‘Masterplan goed en wel, maar De Post moet beseffen dat hij praat over het inkomen en de bestaanszekerheid van veertigduizend gezinnen.’ Een gesprek met vakbondssecretarissen Theo Heremans (ACOD) en Eddy De Naeyer (CVCC).
Wanneer het studiebureau McKinsey begin februari zijn doorlichting van De Post en de daaraan gekoppelde voorstellen tot hervormingen bekendmaakt, beseffen de personeelsleden dat ze geen goednieuwsshow hoeven te verwachten. De Belgische posterijen moeten namelijk hun concurrentiepositie verbeteren tegen de Europese liberalisering van 2003. Dat heeft ook een sociale prijs. Iedereen verwacht een stevige personeelsinkrimping. Gedelegeerd bestuurder André Bastien sprak van 6000 afvloeiingen op goed 40.000 werknemers. Het gaat om extra afvloeiingen: in 1995 werkten er nog bijna 50.000 effectieve werknemers – ‘koppen’ bij De Post – in 1999 was dat teruggebracht tot goed 43.000 (zie tabel). Dat is onder meer het resultaat van het afstoten van taken die niet langer beschouwd werden als behorend tot de core-business van De Post en van een verdere automatisering (zeker in de grote sorteercentra). Massale sluiting van de kleinere kantoren zou niet op de agenda staan.
De vakbonden zijn niet a priori tegen hervormingen. Ze aanvaarden verdere automatisering – al heeft dat onprettige sociale gevolgen – omdat die noodzakelijk is wil men concurrerend blijven. Ze kanten zich niet tegen een evolutie naar Nederlands model: een omschakeling van ongezellige loketzalen naar modernere postwinkels. Ze zijn niet a priori tegen elke vorm van ‘filialisering’. Eddy De Naeyer van de christelijke CVCC: “We zullen voor een aantal taken partners nodig hebben. Als de pakketdienst – snelzendingen en pakjes – geen samenwerking vindt, bestaat die binnen vijf jaar niet meer. Wij hebben wel een netwerk, maar wij missen de logistiek. Dus moeten er partners bij die onze logistiek versterken.” Al is zo’n mogelijke samenwerking ook aanleiding tot bezorgdheid: het personeel van de pakketdient weet ook dat het sociaal statuut van die vermoedelijke partner – ABX voorop – een stuk slechter is dan dat van De Post. Inleveren dus.
Er is dan ook weinig optimisme. Zowel ACOD als CVCC vrezen dat De Post door een donkere tunnel moet. En de schuld daarvoor, zeggen ze in koor, ligt bij het ‘oude’ management van gedelegeerd bestuurder Bastien. Voorlopig geven ze de nieuwe top krediet, ook al omdat het volgens hen niet veel slechter kan dan onder Bastien. Zeker de laatste jaren was het directiecomité weinig daadkrachtig. Directeurs wisselden te vlug van positie, kenden daardoor het bedrijf niet goed. Het ontbrak De Post vooral ook aan een leiding die een duidelijke lijn uitzette voor bedrijf en personeel, “zoals John Goossens bij Belgacom doet”. Met alle gevolgen van dien. Theo Heremans van de socialistische ACOD: “De laatste twee jaar is er zo getalmd in De Post, dat dit bedrijf inderdaad moet beginnen vrezen voor de Europese liberalisering. De kans is groot dat het personeel de prijs moet betalen voor een falend beleid. Masterplan goed en wel, maar ze mogen toch beseffen dat ze praten over het inkomen en de bestaanszekerheid van veertigduizend gezinnen. Of de directie bereidt haar Masterplan dus goed voor, of we gaan naar een warm jaar.”
ZIEK SYSTEEM
Want woelig is het wel. Eind vorig jaar werd er her en der al gestaakt. Eddy De Naeyer: “Dat niemand zegt dat de vakbonden van De Post graag met de spierballen rollen. In de nieuwjaarsperiode hebben we iedereen kalm gehouden, de mensen uitgelegd dat het niet de tijd was voor een staking. Maar op sommige plaatsen liep de werkdruk zo de spuigaten uit dat het personeel zelf het werk neerlegde en wij die stakingen achteraf wel moesten erkennen.”
Oorzaak van die werkdruk, zeggen de vakbonden, is de abominabele werkorganisatie en met name de in het honderd gelopen invoering van zaterdagwerk. Bovendien swingde het ziekteverzuim sindsdien de pan uit. Theo Heremans: “Bij de invoering van dat systeem heb ik voorspeld dat het fout zou lopen. De Post voerde zaterdagwerk in, zegde toe die zaterdag te compenseren door een vrije dag tijdens de week, maar weigerde bijkomend personeel aan te nemen. Maar wie moet het werk dan doen op die vrije dag? Resultaat is dat die compensatiedag niet altijd opgenomen kan worden. Dat pikt zo’n postbode één keer, twee keer ook, en de derde keer meldt hij zich ziek. Dat is meteen de oorzaak van het absenteïsme.”
De Naeyer: “Het absenteïsme is geen uitdrukking van ziekte van het personeel, maar van een ziek systeem. Hetzelfde voor flexibiliteit. Er is goede en slechte flexibiliteit. De eerste vorm – en als vakbonden zijn we daar zeker niet tegen – vertrekt van een logische en goede arbeidsorganisatie. Nu al werkt dertig procent van het personeel zo flexibel dat ze vandaag niet weten welk werk ze morgen moeten doen. Maar dan is er nog de slechte flexibiliteit, als de werkgever flexibiliteit wil gebruiken als passe-partout om zijn bedrijf, ondanks een slechte arbeidsorganisatie, toch te laten draaien. Soms zijn er ‘dode momenten’ in de sorteercentra, en dan horen we kritiek dat het personeel daar maar rondhangt. Maar hoe los je dat op? Door het personeel midden in de nacht naar huis te sturen als er plotseling geen werk meer is? Of door het werk beter te organiseren?
Maar zijn die organisatie dan zo abominabel slecht en die werkdruk zo ondraaglijk hoog? De vakbonden brengen zelf een nuance aan die men uit die hoek niet meteen verwacht. Heremans, voorzichtig: “In Vlaanderen is de werkdruk zeer hoog.” De eerste twee woorden hebben hoe dan ook hun gewicht. Het is geen toeval dat alle recente spontane stakingen bij De Post in Vlaanderen plaatsvonden. Heremans: “Het verschil in werkdruk (en de bijbehorende sociale onrust) tussen Vlaanderen en Wallonië heeft twee redenen. Eén: post is conjunctuurgevoelig. Een opleving van de economie vertaalt zich snel in een stijging van de briefwisseling. Het volume briefwisseling stijgt vandaag dus vooral in Vlaanderen, met name in de driehoek Brussel-Gent-Antwerpen. En omdat de Waalse economie achterblijft, is er in Wallonië wat minder werk. Twee: het Franstalige personeel toont zich meer tevreden. De hoge Waalse werkloosheid maakt immers dat de postbeambten dikwijls blij zijn dat ze al een job hebben. Bovendien ligt de algemene koopkracht ginds lager, dus zijn die mensen tevredener met hun loon.”
BOM ONDER HET BEDRIJF
Eddy De Naeyer: “Die slechte verdeling van het personeel is een symptoom van de politisering van De Post. Die werd jarenlang door Waalse socialisten bestuurd. Maar Vlaanderen draagt er wel de gevolgen van. Tijdens die recente Vlaamse stakingen heb ik nooit de zwartepiet doorgespeeld naar de Waalse collega’s. Ik vraag niet dat er in Wallonië ontslagen vallen. Ik vraag alleen dat er overal voldoende postbeambten zijn om het werk te doen. Ook in Vlaanderen. Momenteel is de Waalse overbemanning een bom onder het bedrijf. De Post heeft voldoende personeel, maar het is slecht verdeeld.”
Ook Theo Heremans wijst op politieke bemoeienis als oorzaak van sommige scheefgroei: “Tot nu toe waren alle politici geïnteresseerd in De Post: meer dan 40.000 personeelsleden, dat betekende een massa potentiële kiezers. Vroeger werkte ik bij de dienst aanwervingen. Toen hadden we regeringen met zowel een minister als een staatssecretaris voor De Post, plus nog eens een controleur. Alledrie moesten ze natuurlijk hun deel van de aanwervingen hebben. Ik heb ze dus zien komen, de politieke aanwervingen van de liberale staatssecretaris Jos Daems, de vader van de huidige minister Rik Daems. Die trachtte zo de liberale vakbond te lanceren. Maar voor iedere aanstelling van Daems, stond er natuurlijk ook één voor de socialistische minister Anseele. En ten slotte kwamen de protégés van de christen-democratische controleur – ik geloof Jos Chabert. Ook later waren veel ministers niet beter. Onder zo’n stelsel komt er inderdaad meer volk bij dan strikt nodig. Bovendien was die slechte gewoonte ook niet bevorderlijk voor de kwaliteit van het personeel. Om het cru te stellen: die ministers gebruikten De Post soms als vuilbak. Wie niet goed was voor ander werk, werd wel bij De Post gedropt.”
Maar die tijd is voorbij. Meer nog, ook voor laaggeschoolden is De Post nu vaak onaantrekkelijk. Theo Heremans: “De lonen voor de gewone postbeambte liggen nu al ongeveer vierduizend frank te laag. Dat speelt De Post danig parten, want daardoor vinden we nauwelijks nog postbodes. Hun beginwedde bedraagt 36.937 frank. Dat is vierduizend frank meer dan de maximale werkloosheidsuitkering voor een gezinshoofd. Vind voor dat bedrag maar eens postbodes. Rond vier uur opstaan, dan pakweg 25 kilometer op eigen kracht naar het werk – openbaar vervoer is er dan niet – om vijf uur beginnen, dan werken in regen en wind, en dat voor vierduizend frank bovenop het stempelgeld?”
Maar dat zijn beschouwingen voor wie leeft in een model van volwaardige tewerkstelling. Maar ook daarvoor moet vandaag worden geknokt, zo beseffen de vakbonden maar al te goed. Heremans: “De Nederlandse Post heeft hier in België een dochterfirma, Belgian Distribution. Ik zie soms een autootje van dat bedrijf voor mijn deur stoppen. Vier kinderen springen daaruit en die dragen dan reclamewerk rond. En met die kinderarbeid moet De Post dan concurreren. Als dat de toekomst is, hebben we het einde van de sociale ellende nog niet gezien.”
Walter Pauli