Als iemand in België de kredietcrisis kan doorgronden, dan is het Peter Praet wel. Bij de Nationale Bank is hij verantwoordelijk voor de stabiliteit van het financiële systeem. Al meer dan een jaar vergadert hij dag en nacht met collega’s van over de hele wereld over manieren om de kredietcrisis te bedwingen. ‘Als het brandt, moet je blussen. En de financiële wereld staatin lichterlaaie.’

‘Is een meltdown mogelijk?’ PeterPraet proeft de woorden. ‘Kan het financiële systeem in elkaar storten?’ En dan zegt hij behoedzaam: ‘ Always think the unthinkable. Je moet zelfs het ondenkbare voor mogelijk houden. Je mag dus nooit zeggen dat iets onmogelijk is, want álles is mogelijk. En elk financieel systeem is zeer kwetsbaar. Eerlijk: we zijn de jongste weken een paar keer heel dicht bij een meltdown geweest. Maar het tweede deel van mijn antwoord is uiterst belangrijk: we hebben gezien dat de overheden en centrale banken alles doen om het systeem te redden. Zelfs als het onorthodox is. Niemand heeft ooit gedacht dat de Federal Reserve Board, de Amerikaanse Centrale Bank, de grootste aandeelhouder zou worden van de grootste verzekeringsmaatschappij ter wereld. Nooit, nooit, nooit. En toch is dat gebeurd toen de Fed vorige week AIG onder zijn hoede nam om een ineenstorting van het finan-ciële systeem te voorkomen.’

Dag in, nacht uit is Peter Praet bezig met ‘de grootste financieel-economische crisis van de laatste honderd jaar’, zoals Alan Greenspan, de vorige Fed-voorzitter, het noemt. En dat al sinds de zomer 2007, toen de crisis uitbrak. ‘Eerst dacht iedereen dat het oplossen van de kredietcrisis te vergelijken zou zijn met een 100 meterspurt, maar al snel werd duidelijk dat het veeleer een marathon zou worden. En de jongste weken werd het zelfs een marathon in het tempo van een 100 meterspurt.’ Hij vergadert veel in Basel met vertegenwoordigers van centrale banken van over de hele wereld, en als hij in Brussel is, heeft hij minstens twee conference calls per dag, één ’s morgens en één ’s avonds want de financiële markten draaien de klok rond. Uit het borstzakje van zijn hemd haalt hij een boekje met alle crisisnummers van de centrale banken. ‘Elk moment kan de crisis weer oplaaien.’

In zijn bureau lijkt het alsof orkaan Ike net gepasseerd is, maar het zijn de turbulenties in de financiële wereld die er huis hielden. ‘Maar mijn medewerkers hebben van alle dossiers netjes een geordende kopie’, zegt hij. Praet grist vlug nog een bundel van 250 bladzijden mee: ‘Dit is vannacht in mijn computer binnengelopen. Het is het grote reddingsplan dat president George W. Bush en zijn administratie hebben uitgewerkt om de kredietcrisis te bezweren.’ Dat meot 700 miljard dollar gaan kosten. Praet beseft beter dan wie ook: ‘Het is veel makkelijker gezegd dan gedaan.’

Meneer Praet, u zit sinds 2000 in allerlei internationale comités die moeten waken over de stabiliteit van het financiële systeem. Zagen jullie de kredietcrisis aankomen?

PETERPRAET: Wijsheid achteraf, zult u zeggen, maar de centrale banken hebben al in 2005 gemerkt dat het systeem kwetsbaar was en hebben sindsdien regelmatig gewaarschuwd voor liquiditeit als de achilleshiel van het globale financiële systeem. In 2006 waren er ook al een paar ongelukjes in de Verenigde Staten, maar de oplossing werd toen altijd binnen de privésector zelf gevonden. De centrale banken vermoedden dus al enige tijd dat er problemen dreigden.

Waarom hebben de centrale banken de kredietcrisis dan niet in de kiem gesmoord?

PRAET: Daarvoor moet je naar de context kijken. De kredietcrisis is in de VS ontstaan. De rente stond laag, er was veel immigratie, de vraag naar huizen was groot. Maar heel wat mensen konden geen lening krijgen, omdat ze bijvoorbeeld geen job hadden. Er waren dus ogenschijnlijk goede redenen voor de politici in de VS om de hypotheekmarkt te liberaliseren: mensen zonder inkomen konden zo makkelijker een hypotheeklening krijgen, de eerste twee jaar tegen een laag tarief, daarna tegen een hogere rente. Het idee was: dan hebben die mensen een huis, de immigranten kunnen zich zo beter integreren, ze vinden een job en kunnen die lening afbetalen. En als dat toch niet lukt, dan is het risico voor de kredietverstrekkers klein, want ze hebben nog altijd het huis als onderpand. Met als achterliggende veronderstelling dat de kans op een wijdverspreide en sterke daling van de huizenprijzen in de VS zo goed als onbestaande was.

De problemen zijn ontstaan toen de mensen niet konden terugbetalen, en heel veel huizen gedwongen verkocht moesten worden. Die huizen hebben natuurlijk een waarde, maar omdat er heel veel woningen op hetzelfde moment moesten worden verkocht, stortten de vastgoedprijzen in elkaar. Met de bekende gevolgen voor de Amerikaanse hypotheekmarkt en de banken.

Waarom werd er niet vlugger ingegrepen?

PRAET: Omdat men in de VS niets wou weten van regels en controle op een belangrijk deel van de financiële wereld. De overheden en de versnipperde toezichthouders in de VS zijn veel te lang passief gebleven. Het liberalisme in de VS en de plaatselijke autoriteiten hebben overduidelijk gefaald.

De kredietcrisis verspreidde zich vlug over de hele wereld, omdat die Amerikaanse hypotheekleningen verknipt en herverpakt werden in nieuwe financiële producten en doorverkocht werden. Waarom werd toen niet opgetreden?

PRAET: Dat is allemaal zo verduiveld vlug gegaan, en die financiële producten werden snel zeer complex. Er was soms ook sprake van regelrechte fraude, die pas nu boven water komt. Zo werden de prijzen van huizen waarvoor leningen verstrekt werden vaak grof overschat. Of werd beweerd dat het een lening voor de eerste woning betrof, terwijl de lener al een lening voor een ander huis had lopen, wat natuurlijk het risico voor de terugbetaling verhoogt. Dat alles maakte het er niet makkelijker op om vlug in te grijpen.

Door alle betrokken spelers in de finan-ciële wereld werden duidelijk fouten gemaakt?

PRAET: Ja, in elke schakel van de ketting zijn er fouten gemaakt. Het begint natuurlijk bij het verstrekken van de lening, waarbij een veel te groot risico werd gelopen en dat risico werd al dan niet bewust fout ingeschat. Dan heb je de ratingbureaus, die de herverpakte leningen bekeken, ze als veilig bestempelden en er een hoge rating op kleefden. Maar ze deden dat vaak op basis van foute cijfers die ze kregen van Amerikaanse hypotheekverstrekkers, en die ze voor waar aannamen. En de buitenlandse banken kochten die herverpakte leningen, maar ze deden dat op basis van die goede ratings, die dus gebaseerd waren op foute cijfers.

En zo kochten banken overal ter wereld rommel.

PRAET: Vandaag is dat duidelijk, maar de banken dachten echt dat ze als een goede huisvader handelden, want ze kochten financiële producten met een hoge rating. De banken waren er bovendien van overtuigd dat ze een zeer gediversifieerde portefeuille hadden en dat het risico dus niet zo groot was, want in zo’n financieel product zaten toch heel veel leningen van heel verschillende mensen uit vele staten van de VS. Wat men toen niet voldoende begreep of onderkende: als de woningprijzen overál zakken, zit iedereen in hetzelfde schuitje, dan is je portefeuille niet meer gediversifieerd. Dan lijdt iedereen grote verliezen, ook degenen die investeerden in de herverpakte leningen met hoge ratings.

Ook in België lijden banken verliezen als gevolg van de kredietcrisis. Behoort een faillissement van een Belgische bank tot de mogelijkheden?

PRAET: Lang voor de kredietcrisis in de zomer van 2007 uitbrak, hebben we de Belgische banken aan stresstests onderworpen om te zien of ze voldoende bestand zouden zijn tegen een liquiditeitsschok. En ik kan u verzekeren: de Belgische banken zijn robuust, ze kunnen tegen veel. Maar in wezen is dé vraag: wat gebeurt er met het geld van de spaarders? En we hebben gezien, vandaag en in het verleden, dat de overheden een fundamenteel onderscheid maken tussen de aandeelhouders van een bank en de klanten. In het slechtste geval, en dat is zeker niet aan de orde bij ons, kunnen de aandeelhouders en beleggers in een bankaandeel hun geld verliezen. Dat is niet aangenaam, maar het hoort erbij als je geld belegt op de beurs. Maar je ziet dat de overheid steeds een oplossing zoekt en vindt om het geld van de bankklanten, de spaarders, te vrijwaren. De aandeelhouders moeten zich dus soms ongerust maken, spaarders niet.

De overheden en centrale banken snellen nu met grote middelen de financiële instellingen in moeilijkheden te hulp. Is het verdedigbaar dat de overheid opdraait voor de al te grote risico’s die de finan-ciële wereld nam?

PRAET: Voor mij is het eenvoudig: als het brandt, moet de brandweer blussen. De brandweer moet dan niet onderzoeken of die brand bijvoorbeeld het gevolg is van roekeloos gedrag of zelfs werd aangestoken. Nee, de brandweer moet grotere schade voorkomen en mensenlevens redden. En de financiële wereld staat nu in lichterlaaie, dus moeten de overheden er alles aan doen om zoveel mogelijk schade te voorkomen. Maar ik zeg erbij: als het niet brandt, moet de brandweer de huizen controleren op brandveiligheid, kijken of er brandblussers aanwezig zijn, of de nooduitgang bereikbaar is enzovoort. Ze moet strenge regels opstellen en controleren of er niet gerookt wordt op plaatsen waar er producten staan die makkelijk vuur kunnen vatten. Dus als het goed gaat in de financiële wereld moeten de overheden en centrale banken zorgen voor strenge regels en controleren of ze gerespecteerd worden, om zo een nieuwe financiële crisis maximaal uit te sluiten. Economische cycli zullen altijd bestaan, maar we moeten de excessen proberen te vermijden met strenge regels en toezicht.

De financiële sector zwoer bij zelfregulering.

PRAET: Ja, regels en controle werden in de financiële wereld altijd als iets negatiefs bekeken, maar nu klinkt de roep om meer en strengere regels en toezicht toch luider. En ze moeten er ook komen. Maar de uitdagingen voor de toekomst zijn nog groter. Op het niveau van een directiecomité moeten we ervoor zorgen dat het risicobeheer van een bank losser komt te staan van de commerciële activiteiten, zodat het berekenen van een risico onafhankelijker en dus beter kan gebeuren. En in de raad van bestuur moeten mensen zitten die fina-ciële risico’s goed kunnen inschatten. Nu is gebleken dat dit niet altijd het geval is.

Wilt u in de toekomst een soort examen afnemen van de bestuurders van een bank?

PRAET: Nee, maar ik zal uw suggestie noteren, want er bestaat tegenwoordig toch al zoiets: een bestuurder van een bank moet fit and proper zijn, hij of zij moet juridisch onbesproken zijn. Dus helemaal machteloos staan we toch ook niet. Het is voor mij echt een van de grootste uitdagingen: hoe krijg je een goede raad van bestuur? Er ligt nu een ontwerp van wet op de tafel van de regering om in de financiële sector in België verplicht auditcomités op te richten, met bijzondere vereisten op het vlak van onafhankelijkheid en kennis. Dat moet alvast een aansporing betekenen om hiervan ernstig werk te maken. De verantwoordelijkheid daarvoor ligt wel in de eerste plaats bij de bank zelf, en niet bij een overheid.

Worden toplui bij banken door de torenhoge bonussen bij mooie winsten niet verleid om hoge, soms zelfs onverantwoorde risico’s te nemen?

PRAET: Het is frappant dat juist de activiteiten waar banken hoge salarissen en bonussen uitbetaalden grote verliezen maken. In de mate dat de bezoldigingsstructuren in veel financiële instellingen waren gebaseerd op de uitbetaling van verwachte maar nog niet gerealiseerde, toekomstige winsten, werden prikkels gegeven die de risicoappetijt op de korte termijn verhoogden. Het Financial Stability Forum heeft gekeken naar de onvolkomenheden die aanleiding hebben gegeven tot de kredietcrisis, en beveelt aan dat de loon- en bonusstructuren worden aangepast, zodat ze in overeenstemming zijn met de prestaties van het bedrijf in het algemeen en op de middellange termijn.

Hoelang zal de kredietcrisis nog duren?

PRAET: Het kan echt nog alle kanten uit. Het kan dus vlug beter worden, maar mogelijk wordt het nog slechter. Op dit ogenblik is onzekerheid troef, en onzekerheid is zowat het slechtste wat er bestaat voor de economie. Want als er onzekerheid heerst, wordt er minder geconsumeerd, de bedrijven krijgen het moeilijk, de werkloosheid begint te stijgen en de onzekerheid neemt nog toe. Dan zit je in een vicieuze cirkel.

Hoe kunnen we uit die vicieuze cirkel raken?

PRAET: Tot nu is de Amerikaanse overheid altijd achteraf tussenbeide gekomen. Als er problemen waren bij een bank kwam ze te hulp. Er werd nog niet fundamenteel en radicaal ingegrepen. Het probleem is nog altijd dat de huizenprijzen in de VS dalen. In één jaar tijd zijn ze met meer dan 15 procent gezakt, en niemand weet of de bodem al bereikt is. Dat is een fundamenteel probleem. De financiële instellingen reactief steunen is dus zeker niet voldoende. De vastgoedmarkt in de VS moet ondersteund worden, zodat duidelijk is waar de bodem in de vastgoedmarkt ligt. Dat plan bestaat sinds dit weekend.

Maar het is duur.

PRAET: Enorm duur, het kost maximaal 700 miljard dollar. Het moet nog door het Congres goedgekeurd worden, waarbij de belangen van de belastingbetaler en de noodzaak om het financiële systeem te vrijwaren tegen elkaar zullen worden afgewogen. De technische uitvoering is trouwens ook niet makkelijk. De vraag is dus: hebben de Amerikaanse politici genoeg kracht en vinden ze een consensus om die radicale en zeer dure maatregelen ook echt uit te voeren. En het is dringend, want tot nu toe doet de economie het nog redelijk goed, maar dat kan veranderen.

En de VS kampen al met een groot overheidstekort. Wat zullen de economische gevolgen zijn van die dure ingreep?

PRAET: Wetend dat Amerika in het recente verleden, dankzij goedkoop krediet, boven zijn stand heeft geleefd, was een of andere dure economische aanpassing wellicht onontkoombaar. Veel zal afhangen van de veerkracht van de Amerikaanse reële economie, die wel nog altijd kan bogen op een sterke stijging van de arbeidsproductiviteit, maar te kampen heeft met een slappe gezinsconsumptie en hogere risicopremies.

En als de Amerikaanse regering niet snel radicaal ingrijpt en er niet in slaagt de vicieuze cirkel te doorbreken, welke prijs betalen we dan?

PRAET: Dat lijkt me een zeer onwaarschijnlijk scenario. Er zijn lessen getrokken uit de depressie van de jaren dertig en de stagnatie van de Japanse economie in de jaren negentig.

Europa deelt zeker in de klappen?

PRAET: We leven in een geglobaliseerde economie, en de VS waren lange tijd de motor van de groei in de wereld. De gevolgen van de kredietcrisis zullen overal voelbaar zijn. In de nabije toekomst zullen de prestaties van de Europese economie hoofdzakelijk bepaald worden door de kracht van de interne dynamiek en de ontluikende economieën. Toch denk ik dat de kredietcrisis niet het allerbelangrijkste is. De hoge prijzen van de grondstoffen en olie en dus de oplopende inflatie zijn veel belangrijker oorzaken in de ontegensprekelijke vertraging van de Europese economie.

DOOR EWALD PIRONET

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content