De Mars voor Werk klaagde de ondernemers aan : ze doen weinig voor de werkgelegenheid. Het VBO antwoordt. Een gesprek over werk met voorzitter Boone en gedelegeerd bestuurder Vandeputte.

De vakbondswereld klaagt dat bedrijfsleiders te weinig werkgever zijn, althans te weinig werk geven. Het verwijt wordt niet in dank afgenomen. Werkgevers leven tussen werklozen en voelen in hun onderneming haast tastbaar de schrik van hun medewerkers voor de toekomst van hun job. Zij (over)leven in een wereld van verscherpte concurrentie, maar proclameren met overtuiging : werk is ook onze zorg. Daarom reageerde het Verbond van Belgische Ondernemingen (VBO) ongewoon bitsig op de ?brutale beslissing? van Renault om zijn fabriek in Vilvoorde te sluiten.

?Elk ondernemen heeft een sociale dimensie,? zegt Karel Boone, topman van de familiale voedingsgroep koekjesfabriek Corona-Lotus uit Lembeke, die vestigingen heeft in Frankrijk en Nederland. Sedert een jaar is hij voorzitter van het VBO, waarvan Tony Vandeputte gedelegeerd bestuurder is.

Hoe gaat het met de economie ?

KAREL BOONE : De wereldeconomie kende nooit zo’n sterke groei als de jongste vijf jaar. Die groei is bij ons licht ; twee procent op drie kunnen wij niet hopen. Dat is geen economische crisis, maar door de zeer hoge werkloosheid lijkt het erop.

De winstcijfers van de ondernemingen in België zien er goed uit.

BOONE : In vergelijking met 1995 dat niet goed was, is 1996 wel positief.

TONY VANDEPUTTE : De rendabiliteit van het eigen vermogen verbetert, maar de statistieken van de Nationale Bank tonen aan dat ze nog meer dan een derde lager ligt dan in de andere Europese landen.

Toch springt de beurs van Brussel van record naar record.

BOONE : De beurs is niet de volledige waardemeter van de economische prestaties van het land. De beursgenoteerde vennootschappen vertegenwoordigen slechts enkele tientallen procenten van de totale werkgelegenheid. De economie wordt ook door andere en kleinere ondernemingen gemaakt.

De vrees voor een tuimeling van de beurskoersen op de internationale markten en in Brussel neemt toe. Komt er een beurscrash die de economie pijn doet ?

BOONE : Ik ben geen goeroe die koerscorrecties kan voorspellen. Ik zie geen drama aankomen. Maar zeggen dat de ondernemingen meer winst maken en dat de beurs goed presteert en er dus niets aan de hand is, dat is niet correct.

Is in die economische toestand het gebrek aan werk het enige grote probleem ?

BOONE : Niet het enige, wel het grootste. De overheid is ook een probleem. De oplossingen voor het vraagstuk van de werkgelegenheid zouden makkelijker zijn met minder staatsschuld en overheidstekort.

Kunnen we op een snelle verbetering van de werkgelegenheid hopen ?

BOONE : Ik zie niet in hoe het aantal arbeidsuren in de industrie en de klassieke diensten in de toekomst drastisch kan verhogen.

VANDEPUTTE : De privé-sector kan niet alle mensen op de arbeidsmarkt, mannen en vrouwen, van hun twintigste tot hun vijfenzestigste, een voltijdse baan aanbieden.

Stoten de ondernemingen veeleer werk af dan er te creëren ? Is de sluiting van Renault-Vilvoorde een dramatisch voorbeeld ?

BOONE : De ondernemingen zullen altijd werk scheppen. De economie is dynamisch, sommige activiteiten verdwijnen al zou dat niet zo brutaal mogen als bij Renault. Wij hebben geen koolmijnen meer, de textiel is uitgedund, veel goederen die we dagelijks gebruiken worden niet meer in België en zelfs niet meer in Europa geproduceerd. Wat is het probleem ? Onze economie krijgt onvoldoende stimulansen om nieuwe activiteiten op te zetten. Dus blijven we met meer werkloosheid zitten dan wanneer het ondernemen zou worden ondersteund.

Wat betekent ondersteunen van het ondernemen concreet ?

BOONE : Veel. De arbeidskost moet minstens dalen tot op het niveau van de buurlanden. Zoniet kiest een investeerder voor Noord-Frankrijk, Gelderland of elders. Er bestaat een probleem van normaal betaalde arbeid, maar niet van werk. Er is werk genoeg, maar het is te duur. Wie netto driehonderd frank per uur verdient kan moeilijk duizend frank per uur betalen voor een schilder. Wat moet er dan gebeuren ? Ofwel dalen de sociale en andere lasten op dat soort werk drastisch, ofwel krijgt de gebruiker fiscale voordelen, die het werk betaalbaar maken. Zo komt veel werkgelegenheid tot stand. Ook in activiteiten als kinderverzorging, ziekenhuizen, milieuzorg…

Intussen zijn er een half miljoen volledig werklozen en enkele honderdduizenden anderen daar bovenop. Dat ontreddert de maatschappij, met haar angst, extremisme, armoede, sekten, misdaad…

BOONE : Wij zijn ons daarvan bewust. We zijn begaan met de werkloosheid, nemen verantwoordelijkheid op. Wij zullen ervoor zorgen dat de vele mensen die in de ondernemingen minder willen werken dat ook kunnen. Zonder looncompensatie natuurlijk, want elke stap naar een duurder uurloon is rampzalig. Daarom verzetten we ons tegen de gemakkelijk lijkende maar valse oplossing van werktijdverkorting met loonbehoud. Alsof men op minder uren evenveel goederen en diensten kan produceren. De mensen begrijpen dat. Ik behoor niet tot diegenen die zeggen we door een nog veel zwaardere crisis moeten, voor we inzien hoe de zaken liggen.

De Mars voor Werk mikte op de ondernemingen. Een vergissing ?

VANDEPUTTE : De betoging was niet in de eerste plaats tegen de ondernemingen gericht, maar tegen de Belgische en de Europese overheden. Van hen verwachten de betogers banenscheppende initiatieven.

Iedereen kijkt naar de ondernemingen als het om werk gaat.

BOONE : Omdat het daar is dat gewerkt wordt.

VANDEPUTTE : De ondernemingen bieden werk aan 2,2 miljoen mensen. We tellen 70.000 arbeidsplaatsen meer dan twee jaar geleden, en 150.000 meer dan tien jaar geleden en het zouden er 310.000 meer zijn geweest, mocht de loonstijging gelijk zijn gelopen met die van de buurlanden. Het is niet juist dat alleen maar arbeidsplaatsen verloren gaan. Meer dan vroeger is de onderneming in de huidige, moeilijke periode voor velen een vaste referentie in het dagelijks leven en werken, in het sociaal contact. De ongerustheid over de baan nam toe, maar de aanhankelijkheid, de loyauteit nam niet af, integendeel.

Werkloosheid is een Europees probleem. Duitsland boekt met 4,5 miljoen werklozen een historisch record.

BOONE : Duitsland is het enige land dat duurder werkt dan wij. Ik spreek niet over Engeland, dat velen als een buitenbeentje beschouwen. Frankrijk kende de jongste jaren niet dezelfde loonkoststijging als wij. Nederland matigde drastisch. In mijn bedrijf in Amsterdam zag ik de loonkost op zeven jaar tien procent onder de Belgische zakken. De Nederlanders hebben minder problemen met werkloosheid dan wij. Ze stellen zich flexibel op en beschouwen deeltijdarbeid als volwaardig werk. Nederland was vijftien jaar geleden zo ziek als wij vandaag.

Nederland telt natuurlijk zijn werklozen nogal selectief. Maar werkgevers en bonden lijken er beter dan in België met mekaar op te schieten. Tegen de loonmatiging, die toenmalige vakbondsleider en huidige premier Wim Kok tien jaar geleden aanvaardde, boden de werkgevers arbeidsherverdeling met werktijdverkorting.

BOONE : Niet altijd zoals de vakbonden het hier wensen. In België werken mijn mensen 38 uur per week, in Amsterdam 36 uur, maar met tien procent minder loonkost. Voor mij mag iedereen 36 uur werken, als dat per uur niet meer kost. Die werktijdverkorting kan echter niet voor gespecialiseerde werknemers. Want, ondanks de hoge werkloosheid, vinden veel ondernemingen in België niet de nodige gekwalificeerde medewerkers. Daarom zou lineaire werktijdverkorting funest zijn.

Het VBO kiest resoluut voor deeltijdarbeid.

BOONE : Veel werknemers willen dat ook. Van mijn 500 mensen arbeiden er 160 deeltijds, tien mannen en 150 vrouwen. Ik vond die niet via een advertentie. Dat zijn mensen die om allerlei redenen de opvoeding van hun kinderen, bijvoorbeeld verkiezen een tijd minder te werken. Wanneer ze weer voltijds willen arbeiden kan dat.

Sommigen verfoeien het traditionele rollenpatroon met de parttime vrouw, anderhalve job per gezin…

BOONE : Ik heb evenveel respect voor de wensen van de vrouwen als voor die van de mannen. We leven niet in een dictatuur die de vrouwen oplegt wat ze moeten doen. Wij moeten de mensen laten kiezen hoe zij hun leven organiseren en daartoe de jobs veranderen en de arbeidstijden. Meer en meer mannen willen het naar het einde van hun carrière rustiger aan doen, niet meer voltijds. Dat is veel beter dan iedereen op 55 jaar met brugpensioen te sturen, wat onze maatschappij ruïneert.

Ondernemingen schijnen niet genoeg te doen voor deeltijdarbeid.

BOONE : Tegen welke verandering bestaan geen weerstanden ? Deeltijdarbeid is organisatorisch moeilijker en duurder. Maar mijn parttimemedewerkers zijn erg gemotiveerd, zodat deeltijdarbeid uiteindelijk niet echt duurder is. Het aantal ondernemingen dat deeltijdwerk stimuleert, groeit.

VANDEPUTTE : Met eenzelfde peil deeltijdsen als in de drie buurlanden hebben wij 40.000 bijkomende arbeidsplaatsen. Neuzen natuurlijk, geen voltijdbanen. Op Nederlands niveau zouden het er nog meer zijn.

Een waarschuwing luidt dat deeltijdarbeid het zwartwerk stimuleert.

VANDEPUTTE : Juist, onze mentaliteit is minder correct dan in Nederland. Zwartwerk is een argument tegen algemene werktijdverkorting.

BOONE : Ik ben radicaal tegen zwartwerk. Maar een belangrijk deel van de diensten kan alleen in het zwart gepresteerd worden, anders kunnen de mensen ze niet betalen. Tegen 300 frank per uur krijg je gelijk welke klusjesman, in het zwart. Dat is een drama, de overheid moet dat oplossen.

De vakbonden eisen werktijdverkorting op kosten van de werkgever. Het VBO kiest voor deeltijdwerk, of werktijdverkorting op kosten van de werknemer. Hoe komt daar ooit een akkoord uit ?

BOONE : Wie minder werkt, verdient minder. Dat is toch de logica zelf. De waarde van het werken moet in ere worden hersteld. Verdienen is afhankelijk van werk, prestatie en niveau van prestaties. Zoniet geef ik België weinig toekomst.

De verlaging van de loonkost is volgens het VBO de belangrijkste stimulans voor de werkgelegenheid.

BOONE : Het is vermetel te geloven dat België, met zijn open economie, kan slagen met tien procent meer loonkosten dan de buurlanden. Het volstaat niet te zeggen dat wij beter zijn en productiever werken. Wij wonen vlak naast mekaar en zitten straks in dezelfde muntunie. Met onze loonkost is de strijd bij voorbaat verloren. Wij vragen geen inlevering, wij hebben nooit gepleit voor een vermindering van het netto-inkomen. Het gaat om de loonkost, de te zware sociale lasten op de arbeid.

Toch klinkt de klacht dat de minimumlonen te hoog zijn. Daardoor verliezen ongeschoolde arbeiders de strijd tegen de goedkoper werkende machines.

VANDEPUTTE : De kostprijs, niet wat de man verdient, ligt te hoog, afgewogen tegen de toegevoegde waarde van de persoon in de onderneming.

BOONE : Een hoop werk is mogelijk, mochten de laagst gekwalificeerde werknemers goedkoper zijn. Het nettominimumloon kan moeilijk lager, want de werkloosheidsvergoeding ligt daar heel dicht bij. De oplossing ligt elders. In Nederland daalden de minimumlonen, maar terzelfdertijd verlaagde de overheid de belastingen erop. Lagere-inkomensgroepen lijden niet onder de permanente loonmatiging, ze blijven een goed nettoloon behouden.

Een maand werken voor 35.000 of 40.000 frank. Is dat te duur ?

BOONE : Dat loon kan laag lijken, maar je kunt er heel wat mee doen. Zaken die we ons vroeger niet konden permitteren gelden nu als een absolute noodzaak. Wij hebben een hoge welstand bereikt. We moeten inspanningen doen om die te behouden. Trouwens, de lage inflatie ondersteunt nu al enkele jaren de koopkracht. Veel producten en diensten zijn goedkoper dan vroeger.

VANDEPUTTE : Dankzij de waardestijging van de Belgische frank kunnen we voor hetzelfde geld meer producten uit het buitenland kopen. Men vraagt loonstijgingen, maar vergeet de andere manieren om de koopkracht te verhogen. Nederland matigt de lonen, maar de koopkracht van de bevolking verhoogde lichtjes, omdat de sociale bijdragen en de belastingen omlaag gingen. Een maatschappelijke besparing, ten voordele van gezinnen en individuen.

Nederland zit op een aardgasbel.

VANDEPUTTE : Wij hebben Brussel als Europese hoofdstad. Dat vertegenwoordigt 60 tot 80 miljard frank bijkomende ontvangsten, één procent van het bruto binnenlands product.

Loonmatiging, deeltijdinkomen. Bestaat het gevaar dat de consumptie, als motor van de economie, blijft sputteren ?

BOONE : Consumptie heeft meer te maken met de vrees voor de toekomst dan met de laatste vijf procent van het inkomen. De Nederlandse aanpak biedt de mensen perspectief, ze geloven erin. Dat leidt tot groei. Een procent meer. Maar één procent is enorm voor bestedingen, staatsinkomsten, werkgelegenheid. Vertrouwen in de toekomst stimuleert het verbruik. Bij gebrek aan vertrouwen eet iedereen het hoogstnoodzakelijke, koopt hetgeen hij echt verlangt of reist snel naar een palmboom en voor de rest : broeksriem dicht. Daar lijdt de economie onder. De Belgen hebben geen perspectief op beterschap.

Is het Belgisch klimaat pessimistischer dan in Nederland ?

BOONE : Zeker. Met daar bovenop een accumulatie van maatschappelijk dramatische problemen.

Draagt het VBO met zijn klachten niet bij tot dit pessimisme ?

BOONE : Ik denk het. Een optimistisch discours zou beter zijn. Maar we kampen met de zware concurrentie van landen die performanter zijn, lagere lonen hebben. Wij kunnen in de ondernemingen geen verhaal afsteken van la vie en rose.

U onderstreept dat de nettolonen niet te hoog zijn, maar dat de loonkost te zwaar is. De sociale kost weegt te zwaar op de arbeid. Is de sociale zekerheid hét probleem ?

BOONE : Een boom blijft maar gezond als je hem snoeit. Zo ook moeten wij permanent in de sociale zekerheid snoeien om het essentiële te bewaren en de toekomst te beveiligen. Wij kiezen immers voor een maatschappij die de zekerheid biedt van pensioen, van een inkomen bij ziekte enzovoort.

Maar 1.300 miljard frank sociale zekerheid is u te duur ?

BOONE : Zonder snoeien zal dat bedrag vlug stijgen naar 1.500 miljard en verder. Als gevolg van de veroudering van de bevolking, bijvoorbeeld. Zonder snoeien kunnen we de vergrijzing nooit betalen.

Besparen in de sociale zekerheid, is dat niet dromen van mooi weer als het regent ?

BOONE : Iedereen ziet dagelijks dingen waarop de staat kan besparen. Ook in het goed beheer van de sociale zekerheid hebben wij de hoogste score nog niet gehaald.

Hoeveel besparen ? Tien, vijftien procent ?

BOONE : Dat is misschien mogelijk. We moeten ook nadenken over de financiering van bepaalde maatschappelijke keuzen, zoals iedereen een pensioen geven, zelfs zonder volledige loopbaan, of jongeren die nooit werkten werkloosheidsuitkeringen uitbetalen. Die zaken kunnen niet blijven wegen op de loonkosten.

De alternatieve financiering van de sociale zekerheid, via verschillende belastingen, lukt niet goed.

VANDEPUTTE : Netto vijftig miljard frank, op 1.300 miljard. Dat is niet veel.

Europese oplossingen, zoals de harmonisering van de onroerende voorheffing op de opbrengsten van kapitaal en spaargeld, blijven geblokkeerd.

VANDEPUTTE : Het VBO is daarin vragende partij. De invoering van de euro zal de harmonisering van de fiscale tarieven in Europa vergemakkelijken. Ik wanhoop niet, dat is een kwestie van enkele jaren.

BOONE : Harmonisering wil niet zeggen dat alle Europese landen de hoge Belgische belastingtarieven overnemen. België kost vijf procent BNP meer aan belastingen en sociale lasten dan het gemiddelde van Europa. De anderen zullen ons niet volgen.

Dan gaat het veeleer richting minder belastinginkomsten ?

VANDEPUTTE : De tendens in Europa is die van verlaging van de fiscale en de parafiscale last. Wij zullen een extra inspanning moeten leveren, aangezien we ons op een hoog niveau bevinden. Er komt misschien een roerende voorheffing van tien of vijftien procent, maar we zullen andere tarieven moeten verlagen, bijvoorbeeld de belasting op het persoonlijk inkomen.

Intussen komen Europa en zeker de Europese Monetaire Unie bij de bevolking steeds negatiever over.

BOONE : Wij zijn enthousiaste aanhangers van de euro. België zou ook hard hebben moeten besparen zonder Maastricht en de eenheidsmunt. Wij kunnen niet almaar sneller schulden blijven maken. Het is niet zeer moedig van de overheid die noodzakelijke maatregelen op rekening van Europa te schrijven.

De Renault-affaire versterkte de twijfel aan Europa. Economisch bestaat de Unie, maar een sociaal Europa is er niet.

VANDEPUTTE : Dat klinkt als een slogan. Europa is sociaal of niet sociaal als zijn lidstaten sociaal of niet sociaal zijn. Er gebeurt wel iets op Europees vlak. De Europese sociale dialoog bestaat, de Top van Essen inspireerde het Belgisch Toekomstcontract. Europa legde de Europese ondernemingsraad op men leeft de regel niet altijd na, zie Renault, maar dat is een andere zaak. De Europese sociale partners sloten een akkoord over het ouderschapsverlof en onderhandelen over deeltijdarbeid. Voor het VBO mag Europa op het sociale vlak bijkomende stappen zetten.

Intussen komt Europa over als de promotor van de harde concurrentie.

BOONE : De verbruiker kiest voor concurrentie. Het beste bedrijf, het beste product of de beste dienst wint. Als de verbruikers mijn koekjes niet meer lusten of te duur vinden, heb ik nergens nog iets te vertellen. Niemand koopt schoenen ter wille van de werkgelegenheid in België. De consumenten genieten van goedkope vliegtickets naar Europese steden, dankzij de deregulering van het luchtverkeer. Het gaat om een cultuurverandering. Er is geen andere uitweg, of Europa verzinkt in het niets tegenover Azië en Amerika. Als consument profiteren wij allemaal van een Europa met veel concurrentie. Dat is goed, als we die concurrentiewereld op een verantwoorde manier sociaal kunnen onderbouwen.

De luchtvaartmaatschappijen moeten massaal ontslaan.

BOONE : Je kan niet tegelijk de kool en de geit sparen. De consument die kiest voor zijn koopkracht, kiest voor concurrentie.

Loopt de welvaartsstaat nu ten einde ?

VANDEPUTTE : Een bepaald begrip van de welvaartsstaat heeft afgedaan : dat van jaarlijks bijkomende sociale uitgaven, gefinancierd uit sterke economische groei. We moeten ons aanpassen aan wat in andere werelddelen gebeurt, maar de welvaartsstaat die de economische groei een sociale dimensie geeft, is niet achter de rug.

Pleit u nu voor het Amerikaanse model ?

VANDEPUTTE : Neen. Maar men mag niet te gemakkelijk het Amerikaanse en het Engelse model afschrijven. De Verenigde Staten en Groot-Brittannië zijn in staat veel meer werkgelegenheid te scheppen dan wij.

Met bedelaars op elke hoek van de straat.

VANDEPUTTE : Dat is een raccourci. Er is veel armoede, maar het is niet waar dat die landen armoebanen scheppen. Heel wat mensen worden er in hun eerste job wellicht onvoldoende betaald, maar ze draaien mee in het arbeidsproces. Dat is stukken beter dan werkloos blijven. Ze leren werken, leren een job en na zes maanden of twee jaar hebben ze werk met een normaal inkomen om degelijk te kunnen leven.

BOONE : De verplichting zich waar te maken, geeft de mensen veel capaciteiten. We blijven niet een van de rijkste landen ter wereld zonder enige vechtlust. Onder de narcose van veiligheid en zekerheid blijven we niet rijk.

Geraakt u op een donkere avond niet ontmoedigd ? Zware inspanningen leveren voor 10.000 jobs, misschien 50.000. En honderdduizenden blijven werkloos.

VANDEPUTTE : Een enorm resultaat krijg je niet van vandaag op morgen. Dat is een van de belangrijkste lessen uit het Nederlandse voorbeeld. Zij zijn al tien jaar bezig, stelselmatig op dezelfde weg. En ze boeken nu resultaat.

Guido Despiegelaere

De acties van de Renault-arbeiders werden vorige week grimmiger : de grenzen van het industriële werk.

Moet de werkman zijn overall aan de kapstok hangen ? De ondernemingen geven 2,2 miljoen mensen werk, 70.000 meer dan twee jaar geleden.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content