Een banaal incident zorgt voor een zwarte donderdag in de regering. Premier Dehaene waagt een laatste rush naar de verkiezingen van juni 1999. Louis Tobback zal hem helpen.

Zelden zit Louis Tobback om een reactie verlegen. Behalve toen hij vorige donderdagnamiddag tijdens een vergadering op het SP-hoofdkwartier in Brussel vernam dat Marc Dutroux was ontsnapt uit het welbekende justitiepaleis van Neufchâteau. De SP-voorzitter kon even geen woord uitbrengen. Hij kon vooral niet bevroeden dat hij goed 24 uur later op het koninklijk paleis de eed zou afleggen als vice-premier en minister van Binnenlandse Zaken.

Premier Jean-Luc Dehaene (CVP) reageerde met een krachtige vloek toen de ontsnapping hem om halfvier, in volle zitting van de Senaat, werd gemeld. Voor complexe dossiers schrikt Dehaene niet terug, maar hij is als de dood voor onverwachte dossiers. Dit was er zo een. Hevig ontdaan spoedde hij zich naar zijn kabinet even verderop, waar hij zijn vice-premiers bij elkaar riep.

Natuurlijk is de ontsnapping van een gevangene een onnozelheid – le petit Robert deed het bijvoorbeeld talloze keren, zonder dat ook maar één minister het nodig vond om er zijn agenda voor te wijzigen. Maar het ging deze keer dus om de “publieke vijand nummer één”, en dat in bepaald rocamboleske omstandigheden: een wellicht goedmoedige rijkswachter een duw geven, een pistool meegrissen waarin achteraf geen kogels blijken te zitten, het gebouw uitrennen, een rijkswachter die hem achternaloopt met de sleuteltjes van de combi op zak zodat diens collega een burgervoertuig moet opvorderen om de achtervolging te kunnen inzetten, Dutroux die een vast nog in Vilvoorde gebouwde Renault Mégane steelt, bij een kruising in een bos het verkeerde pad inslaat, zich vastrijdt in de modder, wordt opgemerkt door een boswachter die Michaux heet en uiteindelijk in de boeien wordt geslagen door een rijkswachtkapitein met de naam Wathelet.

GEEN TIJD VOOR EEN ANALYSE

Ondanks de massale machtsontplooiing van de ordediensten kwam er toch nog enig geluk aan te pas om de voortvluchtige weer op te pakken. Maar in al zijn absurde banaliteit had de ontsnapping een nooit eerder vertoond emotioneel effect. Want “het systeem” had weer gefaald, “de instellingen” hadden weer eens hun onkunde en hun nonchalance gedemonstreerd, uitgerekend ten aanzien van deze boef. Dat was de onontkoombare symboliek van het op zichzelf vrij simpele en heldere incident. Het wantrouwen van het grote publiek is al huizenhoog. Om verdere verrotting te voorkomen, kon een even symbolisch tegengebaar niet uitblijven.

In deze geestesgesteldheid viel zelfs enige hysterie te ontwaren. De term regimecrisis dook alweer op. Het heette zelfs al meteen dat hier sprake was van een complot – een wat curieuze conclusie, aangezien een beetje medeplichtige toch ten minste voor een vluchtauto en een correcte routebeschrijving zou hebben gezorgd. Zoals stilaan voorspelbaar wordt, ging VU-voorzitter-met-verlof Bert Anciaux geheel uit de bol: hij verklaarde dat dit geen eenmansactie kon zijn en dat spoedig de revolutie zou volgen.

Voor een nuchtere analyse van wat er precies was gebeurd, was geen tijd. Het was psychologisch onmogelijk om bijvoorbeeld te “wachten op de resultaten van het onderzoek”. Er moesten dus koppen rollen, en wel meteen. Minister van Binnenlandse Zaken Johan Vande Lanotte (SP) besefte vanaf het eerste moment dat hij niet anders kon dan opstappen, maar justitieminister Stefaan De Clerck (CVP) klampte zich nog een tijd aan zijn portefeuille vast. De CVP-Kamerfractie en de premier brachten hem tot andere gedachten.

Zij beseften immers dat de affaire, hoe ze ook afliep, van hem een lame duck zou maken. Altijd zou ze hem weer onder de neus worden gewreven. Dat zou de noodzakelijke hervorming van het politionele en justitiële apparaat hypothekeren en uiteindelijk het hele regeringswerk stremmen. De oppositie zou deze kans niet laten liggen en dat deed ze ook niet. Nog altijd eist ze het vertrek van de hele regering. De al langer geplande congressen van de VLD en Agalev dit weekend bleken een geschikt forum om die eis met des te meer kracht te formuleren.

Nog vóór achten die donderdagavond kondigde Dehaene al het ontslag van de twee ministers aan. Nog altijd had de die nacht ijlings uit Nice overgevlogen koning Albert die ontslagen niet officieel aanvaard. Het koninklijke prerogatief om ministers te benoemen en te ontslaan, bleek de voorbije dagen trouwens meer dan ooit tevoren een fictie te zijn. Op communiqués uit het Paleis werd niet gewacht.

MINISTER (M/V) GEZOCHT

De politiek verbruikt haar personeel de jongste jaren aan een hoog tempo. Niet dat Vande Lanotte en De Clerck voortaan verloren zijn voor hun partij. Ze kunnen weer rustig hun plek in de Kamer innemen. De echte sukkels in het verhaal zijn dan ook hun plaatsvervangers, Peter Roose (SP) en Trees Pieters (CVP). Zij worden nu huiswaarts gestuurd, maar geen nood, ze krijgen nog een jaar loon uitbetaald. Opmerkelijk: Roose zetelde in de commissie voor Binnenlandse Zaken, Pieters in de commissie-Dutroux. Ze hadden er in die functies dus alle belang bij om het de ministers wier zitje ze warm hielden, in die commissies vooral niet lastig te maken. En zetten de twee ex-ministers nu wel een stapje terug, ze krijgen er een aura van hoogstaande politieke moraal voor in de plaats. Daardoor zullen ze, wanneer bij een volgende gelegenheid nog eens ministers moeten worden benoemd, vast op de eerste rij mogen staan.

De problemen doken op bij de opvolging. Dat dit enige tijd duurde, is deels het gevolg van een gebrek aan ervaren personeel. Vooral de SP lijdt daaronder. Met Vande Lanotte verdwijnt al het vierde zwaargewicht van het nationale toneel. Willy Claes vertrok naar de Navo, Frank Vandenbroucke raakte in de marge van het Agusta-schandaal verbrand en het hart van Louis Tobback ligt in Leuven. Bovendien had de SP niet alleen een minister, maar ook nog een vice-premier te vervangen. En voor dat laatste weegt minister van Volksgezondheid Marcel Colla te licht en heeft minister van Buitenlandse Zaken Erik Derycke geen zin.

De vertraging was echter vooral het gevolg van een principiële beslissing die de meerderheid te maken had: zou ze er nog wel voluit tegenaan gaan? Al snel begreep premier Dehaene, die tegen donderdagavond al over zijn ontzetting van het eerste moment heen was, dat het antwoord daarop alleen positief kon zijn. Nu verkiezingen organiseren, zou voor de meerderheid ongetwijfeld op een nooit gezien fiasco uitdraaien. En dat zou voor niemand goed zijn: niet voor de regeringspartijen, maar al evenmin voor de inzet, de zaak zelf, het justitiebeleid. Het is overigens een bittere ironie dat het vertrek van De Clerck en Vande Lanotte daar al evenmin bevorderlijk voor is, want alleen voor verdere vertraging zorgt.

De idee om De Clerck te vervangen door het Kamerlid Jo ( Johan) Vandeurzen (CVP), een poulain van de Genkse burgemeester Jef Gabriëls, leek daarom bepaald geen positief signaal: een relatief lichtgewicht minister maken, getuigt niet van veel vertrouwen in de toekomst. De CVP praatte enige tijd in op nationaal magistraat André Vandooren, maar die hapte niet toe. Het leek uiteindelijk ook geen goed idee: hem tot minister benoemen zou een abdicatie van de politiek zijn geweest. En zo kwam het Gentse Kamerlid Tony Van Parys bovendrijven, een deskundig jurist, zoals in meerdere onderzoekscommissies al was gebleken. Hij heeft zijn politieke ambities nooit goed kunnen verbergen, moest het bij de vorming van de huidige regering al op het nippertje afleggen tegen De Clerck en heeft ondertussen al het oog laten vallen op de kop van de Gentse CVP-Kamerlijst, waar eertijds Johan Van Hecke figureerde, nu allengs een politieke has-been.

ZIJ ZULLEN DOORGAAN TOT HET EINDE

Uiteindelijk was het Dehaene zelf die het SP-probleem oploste. Hij slaagde erin om Tobback te overtuigen om weer het kabinet van Binnenlandse Zaken te betrekken, waar hij in de vorige legislatuur al van enig krachtig beleid blijk had gegeven. Het terug opnemen van dit ministerschap strookt geenszins met Tobbacks persoonlijke agenda. Hij deed het dan ongaarne, hij die er al van droomde om, nu hij stilaan zestig wordt, zachtjes uit te bollen als Leuvens burgervader. Maar wat moet, dat moet dan maar.

Bovendien zal iedereen wel begrijpen dat Tobback niet in een regering stapt om daar na korte tijd zijn nek te breken. De Vlaamse socialisten moeten zichzelf wel nog van een nieuwe voorzitter voorzien. Vande Lanotte wil er niet aan beginnen, terwijl Tobbacks dauphin, de flamboyante Hasseltse burgemeester Steve Stevaert, meent nog even de handen vol te hebben met wat anders, zodat de gerespecteerde Antwerpse senator Fred Erdman voorlopig de lopende zaken aan de Keizerslaan waarneemt.

De jongste tijd leek er wel kieskoorts doorheen de diverse politieke partijen te waren, wat de idee voedde dat de regering, die normaal in juni 1999 naar de stembus trekt, vervroegde verkiezingen zou uitschrijven tegen het late voorjaar, na de intrede van België in de EMU en vóór de start van de Agusta- en Dassault-processen van september. Die optie lijkt nu wel uitgesloten. Dehaene vroeg de voorzitters van de vier regeringspartijen om een uitdrukkelijk engagement om de rit uit te rijden. Om kwalijke grappen te vermijden, dwong hij hen ook de belofte af om elke communautaire heibel achterwege te laten. Ook over de faciliteitenkwestie.

De boodschap luidt: doorgaan tot het einde, hopen dat het kabinet de kiezer volgend jaar iets concreets mag voorleggen en zo de electorale schade kan indammen. Het voornemen stemt alvast de VLD niet tevreden, wat zowel voorzitter Guy Verhofstadt als rijzende ster Marc Verwilghen tot bitsige reacties heeft verleid. Zolang zij de regering niet tot ontslag kan dwingen, kan ze haar aanzienlijke electorale potentieel niet verzilveren. En wat erger is, ze dreigt ook bij de volgende kabinetsvorming weer uit de boot te vallen.

Mag Tobback een oude krokodil van het regime zijn, hij blijft een politiek zwaargewicht. Ook het snelle ontslag van twee in het oog lopende ministers geeft Dehaene moreel weer enige ademruimte. Het verschaft de regering enig krediet om krachtiger op te treden in de dossiers waarin, onder meer door de commissie-Dutroux, al lang om sancties wordt gevraagd, met name tegen een onwillige magistratuur en politionele hiërarchie. De politiek hééft al betaald, nu de rest nog.

De ontsnapping van Dutroux voegt daar nog een dossier aan toe. In die context viel al snel de eis tot het ontslag van rijkswachtcommandant Willy Deridder. Maar als ook de magistratuur in deze zaak haar verantwoordelijkheid moet opnemen, is de eerste die in beeld komt de procureur des konings in Neufchâteau, dus niemand minder dan “witte ridder” Michel Bourlet. Het valt af te wachten hoe de publieke opinie die paradox zal verteren.

TOBBACK STAAT EEN TRAPJE HOGER

Sancties treffen, met name tegen magistraten, wordt een lastige karwei voor de kersverse minister van Justitie Van Parys, die immers met zijn recente verleden in de commissie-Dutroux rechter en partij dreigt te worden. Daarom wordt die bevoegdheid doorgeschoven naar CVP-vice-premier Herman Van Rompuy. Dat is een formaliteit. Essentiëler wordt de kern van de hervorming van het politionele en justitiële beleid. Van Parys heeft alvast, onder druk van de PSC, zijn suggestie moeten inslikken dat dit beleid maar best wordt opgesplitst tussen de gemeenschappen.

Maar magistraten sanctioneren is ook Van Parys’ eerste zorg niet. Dat was al te merken in het fameuze Corsendonck-beraad van de commissie-Dutroux. En al moet de nieuwe justitieminister officieel tot een goed eind zien te brengen wat De Clerck aan hervormingen op het spoor heeft gezet, toch bestaan verschillen van inzicht tussen de nieuwe excellentie en zijn voorganger.

De Clerck toonde zich altijd coulant, bijna behaagziek, geeft iedereen liever gelijk dan dat hij op lange tenen wil trappen. Van Parys, die behoort tot de rechtervleugel van de CVP en een zekere argwaan koestert tegen socialisme en vrijzinnig, houdt er daarover duidelijker, maar ook opmerkelijk conservatiever ideeën op na. De nieuwe minister, zoon en schoonzoon van magistraten, volgt scrupuleus het boekje, met groot respect voor de procedures, waarbij de magistratuur een zo volledig mogelijke autonomie bewaart. Zijn ideeën sluiten nauw aan bij die van de Nationale Commissie van de Magistratuur, die recent nog een staten-generaal hield, waarop ze fel uitviel naar de plannen om externen, niet-magistraten, te betrekken bij bevorderingen of tuchtkwesties in de magistratuur.

Daar denkt een voorstander van de robuuste politiek als Tobback helemaal anders over. Hij is wél een voorstander van het betrekken van externen bij deze aangelegenheden. Hij wil vooral de primauteit van de politiek afdwingen, met het oog op eenheid in het vervolgingsbeleid, zonder dat de procureurs-generaal veel ruimte voor een eigen visie op de toepassing van de wet krijgen.

Soortgelijke verschillen tekenen zich ook af in het politiebeleid. Net als Vande Lanotte wil Tobback de rijkswacht daarin de referentie laten zijn. Onder zijn vorige ministerschap werd deze politiedienst van een militair tot een burgerlijk, door technocratische managementsprincipes beheerst instituut omgevormd. De communalist Van Parys vertrekt voor de fusering van de politiediensten liever vanuit het perspectief van de gemeentepolitie en, al naargelang, van de 27 gerechtelijke arrondissementen, waarbij de parketmagistraten over een grote autoriteit blijven beschikken.

In Dehaene, die ook meer geïnteresseerd is in resultaten dan in procedurele finesses, zal Tobback allicht een medestander vinden om zijn visie door te drukken. En bovendien staat Louis Tobback, die over een feitelijk schaduwkabinet voor het justitiebleid beschikt, hoe dan ook een trapje hoger in de pikorde. Want hij is niet alleen minister van Binnenlandse Zaken, maar dus ook vice-premier.

Dehaene is als de dood voor onverwachte dossiers.

Stefaan De Clerck klampte zich nog even aan zijn portefeuille vast.

Tobback stapt niet in een regering om daar na korte tijd zijn nek te breken.

De regeringspartijen moesten beloven elke communautaire heibel achterwege te laten.

Marc Reynebeau

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content