Urbain Vandormael
Urbain Vandormael Expert autosector. Schrijft op Knack.be wekelijks over nieuwigheden in autoland.

Omdat de investering onvoldoende opbrengt, blijven de constructeurs van zware vrachtwagens weg van het komende bedrijfsvoertuigensalon van Brussel. De leemte wordt opgevuld met een verruimd aanbod aan lichte bedrijfswagens tot 7,5 ton én vrijetijdsvoertuigen in diverse formaten en uitvoeringen.

81e Internationaal automobielsalon van Brussel, 18 tot 26 januari (10 – 18.30 uur), Tentoonstellingspark Heizel. Toegangsprijs volwassenen euro 9,50, kinderen (6 – 12 jaar) euro 4,75.

De zware investering loont niet meer, aldus de vrachtwagenconstructeurs. Zij stellen hun nieuwste modellen voort-aan nog maar één keer per jaar tentoon, op de Rai in Amsterdam of in het Duitse Hannover. Of daarmee de toekomst van het internationaal bedrijfsvoertuigensalon van Brussel in het gedrang komt, blijft een vraag. In de jaren zeventig werd het Autosalon van Brussel opgesplitst in twee afzonderlijke exposities: in de pare jaren komen de personenwagens aan bod, in de onpare staan bedrijfsvoertuigen te kijk.

De beslissing toen had alles te maken met kostenbesparingen én plaatsgebrek. Ook nu liggen budgetbeperkingen op het vlak van de productmarketing aan de basis van de beslissing van de constructeurs van zware vrachtwagens. De organisatoren van de Brussels International Motor Shows tonen zich begripvol en geven een nieuwe richting aan hun evenement.

Luc Bontemps (directeur-generaal Febiac, de federatie van de autonijverheid): ‘De economische crisis dwingt de vrachtwagenconstructeurs tot rigoureuze kostenbesparingen. Alle uitgavenposten worden op de weegschaal gelegd en zeer minutieus afgewogen; valt de kosten-batenanalyse negatief uit, dan wordt de rode stift bovengehaald, want elke euro telt. Vanuit bedrijfseconomisch standpunt begrijp ik de beslissing, al heeft zij ons ertoe verplicht om op korte termijn een nieuwe invalshoek te vinden. Het nieuwe concept weerspiegelt de actuele markttendensen en trends, de lichte bedrijfswagens tot 7,5 ton én de zogenaamde vrijetijdsvoertuigen krijgen meer tentoonstellingsoppervlakte toebedeeld. Vooral die laatste komen almaar meer aan bod in de media en liggen opvallend goed in de markt.’

Bontemps verwacht dat de nieuwe formule en het vooruitzicht van gunstige salonvoorwaarden mobiliserend zullen werken en dat het bezoekersaantal gevoelig zal stijgen, ondanks de crisis. Want trekt een gewone editie van het autosalon minstens 750.000 kijk- en kooplustigen, het bedrijfsvoertuigensalon krijgt normaal nooit meer dan 250.000 belangstellenden over de vloer.

Aan exposanten is ook dit jaar geen gebrek: in totaal stellen 300 constructeurs en bedrijven tentoon, verspreid over 83.000 m2 en 9 ‘paleizen’. Hoeveel moet een exposant betalen voor een stand op het Autosalon van Brussel en hoe groot is de return on investment? Freddy De Mulder, managing director bij Opel Benelux: ‘Het Autosalon van Brussel, groot of klein, betekent voor elke autoconstructeur of verdeler elk jaar opnieuw hét moment van de waarheid. De klant krijgt het hele gamma van alle merken te zien en hij kan ter plaatse vergelijken én kopen. Tijdens het salon en in de daaropvolgende weken wordt 40 procent van de jaaromzet gerealiseerd, in januari wordt de trend voor het hele jaar gezet. Iedereen probeert daarom een zo groot mogelijk budget te reserveren, in verhouding tot zijn mogelijkheden, afhankelijk van omzet en marktaandeel.’

Wie veel heeft, kan dus veel uitgeven. De huurprijs van de tentoonstellingsoppervlakte en de bouw van de stand vormen slechts een onderdeel van de globale kostprijs. Voor die laatste karwei doen de meeste importeurs inmiddels een beroep op de logistieke steun van hun Europese hoofdkwartieren die, kostendelend, een (rondreizende) stand ter beschikking stellen voor de autoshows in de verschillende Europese landen. ‘Het meeste geld gaat naar advertenties in de media en naar reclame op straat in de dagen voor en tijdens het autosalon’, zegt De Mulder. ‘In normale omstandigheden besteed ik tot 50 procent van het totale reclamebudget tijdens het eerste kwartaal. Voor een keer maak ik nu op die regel een uitzondering en reserveer ik een groter deel van het mediabudget voor de lancering van drie nieuwe modellen in de loop van het jaar.’

Opel investeert naar aanleiding van het autosalon ook veel tijd en energie in de rekrutering en opleiding van zogenaamde consulenten, jonge mensen die de standbezoekers verwelkomen en wegwijs maken in het gamma. Geen gehaaide gelegenheidsverkopers die aan hard selling doen.

De Mulder: ‘Het Autosalon van Brussel is weliswaar een typisch verkoopsalon, maar toch worden op onze stand geen auto’s verkocht. Bezoekers aan onze stand worden in eerste instantie professioneel verwelkomd. Blijkt uit het gesprek dat zij naar Brussel zijn gekomen om een nieuwe wagen te kopen, dan zullen onze consulenten hen zo goed mogelijk informeren over de mogelijkheden die ons gamma biedt. Ook de speciale salonvoorwaarden komen tijdens zo’n gesprek vanzelfsprekend aan bod, evenals het aspect financiering. Maar daadwerkelijk een koop afsluiten, valt buiten de opdracht van de consulenten. Zij informeren en adviseren, meer niet.’

Voor de handtekening onder het contract verwijzen zij kandidaat-kopers naar een Opel-dealer naar keuze. Maar hoe groot is de kans dat zij onderweg van gedacht veranderen en bij de concurrentie binnenstappen?

De Mulder: ‘De ervaring leert én de cijfers bewijzen dat de klant onze zachte aanpak waardeert. Hij voelt zich op geen enkel moment onder druk gezet en heeft in alle gemoedsrust de beste keuze kunnen maken. Vanaf het eerste contact heerst een sfeer van vertrouwen, wat zich positief vertaalt in trouw aan het gegeven woord en het merk.’

Opel stelt tijdens het autosalon 42 consulenten te werk, universiteits- of hogeschoolstudenten die een intensieve opleiding van veertien dagen krijgen. Vorig jaar werkten ook enkele ex-werknemers van Sabena op de Opel-stand, twee van hen kregen na afloop een vaste job aangeboden op het departement marketing.

NIEUWE NICHE

Door de afwezigheid van imposante trucks wordt de nieuwe generatie vrijetijdsauto’s de blikvanger van het 81e bedrijfsvoertuigensalon van Brussel. Onder de noemer vrijetijdsauto gaat een allegaartje schuil dat enige toelichting verdient. Beginnen we bij de Citroën Berlingo, Peugeot Partner en Renault Kangoo. Deze compacte gezinswagens komen niet toevallig uit Frankrijk en het is evenmin toeval dat de Franse constructeurs vooruitgaan terwijl de concurrentie achteruitgaat. Het Franse trio komt als geen ander tegemoet aan de sterk toegenomen vraag naar een betaalbare en gebruiksvriendelijke gezinsauto die over een ruim bemeten, makkelijk laadbare en flexibele kofferruimte beschikt en die er nog leuk en sportief uitziet bovendien. Onder de motorkap zit een pittige, zuinige dieselmotor en op het comfort, de duurzaamheid en veiligheidsuitrusting van de Franse wagens valt niks (meer) aan te merken. De Franse constructeurs komen van ver. En ze hebben hun achterstand omgebogen in een voorsprong.

Ook de 4×4-voertuigen vallen onder de noemer vrijetijdsauto. De markt van de ‘goedkope’ 4×4’s is vooralsnog stevig in handen van de Japanse merken. Op korte termijn bedreigt alleen de Zuid-Koreaanse autobouwer Hyundai de positie van Toyota & Co, want zowel de Hyundai Santa Fe als de Terrecan kunnen overal met de besten mee. Rekening houdend met hun gunstige prijs, verdienen beide modellen de vermelding ‘beste koop’.

Maar wie koopt zo’n vierwielaangedreven vrijetijdsauto en waarom? Op de weg zijn zij op alle gebied de mindere van een gewone auto: zij bieden minder plaats en minder comfort, zij rijden minder vlot én verbruiken meer. Zij geven bovendien een onterecht gevoel van veiligheid. Bij een noodstop blijkt dat de remafstand enkele meter langer is, in vergelijking met een gewone auto en bij een plotse richtingsverandering reageren 4×4’s vaak onvoorspelbaar. Bij een botsing tegen een vast obstakel bieden zij, wegens het ontbreken van kreukelzones, minder bescherming aan de inzittenden en wee de voetganger of fietser die onzacht in aanraking komt met het harde voorfront van zo’n 4×4.

Zo’n stoere vrijetijdsauto is misschien wel interessant voor iemand die vaak op onverharde weg moet of wil rijden. Maar wie woont nu nog midden in een bos of een uiterwaard? En wie niet over een eigen landgoed beschikt, kan in ons land nergens terecht voor een wilde rit. Dat blijkt ook uit de statistieken. Minder dan vijf procent van alle 4×4’s rijdt off road. Toch boomt de verkoop van 4×4’s als nooit tevoren. Omdat zo’n 4×4 een gevoel van vrijheid en veiligheid opwekt én respect afdwingt bij andere weggebruikers. Daarmee is alles gezegd. De marketing heeft het gedaan.

Ook de zogenaamde Sports Utility Vehicles (SUV) danken hun opmerkelijk succes aan een combinatie van emotie en imago, al moeten hun bezitters geen toegevingen doen op het vlak van veiligheid en comfort. Een kwarteeuw lang is het segment van de luxeterreinwagens gedomineerd geweest door één model, de Range Rover, die inmiddels de status van klassieker heeft verworven. Dat hij sinds kort een tweede jeugd beleeft, dankt de New Range Rover – nu eigendom van Ford – aan de ingenieurs van BMW. Zij hebben de wagen vanuit een totaal nieuw technisch concept opgebouwd mét een zelfdragend koetswerk, met onafhankelijke wielophanging, met luchtvering en met de meest moderne technische snufjes aan boord. Hij combineert het beste van twee werelden, Engelse flair en Duitse Gründlichkeit. Voor de New Range Rover is geen beek te diep, geen duin te steil en op de autoweg troon je vorstelijk boven alles en iedereen uit. Het prijskaartje is al even vorstelijk: 62.200 euro voor de goedkoopste dieselversie en 89.900 euro voor de duurste benzineversie. In dit laatste geval moet je ook nog rekening houden met een verbruik van om en bij de 20 l/100 km.

De designers en ingenieurs van BMW hebben in hetzelfde marktsegment nog een tweede krachttoer volbracht. Swantje Rössner (designer): ‘In 1996 kregen wij de opdracht een eigentijdse invulling te bedenken voor het fenomeen Sports Utility Vehicle. Het nieuwe concept moest consequent rekening houden met de reële behoeften en verwachtingen van een klantenpotentieel in Europa én in de States. De X5 moet vooral daar bijdragen aan het imago van BMW. De X5 moest dus ook een herkenbaar BMW-product zijn, gebalde kracht uitstralen met andere woorden. Alles kon, niets moest.’

‘In het gezelschap van een tiental collega’s ben ik naar de VS vertrokken, we hebben gedurende enkele weken kriskras door het land gereisd en hebben vooral veel geluisterd… Trends worden in de States geboren! In München hebben we achteraf alle impressies en ideeën zoveel mogelijk in concrete voorstellen samengevat. De onderdelen van de puzzel lagen uitgespreid op tafel, alleen wist niemand hoe de X5 er uiteindelijk moest uitzien. Inmiddels zaten ook de ingenieurs aan tafel en tot ieders verrassing raakten we snel akkoord over de buitenafmetingen en over de noodzaak een groot ruimtegevoel te creëren binnenin de wagen. Daarom zit het dashboard zo laag bijvoorbeeld. We vergaderden van ’s morgens vroeg tot ’s avonds laat, maar nog schoten we niet snel genoeg op. De hele groep – bestaande uit designers, ingenieurs, productmanagers, marketeers en noem maar op – is daarop naar Californië afgereisd. We hebben er een groot strandhuis gehuurd en zijn opnieuw aan de slag gegaan. Achttien uur per dag, zeven dagen op zeven. Zes maanden later was het ontwerp tot in het kleinste detail uitgetekend en berekend en kon worden begonnen met de productieplanning.’

NIEUWE CONCURRENTEN

De X5 is ondertussen een vertrouwd beeld in het verkeer, hij straalt gebalde kracht uit en is een herkenbaar BMW-product. Sterker nog: de X5 geldt vandaag als de maatstaf in het SUV-segment… best class on road, basic off road. BMW maakt van dit laatste geen geheim. De X5 beantwoordt aan de reële behoeften en verwachtingen van de klant en heeft in no time de Mercedes ML verdrongen als marktleider. Van de Grand Cherokee of Range Rover gaat geen bedreiging uit. Daarentegen eisen nieuwe concurrenten een plaats op: de Volvo XC90 bijvoorbeeld is nu al uitgeroepen tot de ‘beste SUV van het jaar’. Volgens de jurybeoordeling introduceert hij nieuwe normen op het vlak van innovatieve veiligheidsvoorzieningen en flexibiliteit van het interieur in dit segment.

Tania Cerceni (Volvo) is blij met de nominatie: ‘Zij beloont de specifieke aanpak van Volvo, die vertrekt van een geïntegreerde benadering van het aspect veiligheid. Zoals de jury terecht opmerkt, biedt de XC90 daarnaast een zee van ruimte aan zeven inzittenden mét hun bagage. Niemand doet beter. En geef toe, de XC90 is ook de mooiste.’

Hij maakt inderdaad een overtuigende indruk, in die mate dat de volledige jaarproductie al verkocht is. Cerceni: ‘De klanten beschouwen de XC90 als een normale evolutie van ons modellengamma. Bovendien kiezen veel vrouwen voor de XC90 wegens de vele innoverende veiligheidsvoorzieningen, het flexibele ruimteaanbod en de sierlijke vormgeving. Zij laten zowel hun verstand als hun hart spreken.’

Een volgende concurrent komt uit een onverwachte hoek. Met de Touareg beoogt VW een prominente aanwezigheid in het segment van de luxeterreinwagens. Op basis van de resultaten van vergelijkende tests in gespecialiseerde magazines lijkt het realiseren van die ambitie nog maar een kwestie van tijd. Zowel on road als off road is de Touareg de concurrentie te snel af. De jacht op de ondernemende vrijetijdsmens is geopend. Want om tot de doelgroep te behoren, moet u ofwel een eigen bedrijf bezitten ofwel tot het hoger kaderpersoneel behoren. Sports Utility Vehicles worden namelijk in 99 procent van de gevallen als bedrijfswagen gebruikt. Op kosten van het bedrijf dus. Als compensatie voor het vele en voor de familie vervelende weekendwerk.

Urbain Vandormael

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content