De Israëlische premier Ehud Olmert wordt beschuldigd van corruptie. Ondertussen onderhandelt zijn regering verder met de Palestijnen.

Eerste minister Ehud Olmert zal zich het feest voor de zestigste verjaardag van Israël wellicht anders hebben voorgesteld. Vorige week onderzocht de Israëlische politie opnieuw klachten dat Olmert voor honderdduizenden dollars illegale campagnesteun zou hebben gekregen toen hij burgemeester van Jeruzalem was. Tot in het stadhuis toe werd naar sporen van corruptie gezocht. Dat maakt de onderhandelingen met de Palestijnen er niet eenvoudiger op. Toch wil een gerucht dat de gesprekken verder zijn opgeschoten dan wordt toegegeven. ‘We staan in ieder geval zo ver, dat het de moeite loont om ermee door te gaan’, zegt de premier zelf.

Is Israël bereid om zich terug te trekken achter de grenzen van 1967?

EHUD OLMERT: Het enige wat ik daar nu over kan zeggen, is dat de grenzen in geval van een akkoord dichter bij die van 1967 zullen liggen dan bij die van vandaag. Als alle vijandigheden worden stopgezet, geven we een groot deel van de bezette gebieden op.

Zien de Palestijnen dan in ruil af van het recht op terugkeer van de vluchtelingen van 1948?

OLMERT: Ze hébben dat recht niet. Het staat wat Israël betreft in ieder geval niet op de agenda.

Wat gebeurt er met Jeruzalem?

OLMERT: Er zal niet over alles tegelijk een akkoord worden bereikt. Ik kan me voorstellen dat de toekomst van Jeruzalem het laatste onderwerp is dat op tafel komt.

Wilt u vrede sluiten met Syrië, en is dat mogelijk onder president Bashir Al-Assad?

OLMERT: We zijn niet gelukkig met de manier waarop Syrië zich met de ontwikkelingen in Libanon blijft bemoeien. En we zijn ook niet gelukkig met de blijvende banden tussen Syrië, Iran, Hezbollah en Hamas. Maar ik sluit vrede niet uit. Onze relaties met Syrië moeten opnieuw worden bekeken. U begrijpt dat gesprekken daarover niet op de markt worden gevoerd.

Amerika staat daar in ieder geval behoorlijk sceptisch tegenover.

OLMERT: De internationale pers heeft de indruk dat Amerika niet wil dat we met Syrië praten. Dat is niet waar. Mijn vriend George W. Bush heeft daar nooit op gezinspeeld. Voor Syrië loopt de weg naar betere betrekkingen met Washington in ieder geval langs Jeruzalem. Ik zal overigens ook nooit een stap zetten die de fundamentele belangen van de Ver-enigde Staten in dit deel van de wereld kan schaden.

Hoe moet het verder met Gaza? Nadert Israël daar het moment waarop het geen andere keuze meer heeft dan hard op te treden?

OLMERT: Ik houd niet van de manier waarop u dat voorstelt. Er is altijd een alternatief.

Het kan niet anders of het onderzoek dat tegen u loopt, ondermijnt uw gezag. Hebt u nog niet overwogen om ontslag te nemen?

OLMERT: Niemand is onvervangbaar. We zijn allemaal maar mensen en er zijn genoeg mannen in dit land die bekwame eerste ministers kunnen worden. Ik zie op dit moment alleen niet hoe een ontslag het land een stap vooruithelpt. Maar ik moet daarover nadenken. Ik ben niet in deze functie geboren, en het is zeker niet mijn bedoeling om erin te sterven. Daarvoor ben ik in ieder geval te jong. Ik heb nu zeker nog het gevoel dat er werk op de plank ligt.

Een jaar geleden zei u dat u nooit zou toelaten dat Iran een nucleair wapen ontwikkelt. Blijft u daarbij?

OLMERT: Opnieuw: Israël zal nooit toelaten dat mensen die openlijk zeggen dat ze ons willen vernietigen een atoombom in handen krijgen. Er is geen enkele reden waarom we dat zouden aanvaarden.

© Newsweek

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content