JA

‘Eigenlijk komt de vraag uit de sector zelf. Zowel de huisvestingsmaatschappijen als de bewonersgroepen zeggen duidelijk: als je de sociale woningblokken leefbaar wilt maken, moet iedereen er het Nederlands machtig zijn. En ik volg hen daar totaal in. Daarom verplicht ik vanaf volgend jaar alle nieuwe aanvragers die de taal niet spreken, taallessen te nemen. Hoe dat concreet gaat? Voor wie in België of Nederland school gevolgd heeft, nemen we aan dat de basiskennis van het Nederlands er is. Ze hoeven dus niet getest te worden. Ook werkenden zullen we niet verplichten. Op de werkvloer burger je namelijk automatisch in, leer je de taal ook vrij gemakkelijk. Ik wil ook niemand zijn werk zien opgeven voor een cursus Nederlands. Wie de cursus uit eigen beweging wil volgen, kan dat trouwens kosteloos. Voor de anderen zal een taaltest worden afgenomen door de Huizen van het Nederlands. Wanneer daaruit blijkt dat iemand geen basiskennis Nederlands heeft, zal hij of zij doorverwezen worden naar de gepaste taalcursus.

In feite is dit een voor-wat-hoort-wat-verhaal, waar beide partijen beter van worden. De overheid biedt een goedkope en degelijke woning, maar vraagt dan wel bepaalde inspanningen voor integratie. Er is geen betere manier om Nederlands- onkundigen aan de actieve kant van de samenleving te krijgen, dan ze te wapenen met taal. Deze maatregel is hoegenaamd niet discriminerend bedoeld. Wel integendeel. We willen hiermee mensen niet uitsluiten, maar net insluiten. Het gaat hier om mensen die doelbewust kiezen voor een toekomst in Vlaanderen en wij willen ze daarvoor alle kansen bieden.’

NEE

‘Minister Keulen gaat er blijkbaar van uit dat als de buurman maar Nederlands spreekt, alle samenlevingsproblemen plots opgelost zijn. Lijkt me een heel naïeve gedachte. Je houdt de mensen voor onnozelaars, als je zoiets beweert. En dat komt als een boemerang terug in het gezicht van de politiek. Er zijn al verhuurders veroordeeld omdat ze allochtonen weigerden. Als je dan als overheid zelf criteria begint op te stellen waar mensen aan moeten voldoen, vooraleer je ze opvang gunt, heb je nog weinig recht van spreken, vind ik. Dat wil zeker niet zeggen dat ik de samenlevingsproblemen van de sociale woningblokken onder de mat veeg. Ze bestaan, en we moeten ze aanpakken. Een van de grootste flaters uit het verleden was het afschaffen van de betaalde conciërge. Vroeger bestonden er ook samenlevingsproblemen, maar de autoriteit van die man of vrouw kon veel brandjes vroegtijdig blussen. Misschien moeten we terug naar dat soort systemen.

Trouwens, de meeste migranten willen heus de taal wel leren, maar jammer genoeg bestaan in het huidige taalonderwijs voor allochtonen nog ellenlange wachtlijsten. Het Nederlands ís dan ook belangrijk, maar om daarvoor een moderne versie van ‘schild en vriend’ te organiseren… Ik weet dat het goed bedoeld is, maar deze maatregel heeft zware gevolgen. Het puur discriminerende aspect is zelfs nog niet het ergste. Belangrijker is: waar moeten de mensen die het niet halen naartoe? Ze worden ofwel dakloos, ofwel recht in de armen van de huisjesmelkers gedreven. De overheid heeft de absolute verantwoordelijkheid iedereen die hier legaal woont een dak boven het hoofd te garanderen. Het recht op huisvesting is een van de meest fundamentele principes waarop onze samenleving gebaseerd is. Nu al zien we dakloosheid en armoede alsmaar toenemen. Een schande voor een van de rijkste regio’s ter wereld.’

Opgetekend door Jef Van Baelen

‘We willen mensen niet uitsluiten maar insluiten.’

‘Geen moderne versie van schild en vriend.’

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content