Dirk Draulans
Dirk Draulans Bioloog en redacteur bij Knack.

De campagnes voor hoffelijkheid tussen rokers en niet-rokers schieten hun doel voorbij. Passief roken is het probleem.

ALS ER IETS IS wat een mens absoluut moet proberen te vermijden, is het de aandacht vestigen op reclamejongen Wim Schamp. Helaas is dat niet altijd gemakkelijk. De man heeft de gewoonte zich onder de schijnwerpers te wringen met sterke uitspraken en vreemde initiatieven. Zijn jongste geesteskind draait rond een goedkope woordspeling, die hij blijkbaar zo geslaagd vond dat hij er een campagne rond bedacht. Met twee rokers stichtte hij de vereniging The Smoking, die oproept tot verdraagzaamheid tussen rokers en niet-rokers. Symbool van de vereniging is een strikje.

Zoals in de reclame wel meer gebeurt, steunt ook deze campagne op een aantal fundamenteel foute premissen. De onderhuids aanwezige stelling dat een strikje symbool staat voor hoffelijkheid, lijkt heel ver gezocht. Een brutale bek blijft ook in smoking een brutale bek. Verder stelt de vereniging dat niemand gediscrimineerd mag worden omwille van zijn mening, geslacht, ras of gedrag. Ze beschouwt roken echter alleen uit den boze in het gezelschap van zwangere vrouwen, kleine kinderen en zieke mensen. Wie niet tot deze gezegende categorieën behoort, blijft gedoemd de confrontatie met de rokers aan te gaan.

Schamp en zijn maats verbinden hun aanhangers ertoe niet te roken in gezelschap, zonder eerst om toestemming te vragen. Beleefde mensen zullen dat ongetwijfeld doen, vooral als ze de enige roker in een gezelschap zijn. Maar hoe hoffelijkheid betonen na op een terrasje afgeblaft te zijn door een roker die duidelijk niet bekommerd is om zijn niet-rokende medemens ?

Als Schamp rechtuit was geweest, had hij zijn initiatief niet The Smoking gedoopt, maar The Passive Smoking. Zo had hij meteen de kern van het probleem gevat. Het hoffelijkheidsprobleem draait niet rond het feit dat rokers roken, wel dat niet-rokers daar tegen hun zin mee van moeten genieten. Passief roken is het inademen door een niet-roker van tabaksrook die wegkringelt van een sigaret of uitgeblazen wordt door een roker. Wetenschappelijk onderzoek, dat onlangs gepubliceerd werd in de Journal of the American Medical Association, heeft aangetoond dat 88 procent van de niet-rokende mensen sporen van cotinine, een afbraakproduct van nicotine, in hun lichaam dragen. Bijna iedereen is een passief roker geworden.

VIERDUIZEND DODEN.

Over de gezondheidseffecten van passief roken wordt hardnekkig gedebatteerd. Het medische vakblad The British Medical Journal berichtte enkele weken geleden dat er aanwijzingen zijn dat passief roken een rol speelt in 60 procent van de gevallen van wiegendood. De tabaksindustrie ontkent dat. Ook van astma-aanvallen is bekend dat ze door passief roken kunnen worden uitgelokt. De Journal of the American Medical Association berichtte vorig jaar dat passief-rokers in vergelijking met niet-rokers 30 procent meer kans hebben om problemen met hart en bloedvaten te krijgen. Een in verhouding tot de ingeademde rook zware tol, die een gevolg zou zijn van het feit dat zelfs een beetje tabaksrook bij niet-rokers een sterk effect heeft.

Vooral het aantal mensen dat sterft aan de gevolgen van passief roken is voorwerp van een verhit debat. In de Verenigde Staten variëren de cijfers, naargelang van de bron, tussen bijna geen en dertigduizend doden per jaar. Een rapport van het Britse Imperial Cancer Research Fund schatte het aantal overlijdens aan de gevolgen van passief roken in de Europese Unie in 1991 op minstens vierduizend. In ons land sterven jaarlijks ongeveer 35.000 mensen aan ziekten die het gevolg zijn van roken. Het aantal slachtoffers van passief roken wordt, in analogie met gegevens uit het buitenland, op zo’n vierhonderd geschat.

Dat lijkt een laag getal, maar het blijft verrassend dat de Belgische overheid de passief-roker aan zijn lot overlaat, zeker in vergelijking met de inspanningen die geleverd worden om de zwakke weggebruiker te beschermen. In 1994 stierven er, volgens het Belgisch Instituut voor de Verkeersveiligheid, precies 1.692 mensen in het Belgische verkeer. Daar waren 348 voetgangers en fietsers bij, die door de wetgever als zwakke weggebruikers worden beschouwd. In absolute cijfers is dat lager dan het aantal slachtoffers van passief roken.

Vele wetenschappers twijfelen niet langer aan de gezondheidsrisico’s verbonden aan passief roken. Professor Eric Derom van de dienst longziekten van de Universiteit Gent stelde onlangs in het blad van het universitair ziekenhuis : ?De aanwezigheid van de nicotine-metaboliet cotinine is geassocieerd met een verhoogd risico op longkanker en vermoedelijk ook op cardiovasculaire aandoeningen bij volwassenen, en zorgt voor een gebrekkige longfunctie en ademhalingsstoornissen bij kinderen. Er zijn aanwijzingen dat de sigarettenrook die vrij in de lucht komt de zogenaamde zijstroom veel schadelijker zou zijn dan de rook die wordt geïnhaleerd. Wie samenwoont met een roker, loopt daardoor naar schatting 30 procent meer kans op longkanker.?

Derom kan worden beschouwd als een ?onafhankelijk? wetenschapper. Een notie die belangrijk is, want de tabaksindustrie spaart geen frank om zogenaamd onafhankelijke experts onderzoek te laten doen naar de gevolgen van passief roken. Zo verscheen er enkele maanden geleden een rapport van wetenschappers, die onder meer door de tabaksgigant Philip Morris betaald werden, en die met klem stelden dat er geen solide aanwijzingen zijn dat passief roken longkanker veroorzaakt.

MELK DRINKEN.

Het was opvallend dat deze bevindingen in een rapport verschenen, en niet in een wetenschappelijk vakblad werden gepubliceerd. Blijkbaar heeft ook de wetenschappelijke wereld de buik vol van de stellingen van door de tabaksindustrie gesponsorde wetenschappers. Zo besliste de American Thoracic Society, een wetenschappelijke vereniging van longonderzoekers, eind vorig jaar om niet langer publicaties van wetenschappers betaald door de tabaksindustrie op te nemen in de vakbladen die ze uitgeeft. ?De tabaksindustrie heeft een lange geschiedenis van het trachten te winnen aan respectabiliteit door het publiceren van wetenschappelijk onderzoek,? zei een woordvoerder van de vereniging in het blad New Scientist. ?Maar ik denk niet dat er in bladen die gericht zijn op het bevorderen van de volksgezondheid plaats is voor onderzoek betaald door de tabaksindustrie.?

In het rapport van de tabaksindustrie over passief roken werd onder meer hoogleraar Marcel Roberfroid van de faculteit farmaceutische wetenschappen van de Université Catholique de Louvain (UCL) opgevoerd. Hij zei dat wat de mensen eten, gevaarlijker is dan wat ze inademen. Het rapport stelde onder meer dat veel schadelijke componenten van tabaksrook elders in de leefomgeving, bijvoorbeeld in gebakken voedsel, veel talrijker voorkomen dan in de rook die door rokers wordt uitgeademd. Wetenschappers die het rapport kritisch doornamen, wezen er snel op dat het vooral de effecten van door rokers uitgeademde rook bestudeerde, en minder de rook die wegkringelt van een sigaret. Die zou veel gevaarlijker stoffen bevatten.

Philip Morris ging alvast op het elan van het rapport door. Het bedrijf startte een Europese charmecampagne, waarin gesteld werd dat passief roken minder effecten op de gezondheid heeft dan het drinken van twee glazen volle melk per dag, het dagelijks eten van een koekje of het drinken van met chloor ontsmet water. Een campagne die scherp veroordeeld werd, omdat ze flagrant voorbijschoot aan de kern van de zaak : het feit dat het eten van een koekje of het drinken van melk en gechloreerd water niemand anders dan de betrokkene nadeel berokkent.

De tabaksindustrie heeft goed zeggen dat er geen causaal verband bestaat tussen passief roken en een aantal typische rokersziekten, maar het is wel bewezen dat er een beduidende verhoging van de risico’s mee gepaard gaat. Ze blijft hameren op hoffelijkheid, omdat ze geen andere uitweg meer ziet. Maar ze is zelf niet altijd hoffelijk. Een antirokersgroep in de VS loofde onlangs een beloning van 25.000 dollar (driekwart miljoen frank) uit aan iedereen die informatie verschaft die leidt tot de arrestatie en veroordeling van de directeur van een sigarettenfabriek voor het verschaffen van misleidende berichten over de risico’s verbonden met het roken.

BETER WETEN.

Het is niet onwaarschijnlijk dat Philip Morris ook hier geviseerd zal worden. Vorig jaar raakte bekend dat het bedrijf jarenlang onderzoek deed naar de effecten van nicotine op het lichaam. Documenten die door ex-werknemers aan onafhankelijke wetenschappers werden overgemaakt, toonden aan dat het een voorsprong had van vele jaren op externe onderzoekers inzake het ontrafelen van de effecten van nicotine op het lichaam. Maar die gegevens werden niet bekendgemaakt. Integendeel. Philip Morris bleef volhouden dat nicotine geen duidelijke invloed had op het lichaam en het gedrag van rokers, laat staan verslavende effecten. Het product hoefde dus niet te vallen onder de wetgeving die het gebruik van geneesmiddelen reguleert.

Als dat het geval zou zijn, zou de overheid greep krijgen op de productie en de verkoop van sigaretten. De Amerikaanse president Bill Clinton kondigde vorig jaar aan dat hij ingrijpende maatregelen zal nemen om het roken door minderjarigen tegen te gaan. Hij liet de Food and Drug Administration (FDA) verklaren dat nicotine verslavende effecten heeft, en dus als een geneesmiddel (of een drug) dient te worden beschouwd. De verkoop van sigaretten in automaten en aan jongeren van minder dan achttien jaar zou verboden worden ; de reclame aan banden gelegd. De tabaksindustrie reageerde prompt door de regering voor de rechter te slepen, omdat ze zich niet te moeien heeft met haar producten.

Nochtans zou onder meer Philip Morris beter moeten weten. Studies die in het bedrijf zelf werden uitgevoerd, toonden al in de jaren tachtig aan dat nicotine niet in de eerste plaats een, naargelang van de roker, kalmerend of stimulerend effect had, maar dat het centraal op de hersenen inwerkte : rokers zouden roken om die herseneffecten op te wekken. Doctor Victor DeNoble, die als wetenschapper in de jaren tachtig bij Philip Morris werkte, stelde in The New York Times zelfs dat het bedrijf ontdekte dat het gemakkelijk een vermindering van het teergehalte in een sigaret kon compenseren door het nicotinegehalte wat te verhogen. Zo bleef een sigaret aantrekkelijk voor de roker.

Precies over de verslavende effecten van nicotine verscheen vorige maand een belangrijk artikel in het wetenschappelijke topvakblad Nature. Daarin werd gesteld dat de biochemische effecten op de hersenen van een kleine dosis nicotine vergelijkbaar met deze die een roker tijdens één haal aan een sigaret inademt bij ratten exact dezelfde waren als deze die werden opgeroepen door cocaïne en amfetamines. Met andere woorden : de hersenen maken blijkbaar geen onderscheid tussen deze verslavende middelen en het product waarvan vele rokers zich wijsmaken dat het niet meer is dan een slechte gewoonte, die ze met wat moeite kwijt kunnen raken als ze dat zouden willen.

Dirk Draulans

De rook die wegkringelt van een sigaret, heeft verrassend sterke effecten op de gezondheid van niet-rokers.

Tabaksbedrijven weten al sinds het begin van de jaren tachtig dat nicotine rechtstreeks op de hersenen inwerkt.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content