In 2007 treedt Roemenië toe tot de Europese Unie. Te snel, zeggen sommigen, en dat zou vooral de Roemenen zelf wel eens zuur kunnen opbreken.

Roemenië is een ‘functionerende economie’. Zo stelde de Europese Commissie begin oktober in een tussentijds rapport iedereen gerust. Het land was weliswaar niet tijdig klaar geraakt om in 2004 samen met acht andere ex-communistische landen toe te treden tot de Europese Unie, tegen 2007 zou het met Roemenië wel loslopen. Slechts om te vermijden dat de Roemeense politici de teugels zouden vieren, liet het rapport nog de mogelijkheid om het lidmaatschap eventueel met een jaar uit te stellen. Een verbrekingsclausule, de noodrem die voor Turkije en Kroatië geldt, is er voor de Roemenen niet. De weg naar het EU-lidmaatschap ligt met andere woorden wijd open.

Nochtans is niet alles rozengeur en maneschijn in Roemenië. Het land dat vijftien jaar geleden brutaal afscheid nam van dictator Nicolae Ceausescu, worstelt – eveneens volgens het EU-rapport – nog altijd met ‘wijdverspreide corruptie’. Een ingrijpend en structureel probleem, want het schrikt de broodnodige buitenlandse investeerders af. Het rechtssysteem is bovendien nog niet helemaal vrij van politieke bemoeienissen, en minderheden zoals de Roma worden nog altijd zoveel mogelijk genegeerd.

Dat stond dus allemaal in dat rapport. En juist daarom keken veel waarnemers twee weken geleden verrast op toen scheidend Europees commissaris voor Uitbreiding Günter Verheugen meedeelde dat Roemenië nog voor het einde van november zijn laatste drie (van de 31) onderhandelingshoofdstukken zou kunnen afsluiten, en dus op 1 januari 2007 probleemloos lid zou kunnen worden van de Unie.

De Roemeense oppositie reageerde ontzet, want de timing van Verheugens uitspraak was verre van onschuldig. Op 28 november, komende zondag, kiezen de Roemenen een nieuw parlement en een nieuwe president. Verheugens uitspraak is een enorm electoraal cadeau voor premier Adrian Nastase, zelf presidentskandidaat, en zijn sociaal-democratische partij.

‘Beschamend’, noemt ook Nelly Maes het optreden van Verheugen. Ook al omdat de Duitser aan het einde van zijn mandaat alleen nog zogenaamd lopende zaken zou mogen afhandelen. Maes, ex-europarlementslid, is momenteel voorzitter van de Europese Vrije Alliantie, een Europese partij waartoe ook haar eigen partij Spirit behoort. Ze bracht onlangs een bezoek aan Roemenië en sprak er met leden van de oppositie, onder wie oud-president Emil Constantinescu. Conclusie van haar bezoek: Nastase verdiende dat schouderklopje helemaal niet.

NELLY MAES: Roemenië is op dit moment absoluut nog niet klaar voor de Europese Unie. De oude communistische gewoontes en de corruptie verlammen het economische leven, en mensen worden nog zonder eerlijk proces in de gevangenis gegooid. Van een volwassen democratie is geen sprake, in feite is Roemenië nog altijd een oligarchie, met dezelfde mensen aan het roer als in de communistische tijd. De diepe structuren van het communisme zijn er nooit verdwenen. Veel staatsbedrijven domineren nog altijd het economische leven, en wat geprivatiseerd werd, is nu in handen van mensen uit het oude regime.

Laat de Europese Unie zich dan door Boekarest misleiden?

MAES: Brussel wordt getroost met beloften en praatjes en laat zich meeslepen door schijnoperaties. De corruptiebestrijding bijvoorbeeld is een lachertje. De échte corruptie aan de top wordt niet bestreden, maar mensen worden wel beschuldigd van corruptie als ze niet in de pas lopen. In Roemenië zegt men wel eens dat de plaatselijke nomenklatoera er tijdens het communisme heeft geleerd om te liegen tegen Moskou, en dat ze nu hetzelfde spelletje speelt met Brussel. Eens Europa de rug gedraaid heeft, doen de Roemenen wat ze willen.

Biedt het lidmaatschap dan geen kansen om het land structureel vooruit te helpen?

MAES: Heel wat Roemeense intellectuelen zagen de Unie als een bondgenoot om structurele maatregelen af te dwingen. Maar zij zijn ontgoocheld, nu snelle hervormingen op papier voor Brussel voldoende blijken. Bovendien vrezen zij nu – terecht – dat de plaatselijke economie binnenkort helemaal platgewalst of opgekocht zal worden door buitenlanders, zoals dat in Oost-Duitsland is gebeurd na de val van de Muur. Ik denk dat als we Roemenië te makkelijk laten aansluiten, de gewone Roemenen daar het voornaamste slachtoffer van zullen zijn.

Gerry Meeuwssen

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content