wie maar één of twee keer aan bod komt. De andere clubs hebben daar tot nu toe niet over willen praten, maar dat kan niet blijven duren.

In Nederland is Feyenoord met succes naar de rechtbank gestapt om de tv-rechten van zijn wedstrijden zelf te mogen verkopen. Het heeft dat niet gedaan, maar het precedent is er.

Verschueren : Wij dreigen niet met juridische stappen, we vragen een redelijke verdeelsleutel. Ofwel nivelleer je alles naar beneden en verdeel je de koek over zoveel gegadigden dat er voor niemand veel overblijft. Ofwel selecteer je naar boven en aanvaard je dat enkele clubs, die de structuur en de mogelijkheden hebben, de kans krijgen om zich met de Europese concurrentie te meten.

Charleroi-voorzitter Abbas Bayat wil met een eigen productiehuis of zelfs met een eigen televisiestation beginnen.

Verschueren : Hij wil daarvoor een bedrijf oprichten waarvan slechts twintig procent van de aandelen naar de profclubs zou gaan. Tegen dat voorstel zeg ik nee, al is ook dat me kwalijk genomen. Veel clubs stond het water zo tot aan de lippen dat ze bereid waren de deal te aanvaarden, maar ze zouden snel de nadelige gevolgen ervan ondervonden hebben. We hebben hetzelfde in het verleden meegemaakt met de reclameborden langs de velden, die in concessie werden gegeven aan de firma Verhulst. Die heeft er een goede zaak aan gedaan, de clubs veel minder. Bij Anderlecht hebben wij de verkoop van die borden altijd zelf geregeld.

Hoe loopt de merchandising bij Anderlecht ?

Verschueren : Die is toevertrouwd aan een aparte maatschappij, geleid door de vrouw van de voorzitter. De zaken gaan fors vooruit. We zitten uiteraard bij lange na niet op het niveau van Manchester United of Bayern München, maar dat heeft met de beperkte omvang van ons land te maken. Om het budget rond te krijgen, zijn de commerciële activiteiten en de televisierechten essentieel. Met de inkomsten van de tickets alleen kom je er nooit.

Jullie hebben de jongste jaren bijzonder veel abonnees. Met als voordeel dat je altijd in een lekker gevuld stadion aantreedt, en bovendien al in juli het entreegeld van een volledig seizoen plus het huurgeld voor loges en business-seats in kas hebt.

Verschueren : Dat is onze grote kracht. Zo hebben we in vijftien jaar tijd ons stadion afbetaald. Die inkomsten steken veel mensen de ogen uit. Ze denken dat wij schatrijk zijn, maar dat is niet zo. We hebben alles gebruikt voor het stadion en voor de aankoop van spelers. En om het vertrouwen van die vele abonnees en logehuurders te krijgen, hebben we hard gewerkt. Anderlecht speelt nu al 38 jaar ononderbroken Europees voetbal. Dat is fenomenaal, de mensen geven zich daar te weinig rekenschap van.

Onlangs was er een dispuut met de gemeente over de taksen van de Europese matchen. Roger Vanden Stock heeft er vroeger al mee gedreigd om een nieuw stadion te bouwen buiten Anderlecht.

Verschueren : De zaak met die taksen is geregeld. Wij hadden een overeenkomst met het vorige gemeentebestuur, en die liep mijns inziens tot eind 2000. De nieuwe meerderheid wenste die akkoorden te herzien, goed, dat is bijgelegd. Een nieuw stadion is voorlopig niet aan de orde. We hebben hier nu zoveel geïnvesteerd dat we in feite onszelf gegijzeld hebben. Ik denk dat ons stadion nog altijd met voorsprong het mooiste van België is. We zouden het graag uitbreiden naar dertigduizend zitjes, maar het probleem is dat we ingesloten zitten. Dat bemoeilijkt ook het parkeren en de verkeerscirculatie voor en na de matchen, maar daar is niet veel aan te doen.

In de bestuurskamer heeft Constant Vanden Stock als 84-jarige alweer een tijdje de touwtjes in handen. Is het geen teken aan de wand dat er geen opvolging gevonden wordt?

Verschueren : Dat is een verkeerde voorstelling van zaken. Constant Vanden Stock is na de perikelen rond de Nottingham-affaire een tijdje uit beeld verdwenen, zwaar geraakt door de manier waarop die hele zaak in de publieke opinie is opgevoerd. Ik wil daar niet meer op terugkomen, al heeft het mij geschokt dat een deel van de pers meer geloof hechtte aan de verklaringen van twee oplichters, dan aan die van ons. Het Tribunal Arbitral du Sport in Lausanne heeft ons vrijgesproken en korte tijd nadien is de president zich opnieuw van dichterbij met de club gaan bezighouden. Maar dat is geen afkeuring van het werk van Roger Vanden Stock of zijn neef Philippe Colin. Het vergt tijd om de juiste draai te vinden in de voorzittersstoel van een club als Anderlecht. Vergeet niet dat Roger Vanden Stock in zeer ondankbare omstandigheden van zijn vader heeft overgenomen. Eerst werd de club getroffen door het Bosman-arrest, daarna door de Nottingham-zaak en door de prijzenexplosie op de Europese voetballersmarkt. Hij heeft de kop recht gehouden en we zijn uit een moeilijke periode gekomen. Roger Vanden Stock is in die paar jaren voorzitterschap al fel geëvolueerd. Het is geen oneer om dat te doen met de begeleiding van een monument als zijn vader.

Hoe is het te verklaren dat zowel bij Anderlecht als bij Brugge twee tachtigers de dienst blijven uitmaken ?

Verschueren : Omdat een voetbalvereniging leiden een heel aparte zaak is. Er zijn voorbeelden bij de vleet van goede zakenmensen die aan de top van een club totaal mislukken. Kijk maar hoe ze bij Standard nog altijd de opvolger van Roger Petit niet hebben gevonden. En die is weg sinds 1984. Zolang hij gezond van geest en leden is, is een man als Constant Vanden Stock onvervangbaar.

Koen Meulenaere

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content