Het Europees parlement liet zich van zijn kleinste kant zien. Tijdens de laatste vergadering van deze zittingsperiode koos het voor het geld.

“Als het parlement nu toegeeft, ondergraaft het zijn onafhankelijkheid en kan het de kiezer niet langer recht in de ogen kijken. We moeten ons standpunt onverkort blijven verdedigen, zoniet loopt de democratie zelf gevaar.” Grote woorden en verheven principes doen socialistische harten altijd sneller slaan. Deze keer is het ook hoorbaar. Op vele banken van de socialistische fractie in Straatsburg krijgt Evelyne Gebhardt instemmend geklop bij het einde van haar bewogen oproep. Het gaat tenslotte niet over peanuts, wel over geld, over de eigen centen van de soevereine Europese volksvertegenwoordiging. Schermend met allerlei verheven beginselen verhinderde het Europees parlement dat er een gemeenschappelijk statuut voor de europarlementsleden komt en dat er een einde wordt gesteld aan de cumuls en het gesjoemel met de kostenvergoedingen. In volle verkiezingsstrijd boog het parlement nog maar eens voor de mammon en versterkte het zijn bedenkelijke reputatie van onverbeterlijke ritselaar.

Sinds 1 mei is het verdrag van Amsterdam van kracht en dat geeft het parlement beduidend meer macht dan voordien. Begin dit jaar dreef het de commissie zodanig in het nauw dat het voorzitter Jacques Santer en zijn ploeg tot collectief ontslag dwong. In vlijmscherpe resoluties werden toen de vriendjespolitiek van commissaris Edith Cresson en het onzorgvuldig beheer van de hele commissie gehekeld. Nauwelijks twee maanden later gooit het parlement het pas verworven prestige te grabbel om de eigen portefeuille te spekken. Deze bijna misdadige roekeloosheid verbijstert en verontrust. Na de eindeloze chronique scandaleuse over douches en reisvergoedingen zullen vele kiezers dit laatste staaltje van hebberigheid aangrijpen om op 13 juni niet aan de Europese verkiezingen deel te nemen. Tijdens de debatten hebben diverse parlementsleden hun collega’s herhaaldelijk gewaarschuwd voor de nefaste gevolgen van hun inhaligheid. Ze kregen nauwelijks gehoor en werden vaak weggehoond. “Mensen die met moeite tien procent van de stemmen halen, hoeven mij niet te vertellen hoe ik verkiezingen moet winnen.” Zo counterde de Duitse socialist Willy Rothley vorige week alle pogingen, onder meer die van zijn fractiegenoot Philippe De Coene (SP), om toch tot een akkoord te komen. Rothley die het in de bevoegde parlementscommissie bij herhaling over de eer van het parlement had, wou van geen wijken weten. Een ruime meerderheid van 375 leden volgende hem. Onder hen de CVP’ers Wilfried Martens, Leo Tindemans en Raf Chanterie.

DE DANS ROND DE CIJFERS

Als het over hun eigen geld gaat, beoefenen de meeste politici, ongeacht hun geloofsovertuiging, de christelijke deugd van de hypocrisie. Op dat punt hebben ze in Straatsburg van niemand iets te leren. Alle 375 parlementsleden die Rothley volgden, zeggen immers dat ze een statuut willen. Het moet dan wel een goed zijn. Het viel trouwens op dat in de debatten waar de pers aanwezig was, vrijwel nooit over bedragen en altijd over principes werd gesproken. De enige die de omertà doorbrak en terloops een cijfer liet vallen, was de CDU’er Klaus-Heiner Lehne die becijferde dat hij maandelijks 30.000 frank minder dreigde te verdienen. Als Lehne zijn collega’s vroeg om Rothley te volgen, was het echter “omdat we het verdrag van Amsterdam moeten respecteren”. Met de verwijzing naar de heilige teksten werden de centen weggetoverd. Rothley zelf was de auteur van een ontwerpstatuut dat in december vorig jaar, na maandenlange gesprekken en onder druk van de media, met een gekwalificeerde meerderheid werd aangenomen. Die tekst werd in Wenen aan de regeringsleiders overhandigd en op 26 april gaven de ministers van Buitenlandse Zaken hun akkoord. Op enkele punten week het voorstel van de ministers echter van dat van het parlement af en dat was voor Rothley & Co. een reden om groot alarm te slaan en er een staatszaak van te maken. Artikel 190, lid 5 van het verdrag van Amsterdam was door de raad met voeten getreden. De ministers hadden het recht niet om zelf een tekst op te stellen, ze mochten alleen het voorstel van het parlement eenparig goed- of afkeuren. “Ik wil de formele rechtspositie van het parlement niet onderuithalen”, zo riep een strijdlustige Rothley in de bevoegde parlementscommissie uit, wat hem onmiddellijk applaus opleverde.

Naast de zorg voor het heilig verdrag was er de bekommernis om het smeer. De Scandinavische landen wilden bovenop de Europese belasting nog een nationale belasting heffen, zodat de inkomensverschillen met de nationale parlementsleden grotendeels werden weggewerkt. Onaanvaardbaar, stelde het parlement. Was de raad soms vergeten dat het parlement sinds zijn ontstaan voor “gelijk loon voor gelijk werk” ijvert? Boosheid was er ook over het pensioenvoorstel van de ministers. De raad wou die slechts van het 65ste levensjaar uitkeren terwijl het parlement 60 jaar voorstelde.

Woede was er tenslotte over de parlementaire vergoeding. Momenteel krijgen de Europese parlementsleden dezelfde bezoldiging als hun collega’s in het nationale parlement. Een Spaans europarlementslid verdient bijgevolg slechts een derde van wat een Italiaanse verkozene verdient. Ondanks het onverdroten gevecht voor “gelijk loon voor gelijk werk” sleept die ongezonde toestand al dertig jaar aan. De raad stelde nu een uniform, maandelijks bedrag van 227.088 frank voor, een cijfer dat het niet eens zelf had bedacht. Het kwam uit het ontwerpstatuut van … Rothley en was het gewogen gemiddelde van de parlementsvergoedingen in de vijftien lidstaten. Voor de Italianen, de Oostenrijkers en de Duitsers kwam het op een inlevering neer, voor de Spanjaarden, Portugezen en Finnen op een aanzienlijke loonsverhoging. Ook de Belgische parlementsleden worden er beter van. Rothley, die op de discrete maar zeer actieve steun van zowat alle Duitsers, Italianen, Oostenrijkers en tal van andere nationaliteiten kon rekenen, verweet de ministers grove intellectuele oneerlijkheid. Voor het eerst maakte hij duidelijk dat de 227.000 frank die hij destijds voorstelde, slechts een overgangsregeling was. Voor een definitief bedrag was het wachten op objectieve criteria van onafhankelijke, externe deskundigen. De raad maakte er nu onmiddellijk een definitieve regeling van. In de wandelgangen was de wrok te proeven en werd voortdurend de vergelijking met de wedden van de ambtenaren gemaakt. Velen verdienen tienduizen franken meer.

NOG EEN NIEUW GEBOUW

Sinds 1 mei worden de reiskosten op een andere manier berekend. Op het vorige systeem kwam zoveel kritiek, onder meer door de Europese Rekenkamer, dat in oktober vorig jaar een nieuw systeem werd bedacht. Het zou doorzichtiger zijn en een einde aan de fraude maken. Tot dan toe moesten de leden niet eens bewijzen dat ze de reis werkelijk maakten. Op deze manier slaagden de parlementsleden uit de arme landen erin om een riant extraatje binnen te rijven, terwijl Duitsers, Italianen, maar ook de leden die ver van Brussel en Straatsburg wonen, een forse bonus bij elkaar konden sjoemelen. Het bureau van het parlement bedacht een “overgangsregeling” – een definitieve kon er pas komen als het statuut was aanvaard – waardoor enkele van de ergste misbruiken, onder meer het fictief reizen, onmogelijk werden. Voor de derving van deze (frauduleuze) inkomsten worden de leden evenwel gecompenseerd. De verre verplaatsingen worden nu aanzienlijk beter betaald, ongeacht de effectieve kosten. De Deense dwarsligger Jens-Peter Bonde begrijpt er niets meer van. “Wie dacht dat het van nu af aan soberder zou zijn, vergiste zich. Voor een vlucht Kopenhagen-Straatsburg krijg ik nu 18.000 frank meer dan vroeger uitbetaald.” De Griekse parlementsleden zijn er nog beter aan toe. Aan hun wekelijkse vlucht naar Brussel zouden zij nu 60.000 frank overhouden. Pure, onbelaste winst. Toen de regeling vorig jaar werd goedgekeurd, was Freddy Willockx razend. “De coalitie van profiteurs en hypocrieten haalde het”, zo zei hij toen. Vandaag geven de feiten hem meer dan gelijk.

Een eenvormig statuut had een einde aan dit systeem gemaakt, want alleen de werkelijk gemaakte kosten zouden dan worden uitbetaald. Het heeft er velen toe aangezet om het voorstel van de raad te kelderen. De groene fractieleider Magda Aelvoet kookte van woede. “Een bende platvloerse profiteurs kelderde het statuut.” Aelvoet, die het parlement verlaat, maakt zich weinig illusies dat er tijdens de volgende zittingsperiode vlug een doorbraak komt. “Het wordt opnieuw een slijtageslag. On est parti pour la gloire.” Annemie Neyts (VLD) die door De Coene werd gekapitteld omdat ze zich inspande om de dagvergoeding van meer dan 9000 frank veilig te stellen, was diplomatischer. Ze noemde het een zielige vertoning. Marianne Thyssen (CVP) was een opgemerkte dissidente in haar fractie. Ze stemde tegen de resolutie van Rothley. “Waar je ook komt, krijg je kritiek op het potverteren van het parlement. Ik ben dat beu. Daarom moest er hoe dan ook een statuut komen, desnoods een slecht. Dit parlement is ongeloofwaardig.”

Ook Anne Van Lancker (SP) verraste. Van de democratische partijen was ze het enige Belgische parlementslid dat tegen de nieuwe commissievoorzitter Romano Prodi stemde. Bij de groenen onthielden Aelvoet en Paul Lannoye zich. In tegenstelling tot Santer vijf jaar terug kreeg Prodi moeiteloos het vertrouwen, maar van echt enthousiasme was weinig te merken. De nieuwe commissievoorzitter legde vooral liberale klemtonen en bleef zowel op het sociale als het ecologische opmerkelijk terughoudend. Op 20 juli kondigt hij de samenstelling van de nieuwe commissie aan en begin september start het parlement de hoorzittingen van de nieuwe commissarissen. Op de plenaire zitting in juli zal het parlement grondig vernieuwd zijn. Ruim de helft van de huidige leden is geen kandidaat meer. Bovendien zal men in een gloednieuw gebouw vergaderen. Omdat Brussel la caprice des Dieux neerzette, kon Straatsburg niet achterblijven. Om de goede naam van de instelling niet in opspraak te brengen, vindt de inwijding van het nieuwe, overbodige gebouw na de verkiezingen plaats.

Paul Goossens

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content