INFO: Herman Daems is voorzitter van de GIMV en van Barco. Hij is professor Internationaal Management en Strategie aan de KU Leuven.
Enkele weken geleden vroeg Knack of ik niet wat columns wilde schrijven. Ik ging eerst eens kijken wat collega’s columnisten in de vorige Knack geschreven hadden. Wat ik toen op deze pagina over de GIMV las, heb ik in de titel van deze column samengevat.
Over de GIMV is al veel onzin geschreven, vorige week is hier een record gebroken. Dat dit gebeurt, komt niet door gebrekkige informatie. Zoals bij elke beursgenoteerde onderneming staat op de GIMV-website alles: cijfers, nieuwtjes en uitvoerige jaarverslagen. Ik besef dat columnisten vooral schrijven; lezen en opzoeken hoort daar niet bij.
Volgens de vorige column deed de GIMV maar één ding: de redding van Barco. Wat niet gezien wordt is dat door de GIMV: Option International ontstond, Metris internationaal doorgroeide, LMS een internationale topspeler werd, Innogenetics een kans kreeg en een buitenlands bedrijf zoals Diatos naar hier kwam. Telenet zou er zonder de GIMV nooit door geraakt zijn. Daarnaast zijn er Essers, Poco Loco, LSG en vele meer. Er zijn natuurlijk ook mislukkingen, maar dat heb je nu eenmaal met risicokapitaal.
Er was weer kritiek op de internationale GIMV. Blijkbaar weten columnisten nog niet dat de Vlaamse economie internationaal is. Vandaag duiken buitenlandse private equity-partijen in Vlaanderen op. Ze nemen Balta, Ontex, Massive en BIAC over en onderhandelen over De Post. Ben je een geloofwaardige tegenspeler als je alleen in Vlaanderen zit? Bovendien is technologie internationaal. Hoe beoordeel je een deal in Vlaanderen als je niet weet wat in het buitenland bestaat? Vandaag is de GIMV top in biotechnologie in Europa, dat is niet omdat de GIMV binnen Vlaanderen bleef. Bovendien heeft de GIMV in het buitenland geld (veel geld) verdiend voor de Vlaamse belastingbetaler.
En de plaatsing? In mei werd 30 % van de GIMV verkocht tegen een koers van 34 euro, zo ging 235 miljoen euro naar de Vlaamse schatkist. Twee dagen voor de verkoop stond de koers op 36,75 euro. Even terug naar 24 december 2004, dag van de aankondiging van de verkoop, de koers stond dan op 37,25 euro. Kortom, de verkoopprijs was 7,4 % lager dan bij de voorlaatste dag van de operatie en 8,7 % lager dan de koers bij de aankondiging. Ernstige bankiers rekenen voor dat de gemiddelde koersdaling bij plaatsingen tussen 4 en 5 % ligt. Dat de koers daalde, begrijpt elke tomatenboer. Breng veel tomaten naar de markt, dan daalt de prijs. Bij de GIMV ging het om 30 % van de aandelen, een verdubbeling van de vrij verhandelbare aandelen.
Telenet is een verhaal apart. Tot augustus kon je binnen en buiten België nauwelijks een bankier vinden die een hoge waarde op Telenet kleefde. De beurskoers van de GIMV gaf geen signaal dat Telenet veel waard was. Dat veranderde midden augustus toen duidelijk begon te worden dat Telenet goud waard was.
Laten we nog eens rekenen. Het overheidspakket was 604 miljoen waard. In mei verkocht de Vlaamse regering voor 235 miljoen en kreeg dan nog eens 15,3 miljoen van het dividend. Vandaag is het 40 % overheidspakket nog 420 miljoen waard. Tel alles op, de overheid blijkt 70 miljoen verdiend te hebben. Had ze meer kunnen verdienen? Misschien, maar hoe kon je dat weten? Wie wist dat Telenet, bijna mislukt, zo veel waard zou worden!
Het verhaal is niet af. Want het gaat natuurlijk om centen, veel centen. Twintig jaar geleden stak Vlaanderen 50 miljoen euro in de GIMV. Dat was alles. Wat is teruggekomen? Meer dan 1 miljard euro. Twintig keer het startbedrag, een rendement van 17 % per jaar. De commentaarschrijver voelde zich een gedwongen aandeelhouder van de GIMV. Filosofisch gezien ja, maar financieel was het een gouden ketting met diamanten. Ik zoek nog altijd naar projecten die jobs en innovatie opleverden en een zelfde rendement gaven voor de overheid. Indien ik ze vind, schrijf ik binnen drie weken een column over een ernstig onderwerp.
Herman Daems