In februari is het precies 50 jaar geleden dat België akkoorden sloot met Marokko en Turkije om gastarbeiders naar ons land te halen. Ondertussen is in België superdiversiteit de norm. Knack vroeg een panel van academici en andere experts om na te gaan welke mensen van allochtone origine in ons land de meeste macht en invloed hebben.

Het begon allemaal, zoals zoveel in dit leven, met een uitspraak van Bart De Wever. In september 2012, na relletjes met allochtone jongeren in Borgerhout, liet hij als kandidaat-burgemeester van Antwerpen weten dat de slogan van Patrick Janssens niet langer van toepasssing was: ’t stad is niet van iedereen.

Geschokt door zoveel wij-zij-denken besliste de krant De Morgen om de term ‘allochtoon’ ineens maar te schrappen uit haar kolommen. Een nobel initiatief, vonden velen, dat wat later het Gentse stadsbestuur tot voorbeeld strekte.

Knack blijft Het Woord gebruiken, weliswaar op een neutrale manier, om een werkelijkheid te beschrijven die nog altijd bestaat: die van de uitsluiting, de discriminatie, het racisme. Tegelijk maken we er een punt van om voortdurend interessante nieuwe stemmen in het debat over diversiteit aan het woord te laten.

Dit jaar is het 50 jaar geleden dat ons land samenwerkingsakkoorden sloot met Marokko en Turkije, om de arbeidsmigratie aan te zwengelen. Dat leek ons een geschikt moment om een balans op te maken. Welke stemmen in de allochtone gemeenschap hebben de afgelopen jaren een stempel gedrukt op onze superdiverse samenleving?

Om zo’n zogenaamde powerlist te kunnen maken, stelden we een panel samen van Vlamingen uit de academische wereld, het middenveld, de politiek en de kunst. We vroegen ieder van hen om ons hun top drie te bezorgen.

We gaven geen definitie van het begrip ‘allochtoon’, we stelden de vraag simpel, open en vrij: wie in de allochtone gemeenschap heeft macht, impact of invloed? De panelleden mochten zelf bepalen wie zij als ‘allochtoon’ kwalificeren. De winnaar zal voor velen een verrassing zijn. Of net niet.

25 Fauzaya Talhaoui, politica

Fauzaya Talhaoui (44) studeerde rechten en begon haar politieke carrière in 1999 als Kamerlid voor Agalev. Via een tussenstap bij Spirit stapte ze later over naar de SP.A. In 2006 behaalde ze bij de gemeenteraadsverkiezingen in Antwerpen meer dan 6000 voorkeurstemmen. Toch gunde toenmalig SP.A-boegbeeld Patrick Janssens haar niet de eer om daarmee de eerste allochtone schepen van Antwerpen te worden. Talhaoui zit vandaag zowel in de Senaat als in de Antwerpse gemeenteraad. Ze is ook onderzoekster bij het Instituut voor Marokkaanse en Mediterrane Studies (ImaMS).

24 Fikry El Azzouzi, schrijver

Fikry El Azzouzi (35) debuteerde in 2010 met de roman Het schapenfeest en schreef verscheidene toneelstukken, waaronder Troost waarvoor hij in 2012 de auteursprijs voor podiumkunsten kreeg. Zijn column in De Morgen, waar hij vorig jaar mee stopte, zette Twitter soms in rep en roer. Zoals die keer dat hij Etienne Vermeersch een ‘fundamentalistische verlichtingspastoor’ noemde en schreef: ‘Wat is dat toch met oude blanke mannen die zich plots als een superheld uit den Aldi gedragen als het over sluiers gaat?’

23 Yamila Idrissi, politica

Yamila Idrissi (45) was in 2009 de eerste lijsttrekster van Marokkaanse origine voor het Vlaams Parlement, bij de SP.A. Daarvoor was ze Brussels Parlementslid en in 2007 won ze de Wablieft-prijs voor het boek Kif-Kif, haar levensverhaal, dat ze samen met journaliste Tessa Vermeiren schreef. Samenlevingsvraagstukken in Brussel en cultuur als verbindende factor in een grootstad zijn haar politieke stokpaardjes. Ze verzamelde honderd bekende Brusselaars rondom zich om haar voorstel voor een MAK, een Museum voor hedendaagse kunst Aan het Kanaal, kracht bij te zetten.

22 Maryam H’Madoun, econome

Maryam H’Madoun promoveerde tot doctor in de economie aan de Universiteit Antwerpen. Ze is een van de oprichtsters van Boeh! (Baas Over Eigen Hoofd), een organisatie die ijvert voor het recht op het dragen van de hoofddoek. Als feministe vindt H’Madoun dat dit tot de fundamentele keuzevrijheid van moslima’s behoort. In een opiniestuk schreef ze daarover: ‘De hoofddoek is (…) verengd tot symbool van al het kwaad, om maar niet te hoeven spreken over het echte kwaad dat we hier elke dag toestaan: het structurele racisme, de kloof in het onderwijs, de discriminatie op de arbeidsmarkt.’

21 Fouad Belkacem, fundamentalist

Fouad Belkacem (31) dook op in een Knack-reportage in maart 2008, toen ex-straathoekwerker Peter Calluy alarm sloeg over de radicalisering van islamitische jongeren in Boom. Toen Abou Imram, zoals hij zichzelf vandaag noemt, later met Sharia4Belgium begon, vond de ene hem een clown en de andere een staatsgevaarlijke fundamentalist. Hij zit een celstraf uit, wegens aanzetten tot haat en wegens belaging van Frank Vanhecke, weduwnaar van Marie-Rose Morel.

20 Sami Zemni, professor

Sami Zemni (41) doceert aan de UGent. Hij promoveerde op een studie over de politieke islam. In de media laat hij geregeld, met kennis en autoriteit, zijn licht schijnen over de Arabische Lente. Een paar jaar geleden zei hij in Knack dat het integratiedebat en het islamdebat vandaag ten onrechte met elkaar verstrengeld zijn: ‘Ik vermoed dat men er de komende tijd alles aan zal doen om de deur zo dicht mogelijk te houden voor moslims, en vooral mensen toe te laten van wie we vandaag vinden dat ze beter op ons lijken. En met hen zullen vroeg of laat dezelfde problemen opduiken.’

19 Mohammed Chakkar, Federatie van Marokkaanse Verenigingen

Mohammed Chakkar (55) is als woordvoerder van de Federatie van Marokkaanse Verenigingen de éminence grise van het Marokkaanse middenveld. Hij is elektricien van opleiding en werkte tien jaar lang in het Gemeenschapsonderwijs. Vooral in Antwerpen is Chakkar een bekend figuur. Hij speelt vaak een verzoenende rol, bij relletjes of als de gemoederen om andere redenen weer eens opflakkeren. Hij is de initiatiefnemer van Iqra, een Marokkaans schooltje in Borgerhout dat een antwoord moet bieden op het plaatsgebrek en de vaak minder goede schoolprestaties van allochtone kinderen.

18 Nahima Lanjri, politica

Nahima Lanjri (45) is een gevestigde waarde in de Belgische politiek. Ze zit sinds 2003 voor CD&V in de Kamer, waar ze de drijvende kracht was en is achter behoorlijk wat wetgevend werk in verband met asiel en migratie. Ook in de stad Antwerpen en het district Borgerhout staat ze op de kaart – daar ontsproot haar engagement: op Zwarte Zondag 1991 besloot ze om in de politiek te gaan. Ze begon als kabinetsmedewerkster van voormalig CD&V-minister Wivina Demeester en werkte in 2001 mee aan de vernieuwing van haar partij. Ze was ook een tijdlang ondervoorzitster van CD&V.

17 Bleri Lleshi, politiek filosoof

Bleri Lleshi (32) is een uitgesproken linkse denker die met doorwrochte opiniestukken, onder meer voor Knack.be, een stempel op het maatschappelijke debat weet te drukken. Zijn dada’s zijn sociale ongelijkheid, Brussel, jongeren en identiteit. Het woord ‘allochtoon’ mag wat Lleshi betreft uit het woordenboek worden geschrapt, maar de discussie daarover verdoezelt volgens hem de echte problemen, namelijk de structurele achterstelling van migrantenjongeren in het onderwijs en op de arbeidsmarkt. Zijn nieuwe boek De neoliberale strafstaat verschijnt eind maart.

16 Naima Charkaoui, Minderhedenforum

Naima Charkaoui (35) is directeur van het Minderhedenforum, een door de Vlaamse overheid gesubsidieerde koepel van zelforganisaties van etnisch-culturele minderheden. Het panel looft haar als een rustige maar vastberaden stem in het debat. Ze pleit onder meer voor streefcijfers voor allochtonen, zeker bij de overheid. Het advies dat ze in 2009 aan Vlaams minister-president Kris Peeters gaf, blijft onverkort gelden: ‘Maak van het minderhedenbeleid een prioriteit. Formuleer een ambitie, maak een inhaalbeweging en trek al uw ministers mee. Creëer een trendbreuk.’

15 Brahim Laytouss, imam

Brahim Laytouss (42) is voorzitter van de Al Markaz-moskee in Gent en onderzoeker aan de Universiteit Antwerpen. Hij uit geregeld zijn bezorgdheid over het intellectuele niveau van de importimams in België. Zelf preekt hij al 25 jaar in zijn Gentse moskee. ‘Als imam heeft hij zich vaak uitgesproken voor vrouwenrechten en tegen homohaat’, aldus een panellid. ‘Hij wil thema’s die taboe zijn binnen de moslimgemeenschap bespreekbaar maken.’ Maar Laytouss spaart ook de Belgische samenleving niet, die volgens hem moslims nog steeds op grote schaal discrimineert.

14 Rachida Lamrabet, schrijfster

Rachida Lamrabet (43) ondertekende in 2008 samen met Nadia Fadil het manifest van de zogenaamde AEL-generatie. In 2008 kreeg ze de debuutprijs voor Vrouwland, verhalen over Marokkaanse jongeren die op zoek gaan naar een ander leven. Naar aanleiding van het bericht dat bijna de helft van de Vlamingen geen migranten in de buurt wil, betoogde ze dat Vlamingen ‘duidelijk niet klaar zijn voor de toekomst’. Ze schrijft dat onder meer toe aan het feit dat de Vlaamse overheid ‘mensen die hun identiteit anders invullen stigmatiseert en dwingt tot assimilatie’.

13 Chokri Mahassine, concertorganisator

Chokri Mahassine (52) is een leraar en jeugdwerker die in het kielzog van voormalig SP.A-voorzitter Steve Stevaert in de politiek stapte. Hij haalt deze powerlist niet zozeer vanwege zijn werk als Vlaams Parlementslid, maar omdat hij als concertorganisator in Europa aan de top staat. Hij is de geestelijke vader van het driedaagse Pukkelpopfestival in Hasselt, met gemiddeld 180.000 bezoekers een van de grootste alternatieve muziekfestivals in de Benelux.

12 Zuhal Demir, politica

Zuhal Demir (33) kwam in 2010 voor de N-VA in het federale parlement. De advocate is sinds vorig jaar ook de eerste Antwerpse districtsburgemeester van allochtone afkomst. ‘Ik heb een dubbel gevoel bij deze lijst’, zegt ze. ‘Het is jammer dat we vijftig jaar na het begin van de Turkse en Marokkaanse migratie nog altijd een opdeling tussen autochtone en allochtone Vlamingen maken. Ik spreek trouwens liever van nieuwe Vlamingen. Zo’n aparte lijst is voor mij een teken dat we nog niet staan waar we zouden moeten staan. Tegelijk vind ik het positief om de goede prestaties van allochtonen in de verf te zetten. In die zin is de lijst een goede tussenstap richting één gezamenlijke lijst.’

Hoe verhoudt een Vlaamsgezinde politica van allochtone afkomst zich tot haar roots?

Zuhal Demir: Ik zie mezelf als een Vlaming. Ik ben hier geboren en opgegroeid, ik denk in het Nederlands, mijn sociale omgeving is Vlaams. Maar door mijn Turks-Koerdische wortels ben ik wel extra gevoelig voor het migratievraagstuk. Ik probeer in dit debat ook wat tegengas te geven en de bal in het kamp van de allochtone gemeenschap te leggen. Ik ontken niet dat er racisme bestaat, maar alle Vlamingen voor racisten verslijten, zoals vaak gebeurt, is een gevaarlijke veralgemening. Je krijgt in Vlaanderen veel kansen. Grijp die dan ook. Ik had als dochter van een mijnwerker nooit naar de universiteit kunnen gaan zonder een studiebeurs.

Ik geloof sterk in het belang van inburgering. Mijn vader, die slecht Nederlands spreekt, zegt me vaak: als men mij in de jaren zeventig taallessen had aangeboden, had ik daar dankbaar gebruik van gemaakt. Vandaag zijn er in Antwerpen allochtone jongeren van de derde generatie die slecht Nederlands spreken. Dat kunnen we niet dulden. Verder geloof ik dat je in een samenleving met mensen uit verschillende culturen – in mijn district Antwerpen wonen 190 verschillende nationaliteiten – een aantal universele waarden voorop mag stellen, zoals respect voor de rechtsstaat en gelijkheid tussen man en vrouw.

Valt er volgens u eigenlijk iets te vieren na vijftig jaar Turkse en Marokkaanse immigratie?

Demir: Als je je op de harde cijfers baseert, vrees ik dat er weinig reden tot feesten is. Kijk naar de prestaties in het onderwijs of op de arbeidsmarkt. Een op de twee werklozen in Antwerpen is van allochtone afkomst. Dat lijkt me toch een voldoende sterk alarmsignaal, en het bewijs dat ons migratiebeleid over een andere boeg moet.

11 Bilal Benyaich, politicoloog

Bilal Benyaich (31) is verbonden aan de VUB en is de auteur van het veelbesproken boek Islam en radicalisme bij Marokkanen in Brussel, over de kwalijke en groeiende invloed van het salafisme. Hij neemt geen blad voor de mond. ‘Zijn boek is een echte eyeopener’, vindt een panellid. ‘Benyaich verbindt het gebrek aan sociaal-economische perspectieven van Brusselse moslimjongeren met hun vatbaarheid voor religieus extremisme.’ Benyaich kreeg ook kritiek omdat de onheilspellende toon in zijn boek het angstdenken over de islam mee zou voeden.

10 Meryame Kitir, politica

Meryame Kitir (33) is de enige arbeidster in het parlementaire halfrond. Ze werkte bij Ford Genk en was daar vakbondsvertegenwoordiger. Ze maakte indruk met haar sobere maar pakkende betoog tijdens het Kamerdebat over de aangekondigde sluiting van Ford Genk. Kitir (SP.A) wil liever niet in het ‘allochtonenhoekje’ worden gestopt. ‘Maar ik besef dat ik voor veel allochtonen een voorbeeld ben’, zegt ze. Volgens een panellid is Kitir er ‘in haar eentje in geslaagd de politiek weer een hart en een gezicht te geven’. Een ander panellid noemt haar ‘een strijdbare Limburgse Jeanne d’Arc’.

9 Yasmine Kherbache, politica

Yasmine Kherbache (41) is kabinetschef van premier Elio Di Rupo én oppositieleidster namens de SP.A in de Antwerpse gemeenteraad, waar ze in 2012 voor het eerst werd verkozen. Ze deed meteen van zich spreken omdat ze zich – met steun van de hele partij – verzette tegen het fameuze hoofddoekenverbod voor loketbedienden, dat ironisch genoeg in 2007 door SP.A-burgemeester Patrick Janssens werd ingevoerd.

Kherbache was jarenlang advocaat in Brussel en Antwerpen en zette dan de stap naar de politiek. Ze begon bij de SP.A als adviseur en later adjunct-kabinetschef bij gewezen minister Frank Vandenbroucke. Van daar verhuisde ze naar het kabinet van Vlaams minister Ingrid Lieten, en ten slotte naar dat van de premier.

Als kabinetschef van Di Rupo spreekt Kherbache zich zelden of nooit uit over de nationale politiek. In Antwerpen voert ze stevige oppositie. Toen N-VA-schepen Liesbeth Homans vorig jaar racisme een relatief begrip noemde, reageerde ze in De Standaard bijzonder fel: ‘Ik vind het niet hoopgevend dat een schepen van de grootste en meest diverse stad van Vlaanderen een groot maatschappelijk probleem zo minimaliseert. Op die manier vergoelijkt ze een aantal vooroordelen. Ze geeft een hele autostrade aan argumenten aan mensen die vinden dat er niets meer moet worden gedaan tegen racisme en discriminatie. De boodschap is: u wordt niet gediscrimineerd, het ligt gewoon aan ú. Homans en haar partijgenoten hebben vaak de mond vol over samenlevingsopbouw. Wat zij nu doet, berokkent schade aan onze stad. Het is regelrechte samenlevingsafbraak.’

Hebt u eigenlijk problemen met de term ‘allochtoon’?

Yasmine Kherbache: Dat sommigen het woord willen afschaffen, kan ik begrijpen, omwille van de negatieve connotatie die aan het woord kleeft. Met de afschaffing los je uiteraard niet alle problemen van achterstelling op, maar het is wel een signaal dat we mensen niet meer willen uitsluiten met woorden. Het maakt komaf met een kunstmatige opdeling van onze samenleving. Ik spreek liever over mensen met een migratie-achtergrond.

En wat vindt u van deze lijst?

Kherbache: Daar heb ik een dubbel gevoel bij. Aan de ene kant hou ik evenmin van zo’n lijst als van de stempel allochtoon. Omdat we op deze manier nog maar eens het wij-zij-denken lijken te betonneren. Tegelijk ben ik mij ervan bewust dat dit ook een positief signaal kan zijn. Omdat we dit jaar vijftig jaar migratie herdenken, is het interessant om eens zo’n lijst samen te stellen. Ik ben vooral blij te zien dat ook deze lijst gekenmerkt wordt door een grote diversiteit: er staan politici op, maar ook kunstenaars, academici, activisten, een topsporter – heel wat mensen die ook voorkomen op reguliere, niet-allochtone lijstjes. Niet toevallig trouwens. Mensen zoals Vincent Kompany en Stromae vind ik typische Belgen: het zijn creatieve bruggenbouwers die niet houden van hokjesdenken.

8 Sihame El Kaouakibi, Let’s Go Urban

Sihame El Kaouakibi (27) sleepte met Let’s Go Urban, haar dans- en theaterproject voor stadsjongeren, de Vlaamse Cultuurprijs 2012 in de wacht. Met een klein budget, maar met tonnen lef en ambitie probeert ze jongeren via stadskunst weer op het rechte pad te krijgen. Niet zeuren over discriminatie en niet bij de pakken blijven zitten, luidt haar devies. In 2013 verscheen haar boek #Believe, een pleidooi om in jongeren te geloven in plaats van ze als lastpakken te zien.

7 Nadia Fadil, sociologe

Nadia Fadil (35) promoveerde in 2008 tot doctor in de sociologie. In datzelfde jaar was ze mede-auteur van een tekst waarin een aantal jongeren zich profileerde als de AEL-generatie – naar de Arabisch Europese Liga. Boodschap: ‘Wij zijn hier en wij blijven hier. Het is te nemen of te nemen.’ Vandaag is ze docent bij de vakgroep antropologie aan de KU Leuven. Het panel looft haar als ‘een vooraanstaande opiniemaakster in het diversiteitsdebat, met heldere en intelligente tussenkomsten’.

6 Stromae, zanger

Stromae (28), de jonge Brusselaar met de herkenbare elektrohiphop en slungelige danspasjes wordt weleens de Jacques Brel van zijn generatie genoemd. Zijn tweede album, het vorig jaar verschenen Racine Carrée, is een internationaal succes. Volgens The New York Times vertolkt hij met zijn rauwe teksten de desillusies van de Europese jeugd. Hij is het prototype van de complexloze nieuwe Belg. Tijdens zijn optreden op het feest van de Franse Gemeenschap in Brussel riep hij de enthousiaste menigte ‘In Brussel spreken we Frans én Vlaams, oké’ toe. Een fraai statement, vonden velen.

5 Sidi Larbi Cherkaoui, choreograaf

Sidi Larbi Cherkaoui (37) is een choreograaf met wereldfaam die furore maakt met zijn eigen dansgezelschap Eastman. Hij won verscheidene prijzen, waaronder de Vlaamse Prijs voor Podiumkunsten in 2012, en werkte voor tal van buitenlandse theaterhuizen en dansgezelschappen. Momenteel werkt hij in de opera van het Zweedse Göteborg aan een nieuw ballet.

De zoektocht naar identiteit is een belangrijk thema in uw voorstellingen. Beschouwt u zichzelf eigenlijk als een allochtoon?

Sidi Larbi Cherkaoui:(lacht) Niet echt. Ik wist niet dat het woord nog gebruikt werd als het gaat over mensen die zoals ik in België geboren zijn. Mijn Marokkaanse wortels zijn natuurlijk een onderdeel van mijn identiteit. Ik ben ook islamitisch opgevoed, dus die culturele bagage heb ik van thuis meegekregen. Maar mijn identiteit bevindt zich altijd in de marge: als homoseksueel, als kunstenaar, als halve Marokkaan en halve Vlaming val ik buiten de traditionele hokjes waarin mensen vaak worden gestopt.

Speelt uw Marokkaanse achtergrond een rol in uw werk?

Cherkaoui: De persoonlijke geschiedenis speelt een rol in het werk van iedere artiest. Bij mij uit dat zich in het aftasten van grenzen. Mijn vader heeft ook nogal wat grenzen afgetast toen hij vanuit Marokko naar België is geemigreerd. En ook mijn moeder heeft nieuwe horizonten verkend door als Vlaamse met een Marokkaan te trouwen. Daardoor zijn mijn broer en ik ook grensgevallen: we hebben een blanke huid maar een vreemde naam en blijven zo buitenbeentjes.

Hoe wordt u in de internationale danswereld bekeken?

Cherkaoui: Nationaliteit doet er in die kringen niet of nauwelijks toe, maar ik word wel vaak gezien als een exponent van de Vlaamse golf van choreografen waartoe ook mensen als Anne Teresa De Keersmaeker en Wim Vandekeybus behoren.

Wat vindt u van het maatschappelijk debat in Vlaanderen?

Cherkaoui: Ik vind dat vaak pijnlijk. Mensen proberen elkaar te definiëren op grond van een zeer oppervlakkige kennis van de ander. Je moet iedereen met open vizier en zonder vooroordelen benaderen. Dan zou heel die notie van allochtoon versus autochtoon geen zin meer hebben. Ik zie geen verschil, mensen zijn mensen. Als ik succes heb, word ik als een Vlaming gezien. Maar wanneer iemand in Vlaanderen met dezelfde achtergrond als ik een misstap begaat, is het een Marokkaan. Bovendien is er te weinig aandacht voor succesvolle allochtonen. Ik heb vrienden die arts of advocaat zijn, maar soms lijkt het alsof Marokkaanse Belgen alleen maar zorgenkinderen zijn.

4 Dyab Abou Jahjah, activist

Dyab Abou Jahjah (42) groeide op in Libanon en kwam begin jaren negentig naar België. Hij studeerde hier politieke wetenschappen en werkte een paar jaar bij de socialistische vakbond en de Federatie van Marokkaanse Verenigingen. In 2000 stichtte hij de Arabisch Europese Liga (AEL), een beweging die van meet af aan erg controversieel was. Toen hij na de moord op moslimleraar Mohammed Achrak, eind 2002, voor het oog van de camera’s de confrontatie aanging met de toenmalige Antwerpse politiechef Luc Lamine stond het land in brand. Hij werd veroordeeld omdat hij bij de relletjes op de Turnhoutsebaan de gemoederen zou hebben opgehitst, maar in beroep werd hij vrijgesproken.

Na zes jaar Libanon keerde hij vorig jaar terug naar België. ‘Ik heb geen problemen met de term allochtoon’, zegt hij. ‘Het is nog altijd relevant om aan te geven dat mensen van vreemde origine zijn. Ik kan mij voorstellen dat jongeren van de derde generatie de term niet meer van toepassing vinden, maar voor de eerste en tweede generatie is dat wel het geval. Je hebt het woord nodig om een realiteit te beschrijven. Zolang er ongelijkheid is tussen mensen van autochtone en mensen van allochtone origine, is het naïef om de term te willen afschaffen.’

Welke betekenis heeft de AEL gehad?

Dyab Abou Jahjah: Wij waren de eerste niet-gesubsidieerde beweging die politieke actie voerde vanuit de basis. Op die manier hebben wij allochtone jongeren assertiever gemaakt. Er is een nieuwe generatie opgestaan die zelfbewust en zelfverzekerd is.

U bent nu volop bezig met een nieuwe beweging. Wat mogen we daarvan verwachten?

Abou Jahjah: In maart komen wij naar buiten met een manifest. Ik ben nog altijd niet van plan om een politieke partij te stichten of om op een politieke lijst te gaan staan. Ik blijf in de eerste plaats een activist. Maar wij willen met onze beweging invloed hebben op de manier waarop politici met diversiteit omgaan. Wij streven naar gelijkheid voor iedereen.

U zat zelf in het panel, en uw topnaam was die van Vincent Kompany, die één plaats boven u eindigt in de lijst. Waarom koos u hem?

Abou Jahjah: Hij is voor mij hét voorbeeld van de jonge allochtoon die het helemaal heeft gemaakt, ondanks alle remmende factoren die nog altijd aanwezig zijn in onze samenleving. Ik vind ook zijn sociale engagement indrukwekkend. Hij bekommert zich echt om de jongeren.’

3 Vincent Kompany, voetballer

Vincent Kompany (27) is de kapitein van Manchester City en de Rode Duivels, een verdediger van wereldformaat en een verwoed twitteraar met meer dan een miljoen volgers, die niet bang is van een politiek statement nu en dan.

De perfect tweetalige Kompany leerde voetballen in de straten van Brussel, zet zich in voor tal van liefdadigheidsinitiatieven en is sinds kort eigenaar van derdeklasser BX Brussels, waar hij Brusselse jongeren de kans wil geven om het geliefde spelletje te beoefenen. ‘Vincent Kompany is een verbindende figuur met een grote maatschappelijke impact, een inspirerend voorbeeld voor de jongere generaties’, aldus een panellid.

2 Meyrem Almaci, politica

Meyrem Almaci (37) moet Elio Di Rupo laten voorgaan in deze lijst, maar van de Vlamingen met allochtone roots steekt ze er voor ons panel met kop en schouders bovenuit. Ze loopt al jaren in de kijker als boegbeeld van Groen. De manier waarop ze zich vastbeet in het bankendossier dwong respect af bij vriend en vijand. Ze zit sinds 2007 in de Kamer, waar ze fractieleidster was tot ze besloot om extra energie aan Antwerpen te besteden.

Almaci studeerde vergelijkende cultuurwetenschappen aan de VUB en werkte een tijdlang als onderzoekster aan de universiteit. Haar politieke engagement begon in Sint-Gillis-Waas, waar ze opgroeide en mee een afdeling van het toenmalige Agalev uit de grond stampte. Vandaag woont ze in Deurne. ‘Mijn afkomst is een belangrijk stuk van wie ik ben’, zegt ze. ‘Ik ben hier geboren, maar mijn ouders komen allebei uit Turkije. Daar ben ik trots op, dat heeft mijn leven rijker gemaakt. Ik heb mij altijd een brugfiguur gevoeld. Er is te weinig interactie tussen de verschillende gemeenschappen, daar heb ik me al vaak aan geërgerd.’

Bestaat er zoiets als een allochtone gemeenschap?

Meyrem Almaci: Allochtoon is een veel te breed begrip. De allochtone gemeenschap is even divers als de Vlaamse samenleving in haar geheel.

Dan is deze lijst geen goed idee?

Almaci: Toch wel, en dat zeg ik niet omdat ik zo hoog ben geëindigd. (lacht) Ik zeg het omdat het een positieve draai geeft aan een doorgaans negatief geladen term allochtoon. Ik vind het een intrigerend initiatief, net omdat steeds meer mensen de term willen afschaffen. Als onderzoekster weet ik dat je zulke termen nodig hebt om zaken te meten die relevant zijn: uitsluiting op etnische achtergrond is nog altijd zeer reëel, net zoals uitsluiting op basis van leeftijd of seksuele geaardheid of wat dan ook.

Vindt u het uw taak om allochtone Belgen te vertegenwoordigen?

Almaci: Niet noodzakelijk. De bron van mijn engagement ligt bij de groene beweging. Dat is altijd mijn inspiratie geweest. Al zou ik natuurlijk nooit voor de groene partij gekozen hebben als ik haar standpunten over diversiteit niet zou goedkeuren.

Gaat de diverse samenleving erop vooruit?

Almaci: Als je naar de cijfers kijkt, zijn er toch nog serieuze uitdagingen, qua onderwijs, huisvesting en arbeidsmarkt. Het debat is wel geevolueerd, vind ik. Dat is wat volwassener geworden. We zijn lang ter plaatse blijven trappelen, maar er zijn steeds meer kritische stemmen tussen al de zwart-witmeningen.

1 Elio Di Rupo, premier

Elio Di Rupo (62) is de jongste telg uit een Italiaans gezin dat ruim zestig jaar geleden naar België emigreerde. Hij is de enige die in België werd geboren. Van opleiding is hij doctor in de scheikunde. In 1982 werd hij voor eerst gemeenteraadslid in Bergen. Langzaam maar zeker groeide hij uit tot de sterke man van de Franstalige socialisten. In 1999 werd hij voor het eerst PS-voorzitter. Hij is sinds 2011 eerste minister.

Vindt u het vreemd of vervelend dat u blijkbaar nog altijd als een allochtoon wordt beschouwd?

Elio Di Rupo: Ik weet niet of dat zo is. Ik voel mij alvast volledig Belg en ik denk dat het overgrote deel van de mensen mij ook zo ziet. Ik ben in België geboren. Inderdaad, mijn ouders zijn Italiaans en daardoor heb ik ook een sterke band met Italië. Maar zoals veel landgenoten met een migratieachtergrond ben ik in de eerste plaats Belg.

Ziet u gelijkenissen tussen de Zuid-Europese migratiegolf waaruit u als het ware bent geboren en de migratiegolf nu precies vijftig jaar geleden uit Turkije en Marokko?

Di Rupo: Het ging in beide gevallen om arbeidsmigratie. De Italianen, de Spanjaarden, en later de Turken en de Marokkanen hebben veel bijgedragen aan het uitbouwen van onze welvaart.

Hoe kijkt u naar het debat over diversiteit?

Di Rupo: Het wordt met te veel wantrouwen gevoerd. Door beide partijen. Samenleven vraagt altijd een inspanning, maar we mogen niet vergeten hoe veel rijker die diversiteit ons maakt.

Herkent u daarin het debat zoals dat vroeger over Italianen werd gevoerd?

Di Rupo: Voor de eerste Italianen die hier aankwamen, was het ook niet gemakkelijk. Maar ook de Belgen moesten wennen aan hun nieuwe buren. Dat had niet per se met racisme te maken, maar vooral met angst voor het onbekende. Dat is een perfect menselijke reactie. De film Marina van Stijn Coninx toont dat zeer mooi; de kruidenier is eerst bang voor zijn nieuwe Italiaanse klanten, maar een paar maanden later verkoopt hij zelf pecorinokaas en olijven. (lacht)

Hebt u in uw leven of politieke carrière ooit hinder ondervonden van uw Italiaanse achtergrond? Of het gevoel gehad dat u zich extra moet bewijzen?

Di Rupo: Nee, ik ben persoonlijk bijna nooit geconfronteerd met discriminatie of racisme. Al is racisme een reëel probleem. Er is niets relatiefs aan iemand die geen job vindt omdat hij Mohammed heet, die geen appartement kan huren omdat hij of zij een bepaalde kleur heeft, of die de toegang tot een discotheek wordt geweigerd vanwege zijn of haar herkomst.

Volgens sommige panelleden bent u de Belgische belichaming van de American Dream.

Di Rupo: Je kunt ons land niet met de VS vergelijken. Hier hebben we een sterk sociaal systeem dat de mensen niet aan hun lot overlaat. En het is door dat sterke sociale systeem dat ik uit de armoede ben geraakt. Maar wel altijd door hard te werken. Als dat een voorbeeld mag zijn voor de anderen, dan vind ik dat goed. Ik zal nooit vergeten waar ik vandaan kom, maar ik zal ook nooit vergeten welke kansen België mij heeft gegeven.

DOOR JOËL DE CEULAER EN HAN RENARD

‘Ik probeer in dit debat wat tegengas te geven en de bal in het kamp van de allochtone gemeenschap te leggen.’

(Zuhal Demir)

‘Ik heb een dubbel gevoel bij deze lijst, omdat ze het wij-zij-denken lijkt te betonneren.’

(Yasmine Kherbache)

‘Als homoseksueel, als kunstenaar, als halve Marokkaan en halve Vlaming, val ik buiten de traditionele hokjes waarin mensen vaak worden gestopt.’

(Sidi Larbi Cherkaoui)

‘Met de AEL hebben wij allochtone jongeren assertiever gemaakt.’

(Dyab Abou Jahjah)

‘Het debat over diversiteit wordt met te veel wantrouwen gevoerd. Door beide partijen.’

(Elio Di Rupo)

‘De allochtone gemeenschap is even divers als de Vlaamse samenleving in haar geheel.’

(Meyrem Almaci)

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content