Beleidsmakers doen er hun voordeel mee door het Knack-interview met de heer Dyab Abou Jahjah aandachtig te lezen. Wat daar wordt verteld is van groot belang voor de toekomstige relaties met de allochtone medeburgers.

‘Integratie zonder tranen heeft nooit bestaan’ schreef ooit ULB-historica Anne Morelli, zelf de dochter van Italiaanse migranten. Maar onze omgang met de landverhuizers uit Noord-Afrika en Turkije hebben we nooit fatsoenlijk geregeld. ‘En die tijdbom tikt voort!’ Die waarschuwing van voorzitter Abou Jahjah van de Arabisch Europese Liga valt niet mis te verstaan.

Rellen en opstoten in migrantenbuurten, die hier totnogtoe binnen de perken bleven, hebben dezelfde oorzaken als de veel heftiger confrontaties in de randsteden van Parijs en Rijsel, of in het Engelse Oldham: werkloosheid en verkrotting van hun woonwijken.

Voor de jongere allochtonen, die buiten het normale arbeidscircuit worden gehouden, blijft de uitzichtloosheid na al die jaren onveranderd. De opeenvolgende regeringen hebben daar weinig werk van gemaakt. Alleen hebben de politiediensten nog wat meer observatiecamera’s in en om de gevaarlijkste buurten aangebracht om het opflakkerende geweld tijdig in de gaten te krijgen.

Niet alleen islamitische fundamentalisten gedijen in deze omgeving. Ook activisten als Dyab Abou Jahjah. En zij hebben die frustraties in de allochtone buurten heel nauwkeurig in kaart gebracht. Veel nauwkeuriger dan de Belgische overheid dat ooit heeft gedaan.

Na betogingen in Antwerpen en Brussel tegen de Israëlische bezetting van Palestijnse gebieden en tegen de zionistische lobby – betogingen die de lokale joodse bevolking de daver op het lijf joegen – werd Abou Jahjah in de media snel als ‘de rellenmanager’ afgedaan. Want de man zou banden onderhouden met paramilitaire organisaties en met fundamentalistische kringen. VLD-kamerlid Hugo Coveliers eiste daarom dat deze oproerkraaier van Libanese origine de Belgische nationaliteit zou worden ontnomen.

Over de Arabisch Europese Liga van Dyab Abou Jahjah heerst inderdaad nogal wat onduidelijkheid. Wie financiert bijvoorbeeld deze groepering? Hoe groot is haar kweekterrein?

Ook al lijkt die achterban niet meteen overweldigend, toch kon de Arabisch Europese Liga voor haar betogingen in Antwerpen voldoende allochtone jongeren mobiliseren. En om die aanhang onder allochtone jongeren, die wij halsstarrig ‘migranten van de tweede en derde generatie’ blijven noemen ook al hebben zij allang de Belgische nationaliteit, is het Abou Jahjah te doen. Want daar tikt de tijdbom die voor hem en voor sommige fundamentalisten niet snel genoeg tot ontploffing kan komen.

In die zin is Abou Jahjah volgens sommigen, zoals SP.A-voorzitter Patrick Janssens, de objectieve bondgenoot van het Vlaams Blok, volgens anderen de allochtone versie van Filip Dewinter.

De Arabisch Europese Liga en de jonge Belgen van Arabische afkomst verwerpen de verschillende ontmoetingsplatforms die destijds werden uitgebouwd, zoals het Centrum voor Gelijke Kansen tot de moslimexecutieve. Want van integratie of inburgering zoals die Paula D’Hondt ooit voorstond willen ze niks meer weten. Zelfs allochtone parlementsleden vinden in hun ogen geen genade, want alibi-allochtonen.

Volgens Abou Jahjah moeten de moslims een eigen gemeenschap kunnen vormen, naast de Vlaamse, Franstalige en Duitstalige. Het aantal Belgen van Arabische origine is nu al vele malen groter dan het aantal Duitstaligen. Bij de Arabisch Europese Liga vinden ze het dan ook maar normaal dat binnen afzienbare tijd de eis op tafel komt dat Arabisch een van de officiële landstalen wordt.

Volgens Abou Jahjah – en dat standpunt valt te verdedigen – bestaat er een scheiding tussen cultuur en staat. Alleen knoopt hij daar een aantal verontrustende consequenties aan vast. Bij hem hoor je geen duidelijke afkeuring van de terreur van Osama bin Laden, noch van de Rotterdamse imam die homo’s vergelijkt met varkens. Over de invulling van de rol van de vrouwen, is de voorzitter van de Arabisch Europese Liga evenmin duidelijk. In het beste geval wil hij toegeven dat zijn visie conservatief is. Maar, zegt hij, de staat moet zich niet komen bemoeien met de positie van de vrouw in het allochtone gezin.

Dat stemt tot nadenken. Nu al wordt gerapporteerd dat in wijken van de Brusselse gemeenten Sint-Jans-Molenbeek en Schaarbeek een soort religieuze politie opereert, veelal gelieerd met fundamentalistische moskeeën, die Belgen, vooral vrouwen dan, van Arabische origine krachtdadig op hun religieuze plichten wijst.

Dat soort nonsens kan de overheid niet over haar kant laten gaan. Want voor we het beseffen zetelt hier een sharia-rechtbank die dan zoals in het Verenigd Koninkrijk de fatwa uitspreekt over een in haar ogen blasfemische toneelauteur.

Het kan geen kwaad als de overheid, met enige nadruk, aan de Abou Jahjahs van deze wereld laat weten dat dit niet kan. Een aantal jaren geleden sloot Charles Picqué, toen nog burgemeester van Sint-Gillis, om die reden een fundamentalistische moskee. Met goed gevolg overigens voor de lokale allochtonen.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content