INFO : De auteur is politiek commentator van Newsweek.

Met de bloedige aanslagen in Londen wilden de terroristen bewijzen dat zij sterk waren en wij zwak. Dat is mislukt. Maar voor we van een overwinning spreken, moeten we weten wat winnen betekent.

Al jaren verkondigt Al-Qaeda dat het de westerse financiële centra wil raken en de economie verstoren. Dat is niet gelukt. Het is maar een van de verschillen tussen de eerste aanslag – september 2001 in New York – en de bommen in Londen.

De aanslag in New York bracht de Verenigde Staten miljarden dollars schade toe. Het duurde twee maanden voor de wereldmarkten zich van de klap herstelden. Indonesië maakte hetzelfde mee na de aanslag in Bali in 2002. Toen in 2004 de bommen afgingen in Madrid, herstelde de economie zich na een maand. Londen had daar maar één dag voor nodig. Gewenning? Misschien. Maar er is meer. Ondanks de doden, de gewonden, ondanks de schok gingen Londen en het Verenigd Koninkrijk niet onderuit. De mensen werden niet bang, bleven niet thuis, maar gingen wel met het openbaar vervoer en stapten wel winkels en warenhuizen binnen. Op die manier beroofden ze de terroristen van hun belangrijkste wapen: angst verspreiden.

Er is nog een verschil tussen New York en Londen. Een belangrijk verschil. Na New York ging de moslimwereld door de klassieke evolutie: schok, ontkenning, woede. Herinnert u zich nog dat verteld werd dat Israël de WTC-torens had vernield om de moslims zwart te maken? Maar een eensluidende veroordeling kwam er niet.

Dit keer wel. De Britse moslimorganisaties, van gematigd tot radicaal, veroordeelden klaar en duidelijk de aanslagen. Ook fundamentalisten vroegen hun geloofsbroeders de politie te helpen zodat ‘ons land’ niet verslagen wordt.

Ook van buiten Engeland kwam een harde en unanieme veroordeling. Imams, maar ook radicale groepen als Hamas, Hezbollah en de Egyptische Moslim Broederschap spraken hun afschuw uit. Dat wijst erop dat moslimorganisaties zich niet meer kunnen permitteren barbaarse aanslagen goed te keuren.

Dat is nieuw, maar onderdeel van een trend. De dag voor de aanslag waren 180 hoge geestelijke leiders, onder wie veel ultraconservatieven, bijeen in Jordanië. Ze verboden daar uitdrukkelijk een moslim tot ‘afvallige’ te verklaren, anders gezegd: een doodvonnis uit te spreken. Tegelijk stelden ze dat het enkel opgeleide islamgeleerden toekomt wetten uit te vaardigen.

Dat is niet alleen een frontale aanval op de invloed en de theologie van Osama Bin Laden die graag afvalligen aanwijst, het is vooral een zeldzaam voorbeeld van eendracht tegenover terreur. (Dat wil niet zeggen dat de aanslagen voortaan ophouden. Zelfs als 99,9 procent van de moslims tegen terrorisme is, dan zijn er nog een miljoen gevaarlijke radicalen over.)

We moeten eindelijk beseffen dat de oorlog tegen terreur veel complexer is dan we tot nu toe dachten en niet gewonnen wordt door hem te exporteren naar andere landen. Terroristen kunnen op twee plaatsen tegelijk vechten en doen dat ook. We moeten ook weten dat terreur niet overwonnen wordt door gesofisticeerde spionagetechnologie, ingewikkelde visa, arrestatie van mensen of door paniek te zaaien, zoals de Verenigde Staten telkens weer doen.

Winnen betekent niet eens dat er geen aanslagen meer gebeuren. Winnen betekent dat we allemaal correct reageren. En dat kan alleen als we zorgen voor goed onderwijs en een goede gezondheidszorg voor iedereen en voor een goede communicatie van de regeringen met hun bevolking. En dus horen die regeringen de mensen eerlijk te vertellen hoe de wereld in elkaar zit in plaats van ze slogans te verkopen.

Fareed Zakaria

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content