Voeding is een pak duurder geworden. Dat gevoel hebben we toch. De schuld wordt de ene keer in de schoenen van de boeren geschoven, dan weer in die van de voedingsproducenten of de warenhuizen. Maar eigenlijk is het ook uw schuld: wie verse, inlandse voeding koopt in het juiste seizoen hoeft vandaag niet méér te betalen dan een jaar geleden.

Hoeveel ze nu eigenlijk betalen voor een pakje basmatirijst, een netje citroenen of een kilo wortelen? Dat wisten de meeste Belgen tot een paar maanden geleden niet eens. Elke week reden ze naar het plaatselijke filiaal van Delhaize, Colruyt of Carrefour, laadden er onbezorgd hun kar vol, en dachten er verder niet meer over na. Dat is vandaag wel anders. Tussen de rekken van elk warenhuis zie je shoppers uitgebreid de prijs van twee pakken cornflakes of potten confituur vergelijken, veel winkelkarren worden volgestouwd met producten van het goedkopere huismerk, en bij de uitgang van het warenhuis houden steeds meer mensen hun pas in om aandachtig de rekening te bestuderen. Want dat ons eten duurder is geworden, dat gevoel hebben we allemaal.

In kranten en televisiejournaals wordt dan ook uitgebreid over de hoge voedselprijzen bericht, en al bijna een halfjaar lang eisen de vakbonden luidkeels maatregelen om de sterke prijsinflatie op te vangen. Ondertussen vraagt zowat elke belangengroep om meer prijstransparantie. Minister van Ondernemen en Vereenvoudigen Vincent Van Quickenborne (Open VLD) wil zelfs de prijszetting van een zak friet doorlichten.

Wat is er nu eigenlijk van aan? Betalen we echt meer voor ons eten dan pakweg een jaar geleden? Vaststaat in elk geval dat voeding voor het eerst in dertig jaar weer een grotere hap uit ons gezinsbudget neemt. ‘De levensduurte is zeker gestegen’, zegt ING-hoofdeconoom Ivan Van de Cloot. ‘In augustus 2007 bedroeg de inflatie 1,1 procent, maar in december steeg die al boven de 3 procent uit. Vorige maand was ons leven al 4,2 procent duurder dan een jaar geleden, en dat is vooral aan stijgende energieprijzen te wijten.’

Vers fruit, groenten, vlees en vis kostten in april 2008 maar 1,6 procent meer dan in april 2007. ‘De afgelopen jaren is de gemiddelde prijs per kist groente of fruit hier inderdaad niet gestegen’, zegt Noël Keersebilck, algemeen directeur van de Roeselaarse REO-veiling. ‘Vorige winter was het zelfs huilen met de pet op: groenten zoals prei, kropsla, knolselder en witlof gingen tegen heel lage prijzen de deur uit.’ Fruit- en groentehandelaars beweren dat er hoogstens sprake is van prijsschommelingen. ‘Je moet de prijzen van vandaag natuurlijk wel vergelijken met die van dezelfde periode vorig jaar, want het seizoen en het weer zijn van groot belang voor de prijsvorming’, zegt Jan Prinsen, directeur vers- en diepvriesproducten van warenhuisketen Colruyt. Op verzoek van Knack bracht Prinsen de prijsevolutie van de voornaamste groenten en fruit in de afgelopen vijf jaar in kaart. De conclusie is duidelijk: ‘Als je lokaal geteelde verse producten in het juiste seizoen koopt, zul je merken dat die over het algemeen goedkoper zijn geworden’, aldus Prinsen (zie tabellen).

Wie aardbeien wil met kerst, witlof in zomerslaatjes verwerkt of in januari tomaten koopt, moet natuurlijk wat dieper in zijn portemonnee tasten. Want dan moeten die producten in serres worden gekweekt, en dat zorgt voor hoge stookkosten. Of ze worden uit het vaak verre buitenland aangevoerd, wat dan weer hoge transportkosten oplevert. We letten er niet altijd op, maar een groot deel van onze dagelijkse voeding komt van over de hele wereld. De primeuraardappelen, die nu in alle winkels worden aangeprezen, worden bijvoorbeeld uit Cyprus en Israël ingevoerd. En zonder dat we daar al te veel bij stilstaan, kopen we ook geregeld prinsessenbonen uit Kenia, asperges uit Peru, en uien uit Nieuw-Zeeland, Tasmanië of Australië. Dat drijft de prijs natuurlijk op, maar de klant is nu eenmaal koning.

Niet alleen de afstand die verse producten afleggen speelt een rol bij de prijszetting, ook het weer blijkt van belang te zijn. ‘Lange tijd was een krop sla bijvoorbeeld goedkoop’, legt Prinsen uit. ‘Tot het een paar weken geleden heel warm werd en iedereen zijn barbecue van onder het stof haalde. Niet alleen vlees ging massaal de deur uit, ook de verkoop van sla verdubbelde. En de prijs ervan ook. Dat is een jaarlijks terugkerend fenomeen.’

ONZE WARME BAKKER

Wie een beetje uit zijn doppen kijkt, hoeft vandaag dus niet méér voor zijn verse voeding te betalen dan een jaar geleden. Dat geldt echter niet voor bewerkte levensmiddelen, zoals chocopasta, een blik tomatensoep, spaghetti, margarine of een kant-en-klare diepvriesmaaltijd. Uit cijfers van de Nationale Bank blijkt dat die in 2007 meer dan 4 procent duurder werden, en sinds begin dit jaar loopt dat zelfs op tot boven de 8 procent.

Dat komt vooral door de enorme prijsstijgingen op de wereldmarkt van basisvoedingsstoffen, zoals graan, rijst en maïs (zie kader). ‘En de prijs van oliën en vetten steeg op een bepaald moment van 400 tot 1200 dollar’, zegt Eddy De Mûelenaere, algemeen directeur van Vandemoortele, dat onder meer margarines produceert. ‘De kostprijs van de oliegrondstof is goed voor 50 procent van de winkelprijs van een merkmargarine. Als de prijs van die grondstof verdubbelt, moet de prijs in de winkel dus ook met 50 procent stijgen om dat te compenseren. Maar bij margarines van het huismerk van een supermarktketen maakt de grondstofprijs wel 80 procent van de productiekosten uit, omdat er bijvoorbeeld minder geld aan marketing wordt gespendeerd. Bij een verdubbeling van de grondstofprijs, moet de prijs van zo’n margarine dan met 80 procent stijgen.’ Met andere woorden: hoe goedkoper het product, hoe groter de procentuele stijging moet zijn om de stijging van de grondstofprijs op te vangen.

Niet alleen de gestegen grondstofprijzen maken bewerkte voeding duurder, ook de petroleumprijs is een belangrijke factor. ‘Je mag niet vergeten dat de explosief gestegen energiefactuur een belangrijk deel van de productiekosten uitmaakt’, zegt Ivan Van de Cloot. ‘De petroleumolie die bijvoorbeeld in de productie van chocopasta en de bijbehorende verpakking en transport kruipt, kost de producent vandaag wellicht meer dan de cacaobonen die hij moet aankopen.’

Aan die mondiale schokgolf op het vlak van olie- en grondstofprijzen kan België weinig doen. ‘Wel zijn er typisch Belgische effecten, die met ons consumptiepatroon te maken hebben’, aldus Van de Cloot. ‘Zo eten wij meer brood dan veel Zuid-Europeanen, en dus lijkt het logisch dat wij harder worden getroffen door de stijging van de graanprijs. In werkelijkheid maakt graan echter maar 7 procent uit van de productiekosten van brood. Belangrijker is dat wij een voorkeur hebben voor warme bakkers, die nog artisanaal en kleinschalig werken. In veel andere Europese landen komt al het brood uit industriële bakkerijen, en dat is veel goedkoper.’

DE KRACHT VAN MERKEN

In de recente Belgian Consumer Goods-rondvraag van de Vlerick Leuven Gent Management School gaf 55 procent van de multinationals en 67 procent van de supermarktketens toe dat de prijsstijgingen van voeding te hoog zijn in verhouding tot de stijging van de grondstofprijzen. Vooral voedingsreuzen als Nestlé, Unilever en Danone zouden van de situatie op de internationale voedselmarkt hebben geprofiteerd om hun prijzen nog extra op te drijven. ‘Ze hebben die mondiale prijsstijgingen aangegrepen om de verhoogde energie- en personeelskosten in de winkelprijs door te rekenen’, zegt retailspecialist Gino Van Ossel van Vlerick. ‘Op zich is dat heel normaal, maar het lijkt natuurlijk wel verdacht als ze eerst doen alsof het alleen maar door die grondstofprijzen komt.’

Fabrikanten van merkartikelen kunnen zich ook niet zomaar alles veroorloven. ‘Sinds oktober 2007 zijn de consumenten meer en meer het huismerk van hun warenhuis gaan kopen in plaats van het vertrouwde A-merk’, zegt Van Ossel. ‘Dus ook merk- artikelenfabrikanten moeten opletten dat ze hun prijzen niet al te veel optrekken. Zeker als het om producten gaat waarvan de kopers de prijs zeer goed kennen. Als dagelijkse theedrinker ken je wellicht de prijs van een doos Lipton Earl Greythee, maar je weet niet uit het hoofd hoeveel je voor zo’n speciale kruidenthee betaalt. De prijs van die Earl Grey kan men dus niet te veel verhogen, die van zo’n kruidenthee wel.’

Warenhuizen, superettes en buurtwinkels konden het zich de afgelopen maanden nog veel minder veroorloven om hun prijzen meer op te drijven dan strikt noodzakelijk. ‘Al maandenlang wist iedereen in de distributiesector dat er een koopkrachtdaling zat aan te komen’, aldus Van Ossel. ‘Als dat gebeurt, gaat de consument goedkopere producten kopen of in goedkopere warenhuizen winkelen. Dan kunnen ketens als Delhaize en Carrefour hun prijzen dus beter laten zakken dan stijgen. Wie zijn producten op dat moment duurder maakt dan nodig speelt echt met vuur.’

GEEN PRIJZENSLAG

Opvallend is dat de voedingsprijzen in België sterker zijn gestegen dan het Europese gemiddelde. Volgens de Europese Commissie komt dat vooral door de grote stijging van de gasprijzen en door de hogere distributiekosten van gas en elektriciteit. ‘Vanaf 1992 zijn de prijzen van bewerkte levensmiddelen in België minder sterk gestegen dan in de euro- zone’, zegt econoom Ivan Van de Cloot. ‘Tegen 2007 was die stijging al 10 procent minder, maar sindsdien is er bij ons een inhaalbeweging ingezet.’

Daar zit ook de afgezwakte prijsconcurrentie tussen de verschillende warenhuisketens voor iets tussen. ‘In België was het lange tijd Carrefour dat zich met lage prijzen probeerde te profileren’, zegt Van Ossel. ‘Uiteindelijk spon vooral Colruyt daar garen bij, want die warenhuisketen garandeert voor elk product de laagste prijs in de streek. Met andere woorden: telkens als Carrefour een prijs verlaagde, dook Colruyt eronder. Toen Marc Oursin twee jaar geleden aan het hoofd van Carrefour Belgium kwam, gooide hij het roer om. Hij zag in dat hij nooit een prijzenslag kon winnen van Colruyt, dat een veel lichtere en efficiëntere organisatie heeft, en stopte er dan ook mee. Resultaat: Colruyt kon weer een grotere winstmarge nemen, en ook Delhaize, dat het zich kan veroorloven 5 procent duurder te zijn dan Colruyt, trok zijn prijzen op.’

De laatste weken lijken de prijzen eindelijk te stabiliseren, maar van een echte daling is geen sprake. ‘We zullen ermee moeten leren leven dat ons eten duurder is geworden’, zegt Van de Cloot. ‘Want de graanprijs zal het komende jaar echt niet weer met 30 procent dalen.’ Niet iedereen wil dat echter zomaar aanvaarden, en dus worden de meest uiteenlopende voorstellen gelanceerd om de voedingsprijzen toch maar onder de knoet te houden. ‘Het is onzinnig om bijvoorbeeld van de overheid te eisen dat ze de prijzen aan banden legt’, aldus Van Ossel. ‘Ik wens de politicus die dat wil proberen veel succes: het is gewoon onmogelijk om te achterhalen welke kosten allemaal bij de productie van bewerkte voedingsproducten komen kijken. Of dacht u dat Unilever zomaar zou onthullen hoe het een liter tomatensoep produceert? Dat hangt zo’n multinational echt niet aan de neus van de Belgische regering.’

Of de voedingsprijzen weer zullen dalen of niet, voorlopig hoeven we het nog niet met minder koopkracht te stellen. ‘De laatste jaren is onze koopkracht zelfs blijven groeien doordat er meer mensen aan het werk gingen en er een hoger uurloon uitbetaald werd’, zegt Van de Cloot. Dat geldt echter niet voor iedereen. ‘De gemiddelde Belg heeft inderdaad weinig aan koopkracht ingeboet: voeding werd misschien duurder, maar telecomproducten werden dan weer veel goedkoper’, zegt Van Ossel. ‘Belgen die ónder dat gemiddelde zitten, hebben het echter veel moeilijker, want voeding weegt veel zwaarder door in hun budget. Om daar iets aan te doen, moeten we de voedingsprijzen niet verlagen, maar bijvoorbeeld wel de uitkeringen welvaartsvast maken. Je kunt de stijgende armoede in ons land niet in de schoenen van de distributiesector schuiven, dat is een probleem van de héle samenleving.’

DOOR ANN PEUTEMAN EN EWALD PIRONET

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content