Koen Meulenaere
Koen Meulenaere Van 1991 tot 2012 de satiricus van Knack

De Kroonraad van Knack bestaat uit Mark Eyskens, Paul Muys, Jacques Rogge en Etienne Vermeersch. Hij wordt geraadpleegd over uitzonderlijke omstandigheden.

Mijnheer Eyskens, er was de voorbije week veel binnenlandse actualiteit. Onder meer de perikelen in de drie kaderwetcommissies in het parlement. Dat was niet bepaald een hoogstaand debat.

MARK EYSKENS : Helaas niet. Ik heb zelf twee dagen gezeteld in de commissie over de EMU-kaderwet en heb dus van dichtbij de obstructie van de oppositie meegemaakt. Dat is een spel, het lijkt zelfs op een circus, dat zich keert tegen de parlementairen die het opvoeren. Mijn indruk is dat de publieke opinie veeleer sympathie heeft voor een regering die bijzondere machten vraagt om een krachtig beleid te kunnen voeren. Ik denk dat de oppositie dat onderschat. Ik geef wel toe dat de meerderheid voldoende sportief had moeten zijn om minstens één voorzitterschap aan de oppositie toe te kennen. Zoals dat in de gewone commissies ook gebeurt.

Jaak Gabriëls heeft in een interview de premier een verlicht despoot genoemd en de politiek van nu vergeleken met die van de jaren dertig.

EYSKENS : Dit soort vergelijkingen zijn grotesk en gevaarlijk, Gabriëls heeft nadien zijn woorden ingeslikt en Herman De Croo heeft er wat slagroom over gegoten. De VLD staat natuurlijk voor een probleem. Normaal blijft de regering aan tot mei ’99. Wat is de berekening van Jean-Luc Dehaene, die zoals iedereen weet een gewiekst politicus is ? In de eerste plaats België in de EMU loodsen, een historische gebeurtenis die de regering tegen het einde van de legislastuur als een grote pluim op haar hoed kan steken. Indien tegen dan de conjunctuur nog wat meevalt en de werkloosheid wat daalt, kan Dehaene naar de verkiezingen gaan met een uitstekend rapport en is de kans groot dat de kiezers hem opnieuw het vertrouwen zullen geven. Dat maakt de oppositie buitengewoon ongerust. Stel u voor dat na de verkiezingen van ’99 de liberalen nog eens in de oppositie belanden, dan is hun situatie erger dan wat Labour in Groot-Brittannië is overkomen.

Minister van Financiën Maystadt zegt dat de euro al in ’99 als betaalmiddel kan worden ingevoerd. Zal die praktische omschakeling van frank naar euro niet tot een chaos leiden ?

EYSKENS : Chaos misschien niet, maar men zal toch moeten opletten. De economen kennen allen de wet van Gresham, de financieel raadgever van Elisabeth I, die eeuwen geleden al stelde : bad money drives out good money. Het slechte geld jaagt het goede geld uit circulatie. Als je twee soorten munten tegelijkertijd in omloop hebt, hamstert men de betere munt. Wat aanleiding kan geven tot allerlei storende verschijnselen. Ik heb liever dat men de euro wat later invoert, maar op een degelijke basis en liefst gelijktijdig met de andere EMU-landen. De euro kan wel al worden gebruikt voor het giraal verkeer, zoals dat in zekere zin ook al met de ecu het geval was, maar voor spaar-, krediet- en betaalmiddelen onder particulieren moet men de nodige tijd nemen. Het essentiële van de EMU is trouwens niet de invoering van de euro, maar wel dat er een einde komt aan de wisselkoersschommelingen op 1 januari 1999. Dat is het historisch momentum.

De Kamer heeft afgelopen week de doodstraf afgeschaft. Na jaren aarzelen.

EYSKENS : Het heeft lang geduurd, mede door de angst die in de samenleving leeft voor de criminaliteit. Sommigen denken dat de misdaad ontmoedigd wordt door de dreiging van de doodstraf, maar dat is wetenschappelijk niet bewezen. Wij willen het afschaffen van de doodstraf gepaard laten gaan met een verzwaring van de gevangenisstraffen. Het heeft lang geduurd vooraleer dat allemaal in een juiste vorm is gegoten. Wij waren één van de weinige landen in Europa waar de doodstraf nog bestond, wat de uitlevering van verdachten aan België bemoeilijkte. Dus ook deze praktische overweging heeft meegespeeld, al denk ik dat vooral ethische argumenten de doorslag hebben gegeven. In een beschaafde samenleving lijkt de doodstraf barbaars, hoe geschokt we ook mogen zijn door bepaalde vormen van gruwelijke criminaliteit. Wat dat betreft, moet de overheid met de grootste gestrengheid blijven optreden.

Ook nog in de Kamer heeft de bevoegde commissie het wetsontwerp op het gebruik van onbemande camera’s in het verkeer goedgekeurd. Ook dat heeft jaren aangesleept.

EYSKENS : Ik ben voorstander van het gebruik van die camera’s. En ik ben uiteraard tegen het voorstel om ze met grote waarschuwingsborden aan te kondigen. Dat zou het gevaar op kettingbotsingen aanzienlijk vergroten. Weinigen onder ons zullen kunnen zeggen dat ze altijd strikt de wegcode eerbiedigen, maar wie om zich heen kijkt, kan niet anders dan besluiten dat het de spuigaten uitloopt. Als ik met honderdtwintig kilometer per uur op de autoweg rijd, vliegen ze me langs alle kanten voorbij. En als ik in de dorpen en steden de snelheidslimieten respecteer, plakt er binnen de minuut een heel peloton tegen mijn achterbumper. Daar is veel te weinig controle op, blijkbaar bij gebrek aan personeel. Laten we de camera’s dus maar met die taken belasten.

Het is natuurlijk een onpopulaire beslissing. Want in iedereen schuilt een snelheidsduivel, iedereen dreigt vroeg of laat te worden betrapt. Velen beschouwen het als een aanslag op hun privacy. Vandaar ook dat het zo lang duurt vooraleer deze maatregel in de praktijk kan worden toegepast, sommige politici vrezen voor stemmenverlies. Dit zijn wetten waarvoor politieke moed nodig is. Net als voor de afschaffing van de doodstraf. Want het grote publiek zegt : wie iemand vermoord heeft, moet je opknopen. Politici nemen vaak ook moedige beslissingen. Dat mag wel eens gezegd worden.

Bij Sabena komt afgevaardigd bestuurder Paul Reutlinger aandragen met besparingsplannen die weinig moeten onderdoen voor die van Pierre Godfroid. Alleen gaat Reutlinger iets diplomatischer tewerk.

EYSKENS : Ik denk dat Pierre Godfroid gelijk had. Maar net als in de politiek geldt ook in een bedrijf dat je gelijk moet kunnen krijgen. En dat hangt af van de methode die je aanwendt. Het optreden van Godfroid was nogal hoekig, Reutlinger speelt het op het eerste gezicht handiger. Al wil ik wel afwachten hoe het verder verloopt, want het Sabena-drama is niet af, het begint nog maar pas. Misschien is men vanuit de vakbond tegenover een vreemdeling wat voorzichtiger. Want de hypothese dat Sabena zonder meer wordt opgedoekt, is niet alleen meer een werkhypothese. En een buitenlander heeft daarbij geen sentimentele overwegingen.

Moet Sabena bepaalde afdelingen amputeren ?

EYSKENS : Ik ken het dossier onvoldoende om daarover te oordelen, maar in termen van economische logica is decentralisatie en ontvetting een algemene praktijk als daardoor de rentabiliteit kan toenemen. We zien anderzijds dat British Airways en American Airlines aan een samenwerking dokteren. Toch weer zeer opvallend dat de Britten andermaal niet opteren voor een Europese concentratie, maar de voorkeur geven aan hun Atlantische solidariteit. De samenwerking tussen deze twee giganten is heel belangrijk en is een waarschuwing voor de vele Europese luchtvaartmaatschappijen.

Minister van Economie en Telecommunicatie Elio Di Rupo heeft een proefballonnetje opgelaten over een mogelijke belasting op het computerverkeer.

EYSKENS : Ik vind dat een onoordeelkundig en reactionair voorstel. Het is het taxeren van de vooruitgang en daarmee moet men uiterst voorzichtig zijn. Ik herinner mij dat een jaar of 25 geleden de Nederlandse econoom en Nobelprijswinnaar Jan Tinbergen heeft voorgesteld om een belasting op talent te heffen, een belasting op de slimmere mensen. Wat Di Rupo zegt, doet me daaraan denken. Zoiets is totaal contraproductief. Een belasting leggen op wat een speerpunt is van onze vooruitgang en van de industrie in deze postindustriële samenleving… lieve deugd, dat heeft alleen maar averechtse effecten. Mij valt op dat beleidsmensen en leden van de regering, telkens als het gaat over begroting en sociale zekerheid, maar één zorg hebben : de inkomsten vermeerderen. Zelden hoor ik suggesties om de uitgaven in te perken. De uitgaven in de ziekteverzekering, bijvoorbeeld, dreigen alweer over de schreef te lopen.

In Duitsland redetwist men over : Umbau oder Abbau ? Die vraag stelt zich ook bij ons. Ik blijf bij de stelling die ik al tenminste tien jaar verdedig : de sociale zekerheid in België kost grosso modo duizend vijfhonderd miljard frank. Is het zo ondenkbaar om daar tien procent op te besparen ? Dat is honderdvijftig miljard frank. Is het zo onredelijk om te stellen dat mensen met een hoog inkomen zichzelf voor een gedeelte moeten verzekeren ?

De Senaat heeft de premier onder druk gezet over de Ruanda-kwestie. Familieleden van de slachtoffers zijn met hun petitie aan diverse deuren gaan aanbellen waarbij ze niet altijd vriendelijk ontvangen werden. Moet er volgens u een parlementaire onderzoekscommissie komen ?

EYSKENS : Men moet uitkijken voor een inflatie aan parlementaire onderzoekscommissies. Ik heb alle begrip voor het leed en de radeloosheid van de getroffen families. Maar in dit dossier is er een proces lopend. Kolonel Marchal staat voor het gerecht. In een rechtsstaat kan je moeilijk verder gaan dan een gerechtelijk onderzoek en een proces. Wat zou een parlementaire onderzoekscommissie daaraan nog kunnen toevoegen ? De enige partij die ontbrak in de procedure voor de rechtbank, waren de Verenigde Naties. Het is een illusie te denken dat een Belgische Senaatscommissie erin zou slagen om die ambtenaren of generaals van de VN wel te vorderen en naar België te doen komen. Zo een commissie zal weinig anders zijn dan een puur partijpolitieke discussie, meerderheid tegen oppositie, waarbij eens te meer de buitenlandse politiek verbinnenlandst wordt. En dat is een ware perversie.

Een andere onderzoekscommissie is de tweede Bende-commissie. Tony Van Parijs zegt : we zullen tot op het bot gaan. Maar de twee Leuvense professoren, die door minister De Clercq waren belast met een onderzoek van het Bende-onderzoek, hadden dat bot al bereikt.

EYSKENS : Van deze onderzoekscommissie ben ik wel voorstander. Omdat ze resulteert uit de houding die men in Bergen heeft aangenomen. De stroefheid van de gerechtelijke instanties daar, net alsof ze iets te verbergen hadden, heeft het parlement verwonderd. Deze commissie hebben de mensen van Bergen zelf uitgelokt. Ze zullen ook de eersten zijn die in het parlement aan de tand gevoeld worden. Het verschil met het onderzoek van de professoren is dat de Bende-commissie veel meer bevoegdheden heeft. Zij kan optreden als een onderzoeksrechter, en kan dus zeer ver gaan. Maar men mag natuurlijk niet verwachten dat ze de Bende van Nijvel zal ontmaskeren.

Laten we uit het buitenland het belangrijkste feit nemen : de presidentsverkiezingen in Rusland. Boris Jeltsin lijkt de vruchten te plukken van een bijzonder intensieve en soms knotsgekke campagne.

EYSKENS : De Russen zijn niet gewend aan Amerikaanse kiescampagnes. Dat is nieuw en ik denk dat de invloed van publiciteit en reclame op hen nog erg groot is. Het is nog iets te vroeg om de uitslag van de eerste ronde precies te evalueren, maar het ziet er naar uit dat Jeltsin een redelijke kans maakt om opnieuw president te worden. In tegenstelling tot wat de peilingen enkele maanden geleden nog aangaven.

Jeltsin heeft op erg veel steun kunnen rekenen. In eigen land van allerlei lobbies en groepen die een terugkeer van de communisten vrezen. En van het buitenland heeft hij ook hulp gekregen, in de eerste plaats van de Amerikanen. Objectief gezien, is Jeltsin natuurlijk geen modeldemocraat, maar als we moeten kiezen tussen hem en de neocommunisten, die eigenlijk nationaal-communisten zijn, opteer ik toch maar voor Jeltsin. Ik denk dat hij momenteel het minste kwaad is en ook het minste kwaad heeft gedaan. Een combinatie van nationalisme en zogenaamd communisme is een zeer gevaarlijke en explosieve molotovcocktail. Als we dat kunnen vermijden door Jeltsin te steunen, laten we dan nog maar een tijdje met hem voort rooien.

Bij alles wat je hem kan aanwrijven, moet je ook onder ogen zien in wat voor omstandigheden hij moet opereren. Het land is een gigantische puinhoop. Het is verre van gemakkelijk om dat na zeventig jaren communisme allemaal om te vormen. Hij wordt bovendien geconfronteerd met 67 verschillende nationaliteiten. Het leger is in een toestand van verpaupering gestort. Dat zijn verzachtende omstandigheden voor Jeltsin. Ik denk dat een Amerikaans president aan het hoofd van een land met dergelijke problemen ook wel af en toe een steek zou laten vallen. Laten we hopen dat Rusland er weer bovenop komt. Economische studies wijzen op een lichte verbetering. Rusland is potentieel één van de rijkste landen van de wereld, het heeft enkel een probleem van politiek en economisch management.

Koen Meulenaere

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content