info : De auteur is natuurkundige.
Er bestaan geen oorlogen die gewonnen worden. In elke oorlog sneuvelen mensen en welke winst weegt op tegen dit verlies?
Toch kan de oorlog die nu in Irak woedt, misschien een gunstig effect hebben. Het is riskant dit te beweren, want de gevolgen van het conflict zijn nog niet te overzien. Zeker is wel dat zij alweer catastrofaal zullen zijn omdat oorlogen altijd catastrofale gevolgen hebben. Wereldoorlog I veroorzaakte Wereldoorlog II. Wereldoorlog II ontketende de Koude Oorlog die wel ‘koud’ bleef, maar aanleiding gaf tot opstanden in Oost-Europa, een spiraal van geweld in het Midden-Oosten, en grootschalige strijd in Korea en Vietnam. Van de nu aan de gang zijnde ‘oorlog tegen het terrorisme’ is alvast duidelijk dat hij vooral méér terroristen kweekt.
Maar er is, zoals gezegd, misschien een lichtpunt. Al lijken de feiten op zichzelf weinig aanleiding tot optimisme te geven. Een grote mogendheid met een gigantisch militair potentieel valt een kleinere staat binnen, die voor haar geen bedreiging vormde. De president van de overrompelde staat was een brutale dictator, zoals er helaas meer zijn op deze aarde. Dat de despoot in Irak van de potentaat in Washington van het toneel moest verdwijnen terwijl de tirannen in Iran, Noord-Korea, Zimbabwe en een dozijn andere staten mochten blijven zitten, kan alleen verklaard worden door de plas olie waarop de Irakees zat, de op één na grootste voorraad van de wereld. Aan dit schandelijk motief wordt nu het beschamende feit van een fiasco toegevoegd. De Amerikaanse troepen hebben de toestand niet onder controle. De bevolking van Irak betaalt een gruwelijke prijs voor de dagelijkse aanslagen door de enen en bombardementen door de anderen.
Dat alles is diep tragisch. Wat ondertussen niemand meer ontgaat, is het feit dat het niet mogelijk blijkt met behulp van wapens het gestelde doel te bereiken. De zwaarst bewapende natie ter wereld slaagt er niet in fanaten die vechten met zelfgemaakte springtuigen te verslaan. Splinterbommen, bunker busters en fosforgranaten maken duizenden slachtoffers, maar breken het verzet niet. Voor de 220 miljard dollar die de Amerikanen aan deze oorlog al spendeerden, kopen ze geen overwinning.
Het is moeilijk hier van goed nieuws te spreken. Maar misschien wordt hier dan toch, tegen de bedoeling van de vechters in, enige winst geboekt waar later voordeel uit gehaald kan worden. De winst is het besef van de irrelevantie van wapens.
Waarom wapens bouwen als er geen zinnig doel mee te bereiken valt? De gewapende strijd getuigt niet alleen van politieke machteloosheid maar ook van praktische onhandigheid. Grote legers en massavernietigingswapens zijn onbruikbaar voor elk denkbaar doel. Kernwapens zijn al zestig jaar niet meer ingezet, de enige hoopgevende militaire prestatie van de twintigste eeuw. In Vietnam kon een reusachtig leger met hoogtechnologische uitrusting de guerrillastrijders in de jungle niet uitschakelen. In Irak moet dezelfde supermacht het afleggen tegen woestijnbewoners.
Militaire macht is illusoire macht. Wellicht drukt die stelling nog meer een hoop uit dan al een werkelijkheid, maar als zodanig kan ze een programma vormen voor de eenentwintigste eeuw. Europa, geschonden en geschaafd door het wapengeweld van eeuwen, kan de ‘machtigen der aarde’ hun illusies ontnemen door zelf geleidelijk te ontwapenen zonder enige welvaart, invloed of veiligheid op te offeren. De oude wereld moet de rambo’s uit de nieuwe in hun hemd zetten.
Gerard Bodifée