Als het parlement niet snel genoeg werk maakt van een pandemiewet om de coronamaatregelen juridisch te onderstutten, dan werkt de regering-De Croo nog beter met volmachten. Dat zegt Patricia Popelier, die grondwettelijk recht doceert aan de UA. ‘Het is niet de beste oplossing, maar door die volmachtenwet moet de regering tenminste achteraf naar het parlement voor bekrachtiging’, zegt ze. Popelier vreest dat heel wat sectoren procedures zullen aanspannen nu de versoepelingsfase in zicht komt. Zo kan de wettelijke omkadering van de corona-aanpak ineenstuiken. Ze vindt het ongehoord dat de regering tot nu toe werkte via ministeriële besluiten. ‘Het is onbegrijpelijk dat deze meerderheidsregering zulke aversie heeft voor het parlement. Nu blijven ze met ministeriële besluiten werken, zonder juridische back-up. Die werkwijze lukt zolang de Raad van State dat legitimeert. Maar de regering kan er niet op vertrouwen dat ze die steun blijft krijgen.’

Het verschil met Nederland is huizenhoog. Daar kon één rechter in Den Haag een bom onder de avondklok leggen. De strenge coronamaatregel bleef alleen overeind dankzij een spoedwet. ‘Bij ons is er gewoon géén debat’, aldus Popelier. ‘En dat vinden we allemaal prima.’ (Tex Van berlaer)