De Amerikaanse opperbevelhebber van de coalitietroepen in Afghanistan, Stanley McChrystal, krijgt de extra soldaten waar hij om had gevraagd. Maar de generaal beseft dat ‘de inzet van militaire middelen ons niet vooruithelpt, als niet tegelijk de grondslag wordt gelegd voor de ontwikkeling van het land’.

© Der Spiegel

U hebt gezegd dat de Amerikanen na de aanslagen van 11 september 2001 hebben geprobeerd om vuur te blussen met een hamer. Wat hebben ze eigenlijk verkeerd gedaan?

Stanley McChrystal: Het komt er bij oorlogen zoals deze niet op aan om steden te veroveren of een vijandelijk leger te verslaan. Je wint dit soort oorlogen niet met de inzet van nog meer materiaal. Je moet er de opstandelingen toe brengen hun rebellie stop te zetten. De beste manier om dat te bereiken, is een goede en efficiënte samenwerking met onze Afghaanse partners.

President Barack Obama stuurt op uw verzoek 30.000 extra soldaten naar Afghanistan, bovenop de 68.000 Amerikaanse soldaten die er al zijn. Kunt u de klus daarmee klaren?

McChrystal: Het is te doen als we de kar allemaal samen trekken. Aan de ene kant hebben de opstandelingen onmiskenbaar nog altijd slagkracht. Ze bedreigen het voortbestaan van de staat. Aan de andere kant hebben we de verwachtingen van de Afghanen beschaamd. We hebben ze sinds 2001 te weinig geboden. Zowel op nationaal als op lokaal vlak is de prestatie van de overheid ontgoochelend. De Afghanen geloven niet meer dat het systeem ook rechtvaardig kan zijn.

De burgerbevolking voelt zich volgens u nog altijd niet genoeg gesteund. Was dat dan niet de eerste opdracht van de soldaten in Afghanistan?

McChrystal: We hebben het meeste succes als we de vijand in een open strijd tegemoet treden. Maar we kunnen de mensen moeilijk beschermen tegen lokale machthebbers, de vele bomaanslagen, de dagelijkse terreur. Daaraan kan conventionele oorlogvoering weinig verhelpen. Om daar iets aan te doen, moeten we dichter bij de mensen staan. Nauwer met hen samenwerken.

Dat wil zeggen dat uw soldaten nog grotere risico’s moeten nemen?

McChrystal: Onze veiligheid hangt van de Afghanen af. Hoe dichter wij bij de bevolking staan, hoe minder steun de terroristen krijgen en hoe meer informatie er voor ons te rapen valt. Wie wil leren zwemmen, moet op zeker ogenblik in het water springen. Hoe beter onze verstandhouding met de burgerbevolking, hoe minder verliezen we zullen leiden.

Gaf u uw soldaten daarom ook de opdracht om burgerslachtoffers zoveel mogelijk te vermijden?

McChrystal: Ik wou daarmee duidelijk maken dat het doden van vijanden niet altijd het beste resultaat oplevert. Als we een privéwoning binnenvallen en daar twee talibanstrijders doden, zal de eigenaar van dat huis daar toch niet bijster gelukkig mee zijn. Als de kans bestaat dat burgers bij een operatie gevaar lopen, moet er vooraf goed worden nagedacht. Dode burgers blijven ons achtervolgen.

Vorig jaar kwamen in Afghanistan meer dan tweeduizend burgers om het leven. Een derde van hen in operaties van de coalitietroepen of van het Afghaanse leger. Waarom moeten er zoveel burgers sterven?

McChrystal: Bekijk het andersom: twee derde van de burgerslachtoffers wordt gedood door de taliban. Vooral zij brengen dus onschuldige mensen om. Dat wil niet zeggen dat wij geen fouten maken. Maar we doen er wel alles aan om ze te vermijden.

In Irak voerde u het bevel over een speciale commando-eenheid die de lokale chef van Al-Qaeda, Abu Mussab al-Zarkawi, uitschakelde en Saddam Hoessein op het spoor kwam. Droomt u er in Afghanistan van om Osama Bin Laden of Mullah Omar te pakken te krijgen?

McChrystal: Het zou goed zijn als ze voor een rechter zouden kunnen verschijnen. Maar ik zou het eerlijk gezegd ook niet echt erg vinden als ze bij een actie om het leven kwamen. Dat wil niet zeggen dat er daarom snel een einde komt aan de oorlog. Aan de ene kant moeten we echt proberen om de radicaalste talibanleiders uit te schakelen – dood of levend. Aan de andere kant moeten hun strijders tegelijk de kans krijgen om naar het land terug te keren.

Hoe helpt uw ervaring in Irak bij de jacht op Osama Bin Laden?

McChrystal: Er is voor zo’n operatie goed politiewerk nodig. Betrouwbare informanten, een goede kennis van het terrein. Belangrijk is dat niet alleen de vangst, maar ook de jacht zelf een positief gevolg heeft. Herinnert u zich hoe we Saddam uit een kuil in de grond haalden? Het was niet van op die plek dat hij het verzet in Irak nog kon organiseren.

Enige tijd geleden werd veel verwacht van onderhandelingen met de taliban. Hoe kan er in Afghanistan een verzoening tot stand komen?

McChrystal: Door gesprekken op hoog niveau tussen leiders van de opstand en de Afghaanse regering. Niet alle talibangroepen komen daarvoor in aanmerking. Ze zullen de Afghaanse grondwet moeten aanvaarden. De Afghaanse regering werkt aan een regeling, waarvan binnenkort meer nieuws wordt verwacht. Ze heeft in ieder geval onze steun.

Onder welke voorwaarden zullen die taliban van kamp wisselen?

McChrystal: Ze hebben om te beginnen bescherming nodig, ook voor hun familie. Ze moeten naar hun dorpen kunnen terugkeren, en daar weer aan de slag kunnen. Ze moeten zeker ook met respect worden behandeld. Het is belangrijk dat ze beseffen dat ze een eervolle uitweg hebben gevonden. Dat ze zich niet hoeven te schamen voor hun beslissing.

Afghanistan wordt soms een kerkhof van grootmachten genoemd. Eerst de Britten en daarna de Sovjets beten er zich de tanden stuk. Waarom zouden uitgerekend de Amerikanen slagen waar anderen zijn mislukt?

McChrystal: Het verschil is: wij zijn hier niet als grootmacht, maar als een coalitie van alles bij elkaar 44 landen. Die coalitie wil het land niet bezetten, en we worden dan ook niet als bezetters beschouwd. Het volk is ook niet tegen ons in opstand gekomen, zoals de moedjahedien in de jaren tachtig tegen de Sovjet-Unie.

Maar hoe groot is het risico dat het fout gaat?

McChrystal: Dat gevaar bestaat altijd. Dat zou dan betekenen dat we de problemen niet goed hebben begrepen of dat we niet de juiste oplossingen hebben aangeboden.

Hoeveel ontwikkelingshulp heeft Afghanistan nodig om uit het dal te klimmen?

McChrystal: Op het burgerlijke vlak? Wat het land vooral niet nodig heeft, is een stroom van allerhande hulpgroepen. Er is expertise en ervaring nodig, in de landbouw en de industrie. Het land heeft ingenieurs nodig, vooral op het vlak van de waterbouwkunde. Mensen met een klare blik voor de echte problemen en die met de Afghanen kunnen werken.

Terroristen en extremisten trekken zich niet meer alleen in Afghanistan en Pakistan terug, maar nu ook in Jemen en Somalië. Moeten westerse troepen overal oorlog voeren?

McChrystal: De mensen vragen om rechtszekerheid en om hoop op een beter leven. De inzet van militaire middelen helpt ons niet vooruit, als niet tegelijk de grondslag wordt gelegd voor de ontwikkeling van het land.

De steun voor de oorlog in Afghanistan neemt overal af. Wat verwacht u van de bondgenoten?

McChrystal: Het aantal soldaten dat ze sturen, zal het verschil niet maken. Belangrijk is de bereidheid om deel te zijn van een team. Een goed partnerschap is de sleutel.

Barack Obama liet al weten dat hij zijn troepen vanaf 2011 terug naar huis wil halen.

McChrystal: Hij heeft daarmee in ieder geval niet bedoeld dat we onze verplichtingen tegenover Afghanistan niet zouden nakomen. Hij is daarover zeer beslist. Hij heeft duidelijk gemaakt dat we het Afghaanse volk een strategisch bondgenootschap aanbieden. Het resultaat daarvan moet zijn dat er straks minder militaire aanwezigheid in Afghanistan nodig is en meer civiele steun voor de opbouw van het land.

© Der Spiegel

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content