‘De woonbonus maakt de rijken rijker en de armen armer’

© Lies Willaert

De woonbonus vervalst de vastgoedmarkt, stelt socioloog Pascal De Decker. Liever ziet hij een uitbreiding van de sociale woonmarkt en een betere aanpassing aan de vergrijzing. ‘Onze ruimtelijke ordening heeft er straks een probleem bij: dat van de zorg.’

Iedereen die een huis koopt, bouwt of renoveert kan een deel van de hypotheekkosten recupereren via de belastingaangifte. Die zogeheten woonbonus (zie kader) is een dure grap en kan beter worden afgeschaft, betoogt socioloog en ruimtelijk planner Pascal De Decker in zijn nieuwe boek Eigen woning: geldmachine of pensioensparen?. De woonbonus is niet efficiënt als sociale maatregel, vindt De Decker. Hij bevoordeelt mensen die al geld hebben voor een eigen woning. Bovendien vervalst hij ook de vastgoedmarkt. ‘Het ergste is dat we er de banken en verkopers mee financieren. Zonder die bonus zou de prijs van de huizen en appartementen simpelweg lager liggen.’

Cijfers die minister van Financiën Geens onlangs bekendmaakte, bevestigen de stelling van De Decker. Veertig procent van de toegekende woonbonussen, goed voor 340 miljoen euro, gaat naar de twintig procent rijkste gezinnen. En twintig procent van de woonbonussen, goed voor 170 miljoen euro, gaat zelfs naar de tien procent allerrijksten van dit land.

De Decker berust in het feit dat het huiseigenaarschap een hoeksteen van onze samenleving is. ‘Maar het is nog iets anders om het woningbezit financieel te promoten. Als je geld stopt in een inflexibele markt, zoals de woningmarkt, dan zullen de prijzen stijgen. Dat is inefficiënt gebruik van overheidsmiddelen. De staat speelt Sinterklaas. De mensen worden met hun verworven bonus op een markt zonder noemenswaardige prijsschommelingen minder kritisch en dus betalen ze meer. En daardoor stijgen de prijzen weer.’

Als de overheid de woonbonus zou stopzetten, dreigt de huidige generatie dan niet het slachtoffer te worden van die prijsdaling? De banken zouden buiten schot blijven. ‘Klopt niet’, zegt De Decker. ‘De Woonraad adviseert een onmiddellijke stopzetting voor nieuwe kopers en een vertraagde afbouw voor wie pas heeft geleend. Ook met een gefaseerde afbouw van de woonbonus komt er vrij snel al geld vrij dat anders naar de banken en verkopers gaat. In Nederland bijvoorbeeld is die hypotheekrenteaftrek nog nadrukkelijk aanwezig. Maar als ze niet opletten, ontploft de vastgoedbubbel daar zoals in de VS. Engeland, Zweden en Duitsland hebben het systeem allang afgeschaft.’

Drie miljard

Volgens de laatste staatshervorming zal de woonbonus worden overgeheveld naar het Vlaamse bevoegdheidsniveau. Dan zullen de kosten ervan voor Vlaanderen verdubbelen. ‘Van 1,5 miljard euro op het moment van overheveling naar welhaast drie miljard tegen 2025 bij ongewijzigd beleid’, zegt De Decker. ‘Maar de Vlaamse regering lijkt vooralsnog niet aan dat verworven recht te durven raken. Ook al maakt de bonus de rijken rijker en de armen armer.’

Er is in Vlaanderen niet echt een alternatief voor het aankopen van een eigen woning. De sociale huurmarkt is maar goed voor zes procent van de totale woonmarkt. De private huurmarkt werkt met wettelijke contracten die in de tijd beperkt zijn en dus een definitieve woonkeuze bemoeilijken. En de spanning tussen huurders en verhuurders is nog vaak te snijden. In Duitsland bijvoorbeeld ligt dat anders. Daar heeft de huurmarkt de bovenhand, met degelijke contractuele regelingen en kwalitatieve woningen. De Decker: ‘Uit de interviews die we voor ons onderzoek deden, blijkt dat mensen het nog altijd een blamage vinden dat ze moeten huren. Dat ze zich geen eigen woning kunnen veroorloven. Het wonen in een sociale woning of in een woonblok zien ze als een uitvergroting van hun marginaliteit. Waar dromen zij van? Van een klein eigen huis, met een kleine tuin en een kleine auto.’

Het huis staat symbool voor de Vlaamse voorzichtigheid. Wij zijn geen verhuizers. In Nederland en Engeland verhuizen gezinnen voortdurend. Het is ook een manier om een bescheiden winst op te strijken. Wij houden ons huis om in te wonen. Ook dat staat in het teken van stabiliteit.

Is de eigen woning een garantie voor een zorgeloos pensioen? ‘Dat geloven we graag, maar zo simpel is het niet’, zegt De Decker. ‘Je woning veroudert immers ook. Je hebt er voortdurend kosten aan. We moeten ons niet alleen financieel en qua zorg op de vergrijzing voorbereiden, ook onze woonsituatie vergt aandacht. Ik ben benieuwd wat er binnenkort gebeurt met de tienduizenden vergrijzende babyboomers die op een verkaveling wonen waar geen voorzieningen zijn. Je vindt er soms zelfs geen bakker meer. Onze ruimtelijke ordening heeft er straks een probleem bij: dat van de zorg. We zullen die massaal nodig hebben, maar we anticiperen er voorlopig niet op. Veel mensen zullen het fysiek niet aankunnen om in een huis te wonen dat niet aan hun leeftijd is aangepast. Die willen en zullen niet allemaal zomaar verhuizen naar de duurdere stad waar nu al geen plaats meer is. En thuiszorg lijkt een goed idee, maar kunnen we hen allemaal individueel gaan bedienen?’

Armoedegrens

Door de overheveling van middelen met de laatste staatshervorming komt er wel geld vrij voor de sociale woningenbouw. ‘Dat zullen we op een verstandige manier moeten gebruiken’, zegt De Decker. ‘Een deel kan naar de bouw van sociale woningen gaan en naar de renovatie van krotten, maar ook naar verstandige huursubsidies of de uitbouw van sociale verhuurkantoren. Daarmee kun je tegelijk op de vergrijzing anticiperen. En je kunt het niveau van de huurmarkt verbeteren, omdat ze groter en betaalbaarder wordt. Dat heeft ook voor de eigenaars van woningen voordelen. Nu is zowel het huren als het verwerven van een woning te duur.’

Uit een onderzoek van het Steunpunt Wonen blijkt dat voor ‘leefloners’ zelfs sociale woningen nog te duur zijn. ‘Als je van hun inkomen de woonkosten aftrekt, zie je velen onder de armoedegrens duiken. Sociale woningen zijn te duur voor hen. Je moet geen genie zijn om te beseffen dat je die groep naar de private huurmarkt duwt, waar ze alleen bij krot & company terechtkunnen.’ De Decker heeft niets tegen de eigendomsmarkt, zolang ze geflankeerd wordt door een gezonde huurmarkt. ‘Die is er in België niet.’

De onzekerheid laat zich vooral voelen bij mensen zonder geld. Een gezin met twee inkomens heeft geen probleem. Zieke, oude en alleenstaande mensen vaak wel, zeker als het om een combinatie van die drie gaat. Het zijn de tweeverdieners die de prijzen bepalen, simpelweg omdat we in een tweeverdienersmaatschappij leven. Als alleenstaande kun je zelden de meestbiedende zijn. Een jonge vrouw zegt in het onderzoek van De Decker dat eigendom niets voor arme mensen is omdat er niets mag tegenzitten. Een klein brandje, ziek worden of je job verliezen en je bent je huis kwijt. ‘We zouden eigenaar moeten kunnen worden uit vrije keuze. Nu kopen we uit sociale dwang, omdat er geen alternatief is.’

Pascal De Decker, Eigen woning: geldmachine of pensioensparen? Garant, 2013, 208 blz., 26,50 euro. ISBN 9789044130409

Door Nico Krols, Foto’s Lies Willaert

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content