Dirk Draulans
Dirk Draulans Bioloog en redacteur bij Knack.

Belgische bedrijven zoeken in de tropen naar stoffen met geneeskracht.

Belgische farmaceutische firma’s schuimen de derde wereld af op zoek naar interessante planten voor medisch gebruik. Spilfiguur is Luc Van Puyvelde van de Vakgroep Organische Chemie van de Universiteit Gent. De man heeft jarenlang in Rwanda gewoond. “Toen ontdekte ik tientallen stoffen met geneeskracht, die ik ontwikkelde voor de lokale markt”, betoogt hij. Nu runt hij vanuit Gent een wereldwijd bioprospectieprogramma, “op zoek naar voornamelijk medicinale planten, bekend bij de plaatselijke bevolking, die nog niet het onderwerp zijn geweest van een wetenschappelijke publicatie”. Dat laatste is niet zonder belang. Als er een publicatie is geweest, kan niemand nog een octrooi op de plant nemen.

Onlangs kreeg de ontwikkelingsorganisatie Oxfam-Solidariteit een contract in handen tussen de Belgische reus Janssen Pharmaceutica en een Filipijnse universiteit, waarbij Van Puyvelde optrad als tussenpersoon. Het document dateert van september 1997 en stipuleerde dat de Filipijnen 10 dollar (nu ongeveer 380 frank) kregen per staal dat ze opstuurden. In ruil verwierf Janssen de exclusieve rechten op eventuele producten die uit het staal werden gepuurd. Bij commercialisering kregen de leveranciers een vast bedrag. Voor een netto-jaarverkoop van meer dan honderd miljoen dollar zouden de Filipijnen 200.000 dollar krijgen (of maximaal 0,2 procent van de opbrengst).

“Dit contract is het zoveelste voorbeeld van de diepgewortelde sociale onrechtvaardigheid inzake de verdeling van rijkdommen”, zegt Isabelle Delforge van Oxfam. “Het betreft een nieuwe kolonisatie: de rijke landen uit het noorden kapen met hun economisch overwicht na de grondstoffen nu ook het biologisch en genetisch materiaal weg van de landen in het zuiden, met de duidelijke intentie hen voor de resultaten te laten betalen. De kloof tussen arm en rijk kan zo alleen maar vergroten. Wij vragen dat de Belgische regering maatregelen neemt om dit te vermijden. Dat kan als ze wettelijke regelingen treft om de Conventie over Biodiversiteit, die ze getekend heeft, ook uit te voeren. We vragen tevens dat onze universiteiten hun onafhankelijkheid ten opzichte van de industrie bewaren, en dat privé-bedrijven respect opbrengen voor de natuurlijke rijkdommen van soevereine staten.”

Bij Janssen Pharmaceutica reageren ze verveeld. “Sommige romantische zielen denken nog altijd dat plant en mortierkolf volstaan om een geneesmiddel te maken”, zucht Raf Hermans. “De ontwikkeling van een geneesmiddel kost gemiddeld 12 miljard frank. De vergoeding van researchpartners hangt af van de mate waarin zij de risico’s mee dragen. De samenwerking met de Filipijnen werd vorig jaar beëindigd, en heeft niet tot concrete resultaten geleid. Dat is normaal. Van de vele duizenden stoffen die we jaarlijks onderzoeken, brengen slechts enkele het tot geneesmiddel. Momenteel zit het product Remynil in een eindfase van ontwikkeling. Dat is afkomstig uit de bloembol van een Europese plant.”

De Gentse bioprospectiewinkel vond onderdak bij het jonge Mechelse biotechnologiebedrijf Tibotec, dat een exclusief samenwerkingsakkoord met Janssen Pharmaceutica heeft en zich steeds meer toelegt op de speurtocht naar genen en hun functies. Van Puyvelde verwees voor commentaar naar Paul Stoffels van Tibotec, maar die was ondanks herhaalde pogingen niet aan de lijn te krijgen. Insiders melden dat het bedrijf ongerust is over de aandacht. Vorige maand was het (nieuwe) contract met de Filipijnen overigens nog altijd niet rond, omdat het “niet conform de Filipijnse wet was”.

Dirk Draulans

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content