Het conflict over het grensgebied is zo oud als India en Pakistan.

Er zijn twee Kashmirs. De Indiase, vrijwel autonome deelstaat Jammu-Kashmir en het Pakistaanse Azad Kashmir, Vrij Kashmir. In de praktijk is er van autonomie of vrijheid voor de beide Kashmirs geen sprake, want ze zijn sinds jaar en dag dé twistappel tussen Pakistan en India.

Die twee landen ontstonden in 1947, niet uit economische overwegingen, maar om een conflict tussen moslims en hindoes te vermijden. Het oude vorstendom Kashmir, waar een meerderheid van de bevolking moslim is, werd door beide opgeëist. Verdragen en VN-uitspraken haalden niets uit. Drie oorlogen _ in 1948, 1965 en 1971 _ legden een demarcatielijn vast, die nog altijd wordt betwist. In 1990 en 1999 werd op het nippertje een open oorlog vermeden.

Vanaf de jaren tachtig werd de situatie nog gevaarlijker: India en Pakistan beschikten over atoomwapens. Buurland China kijkt sindsdien bijzonder nauwlettend toe en de Verenigde Staten probeerden vruchteloos van Pakistan en India de belofte af te dwingen dat ze geen kernwapens zouden inzetten. Dat leidde zelfs tot Amerikaanse economische sancties tegen beide landen. In september 2001 hief de Amerikaanse president George W. Bush die sancties op in ruil voor steun in de oorlog tegen de Taliban.

India stelde op dat ogenblik dat terrorisme overal bestreden moest worden, ook als het ging om moslimterreur in Kashmir. Daar vechten een tiental militaire groeperingen voor onafhankelijkheid van hun staat, volgens Pakistan zelfs voor aansluiting bij Islamabad.

In de jaren negentig kwam daar een religieuze dimensie bij. De nationalistische separatisten werden opzij geschoven door militante moslims, in veel gevallen Afghaanse fundamentalisten ‘op zoek naar een heilige oorlog’. Ze zijn sterk pro-Pakistaans.

Dat is verklaarbaar: Pakistan steunde niet alleen de Taliban in Afghanistan, maar ook de Kashmirstrijders. Met wapens, zegt India; enkel moreel, zegt Pakistan. India van zijn kant oefende en oefent een harde repressie uit tegen al wie ook maar enigszins verdacht was, wat veel mensen in de armen van de separatisten dreef.

Op 13 december richtten moslimcommando’s een bloedbad aan in het parlement in de Indiase hoofdstad New Delhi. Daarop eiste India dat de aanstokers van de aanslag door Pakistan werden uitgeleverd. De Verenigde Staten, die Pakistan dankzij Osama Bin Laden als grote bondgenoot omhelzen maar geen bijkomend conflict in de regio willen, oefenden ook druk uit. Pakistan arresteerde een door India aangeduide separatistische leider en bevroor de tegoeden van twee moslimgroepen. Niet toevallig staan die allebei op de Amerikaanse zwarte lijst wegens banden met al-Qaeda, het netwerk van Osama Bin Laden. En die kan bovendien ook in Kashmir zijn ondergedoken.

Het conflict escaleerde snel: grensschermutselingen, verbreken van de diplomatieke betrekkingen en dreigen met sancties over en weer. Vorige week trok India zijn troepen samen aan de grens. Pakistan reageerde met de grootste mobilisatie ooit.

Beide landen gebruiken Kashmir om de aandacht af te leiden van binnenlandse problemen. India kampt al jaren met een economische crisis. In Pakistan heeft het bondgenootschap met de Verenigde Staten veel kwaad bloed gezet. Kashmir kan voor Pakistaanse moslimfundamentalisten een uitlaatklep zijn. En dat maakt het hele conflict bijzonder gevaarlijk.

M.V.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content