Het oudste weekblad van ons land houdt eind deze maand op te bestaan. Niet de economische crisis maar de bikkelharde strijd tussen reclamebladen doet de Eecloonaar de das om.

De ‘Moniteur van het Meetjesland’, zo wordt het lokale weekblad de Eecloonaar vaak genoemd. In Eeklo en omstreken geldt ook het gezegde: als het niet in de Eecloonaar heeft gestaan, dan is het niet gebeurd.

Maar de Eecloonaar is niet langer rendabel. Dat zegt althans Piet De Baets, de nieuwe eigenaar. De Baets is actief in de vastgoedsector en geniet in het Meetjesland vooral bekendheid als uitgever van het reclameblad Taptoe. Dat brengt behalve advertenties ook veel roddels. ‘Een toverformule’, stelt De Baets trots. ‘Roddels en geruchten opblazen tot enorme proporties. Geloof me, dat werkt. Zo is Taptoe uitgegroeid tot een toonaangevend blad.’

Taptoe had volgens De Baets de voorbije decennia maar één echte concurrent: de Meetjeslandse Expres. Een reclameblad dat behoorde tot de Eecloonaar-groep. Die groep bestond uit drie huis-aan-huisbladen, een gerenommeerde uitgeverij van wielerboeken, een drukkerij en het weekblad de Eecloonaar – het paradepaardje van het bedrijf.

Al meer dan tachtig jaar was de groep in handen van de familie De Sutter, maar vorig jaar kwam daar een einde aan. Omdat er geen familiale opvolgers waren, moest Michel De Sutter op zoek naar een externe overnemer. Hij had twee voorwaarden. Eén: het mocht níét Piet De Baets zijn. Die had al eens geprobeerd de groep over te nemen en De Sutter was ervan overtuigd dat dit het einde van het weekblad zou betekenen. En twee: de verschillende delen van de groep mochten niet afzonderlijk worden verkocht. ‘Er waren genoeg kandidaten voor de drukkerij en voor de huis-aan-huisbla-den, maar ik wou alles samenhouden’, legt Michel De Sutter uit. ‘Het geheel was namelijk belangrijker dan de som van de delen. Die waren afzonderlijk perfect rendabel, maar samen brachten ze net dat extra’s op. De lokale toneelvereniging bijvoorbeeld zag haar voorstelling aangekondigd in het weekblad, en liet daarom ook haar drukwerk door ons verzorgen. De advertentiedienst van de huis-aanhuisbladen vulde ook de reclameruimte in het weekblad. En alles werd in de eigen drukkerij tegen kostprijs gedrukt. Zo werkte het prima.’

Na een jaar zoeken bleek er één kandidaat-overnemer te zijn: Michel Calewaert. Die kocht in maart vorig jaar de hele groep. En toen bleek Calewaert een stroman van Piet De Baets te zijn.

Meteen na de overname begon De Baets de groep op te splitsten. De uitgeverij van wielerboeken werd voor grof geld verkocht, ook de drukkerij werd van de hand gedaan en de huis-aan-huisbladen werden opgedoekt. Bleef nog over: het weekblad de Eecloonaar zelf.

Na een financiële analyse kwam De Baets tot de conclusie dat het weekblad grote verliezen maakte. Ergens tussen de 150.000 en de 200.000 euro. En dus stopt De Baets met het blad, al wil hij naar eigen zeggen wel de titel de Eecloonaar behouden. In zijn reclameblad Taptoe zal vanaf 15 april vier tot zes pagina’s Eecloonaarnieuws verschijnen. ‘Maar dan wel enkel korte en vooral straffe stukjes’, benadrukt hij.

De Baets geeft overigens toe dat het hem allemaal mooi uitkomt. Zijn grootste concurrent, de Meetjeslandse Expres, is verdwenen. En met het paradepaardje van de Eecloonaar-groep, het weekblad, kan hij nu zijn eigen advertentieblad opsmukken. Dat daardoor een monument van de lokale journalistiek verdwijnt, zal De Baets worst wezen. ‘Ik heb geen enkele emotionele band met dat blad. Na deze week ben ik van een verliespost af en heb ik dus een zorg minder. En mijn Taptoe wordt voortaan een blad waar niemand meer omheen kan.’

Grote media

Het lot van de Eecloonaar doet emeritus hoogleraar in de communicatiewetenschappen Els De Bens ook denken aan de problemen bij de ‘grote media’. ‘Die kleine media, zoals ik de lokale weekbladen voor het gemak even noem, ontsnappen natuurlijk niet aan de problemen waar de grote media mee kampen. Ook daar rukt de commercialisering op en wordt er meer en meer in cijfers gedacht’, stelt De Bens. ‘Het lijkt me een wetmatigheid dat zo’n lokaal weekblad moeilijk zelfstandig kan overleven. Dat kan alleen wanneer het goed ingebed is in een bedrijf, zoals bij de Eecloonaar oorspronkelijk het geval was. Het beste voorbeeld daarvan is de Krant van West-Vlaanderen. Uitgeverij Roularta heeft als een van de eerste ingezien hoe belangrijk die lokale berichtgeving is en heeft voor die bladen ook een goede structuur opgezet, waardoor ze wel degelijk renderen. Je mag niet vergeten dat lokale berichtgeving aan een echte behoefte voldoet. Het is algemeen bekend dat hoe meer de wereld globaliseert, hoe meer we terugvallen op wat er in onze directe omgeving gebeurt.’

Lokale journalistiek heeft wel degelijk een maatschappelijk belang, vindt ook Michel De Sutter. ‘ de Eecloonaar was het bindmiddel voor een hele regio. Het Meetjesland scoort hoog op sociaal, cultureel en sportief vlak in vergelijking met vele andere streken. De constante en meestal gratis promotie in het streekblad speelde daarbij een niet te onderschatten rol.’

Je kunt de regionale pagina’s van nationale kranten ook niet vergelijken met lokale weekbladen zoals de Eecloonaar. ‘Die regionale pagina’s hebben amper aandacht voor het gewone nieuws uit het verenigingsleven’, stelt Alex Van Wynsberghe, voorzitter van de cultuurraad van Assenede. De raad was een vaste waarde in de Eecloonaar en ziet nu een heel afzetgebied verdwijnen. ‘Waar moeten wij nu onze berichten slijten? De regionale pagina’s van de kranten, daar moet alles kort en krachtig zijn. Geen achtergrond, weinig uitleg. En die zijn ook vooral geïnteresseerd in polemieken en gepolitiseerde dossiers. De gewone berichtjes over het verenigingsleven komen er niet in.’

Dit is de mediawereld in het klein, meent professor De Bens. ‘Ook in de grote media krijg je steeds minder cultureel nieuws en veel minder achtergrond. Het moet allemaal flitsend, sensationeel zijn. De uitgevers staan er voorlopig nog niet bij stil wat er daardoor allemaal kapotgemaakt wordt.’

DOOR CATHY GALLE

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content