Roderik Six
Roderik Six Journalist voor Knack

Het knappe debuut van de jonge Roman Helinski, Bloemkool uit Tsjernobyl, is een vraagstuk over afkomst en identiteit, verpakt in een kromme vader-zoonrelatie.

Dankzij opgemerkte verhalen in literaire tijdschriften als Deus Ex Machina, De Brakke Hond en Hollands Maandblad gold Nederlander Roman Helinski – met zo’n naam ben je natuurlijk gedoemd om schrijver te worden – al langer als aanstormend talent. Die reputatie maakt hij nu waar met zijn debuutroman Bloemkool uit Tsjernobyl, een strak geschreven verhaal over de stormachtige relatie die verteller Victor onderhoudt met zijn manische vader. Een verhaal met een Vlaams tintje ook. Hoe dat precies zit?

ROMAN HELINSKI: Tot mijn 28e was ik voor de wet voor 50 procent Belg, maar ik heb die dubbele nationaliteit achter me gelaten – ook omdat ik op dat moment stomweg vergeten ben om een formulier in te vullen. Laten we het een natuurlijke beslissing noemen. Met enige spijt weliswaar. Bloemkool uit Tsjernobyl speelt zich gedeeltelijk af in Zuid-Limburg, maar gaat in ruimere zin over identiteit: de vaderfiguur die zijn Poolse roots koestert, de grootvader die twijfelt of hij zijn land niet verraadt door voor het Franse elftal op te komen, en Victor die ontheemd van zijn vader verder moet.

Beter een goeie leugen dan een zwak verhaal, lijkt het devies van de vaderfiguur. Geldt dat bij uitbreiding ook voor u?

HELINSKI: Gezien het thema van de vader-zoonband wordt me vaak gevraagd hoe autobiografisch dit is. En ja, het is deels op mijn jeugd gebaseerd, maar aangedikt en schaamteloos geromantiseerd. Toen ik aan de roman begon en me over de fantastische verhalen van mijn vader boog, kon ik alleen maar vaststellen dat een schrijver exact hetzelfde doet: fictie bedrijven met de waarheid.

Bent u niet bang om net als de vaderfiguur de grens tussen feit en fictie uit het oog te verliezen?

HELINSKI: Nee, ik kan het prima scheiden. Mijn vader is niet de meest stabiele persoon ter wereld, maar ik vrees geen erfelijkheid. Net zoals Victor blijf ik er rustig onder – ik hoef niets te verwerken, daar diende mijn debuut ook niet voor. Therapie was niet het oogmerk, een goed verhaal brengen des te meer.

Victor blijft inderdaad bijzonder kalm onder het gedaas van zijn vader.

HELINSKI: Dat heb ik bewust gedaan. Ik wou heel duidelijk de vaderfiguur centraal stellen en niet zozeer de zoon, die zo objectief mogelijk zijn verhaal doet, zonder dat zijn emoties of oordelen in de weg zitten. De ene lezer kan daarmee leven en vindt dergelijke afstand zelfs een mooi gebaar naar de vader – zo laat je hem in zijn waarde -, terwijl anderen zelfs opstandig worden van zo veel meegaandheid. Mij ging het om de focus op het ware hoofdpersonage in de roman: vader Roman. De lezer mag zelf oordelen over het resultaat.

Roderik Six

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content