Peter Mertens (PVDA)

‘Maak het vermogen van politici openbaar (al zou een maximumloon ook niet slecht zijn)’

Peter Mertens (PVDA) Kamerlid PVDA

‘De tienduizend-euro-politici zijn steeds meer vervreemd van de realiteit’, schrijft Peter Mertens. Ze zijn afgesneden van de wereld van dure elektriciteit, harde werkomstandigheden, en langer werken. ‘Wij willen dat het vermogen van politiekers openbaar wordt. Al zou een maximumloon voor politici ook niet slecht zijn.’

In debatten kom ik ze tegen: vurige machtspolitiekers die het knelpunt van de hoge energieprijzen met een armslag van tafel vegen. Omdat de gas- en elektriciteitsrekening nauwelijks één procent van hun maandbudget uitmaakt, kunnen ze zich zelfs niet voorstellen dat veel mensen iedere maand tien procent of meer van hun inkomen aan energie moeten besteden.

‘Maak het vermogen van politici openbaar (al zou een maximumloon ook niet slecht zijn)’

Ook de jonge generatie politici, de nieuwe Wetstraatboys die nooit een fabriek van binnen hebben gezien, pleiten er zonder verpinken voor mensen twee, drie jaar langer te laten werken. Zelf hebben ze de garantie op een pensioen van 3 à 4.000 euro… als ze amper 52 zijn. En dan zijn er de parlementsleden die breedvoerig pleiten langer te werken en dan maar te “onthaasten” tijdens de carrière, zonder dat ze ook maar een flauw benul hebben van de reële economie en de helse werkritmes in bijna alle sectoren. De sociale crisis met haar schrijnende kloof tussen overvloed en tekort, gaat hand in hand met een andere crisis: de crisis van de politieke legitimiteit.

Het probleem met de tienduizend-euro-politici

Bruno is 41 jaar oud. Hij is postbode. Dat betekent vroeg opstaan. En door weer en wind de post bezorgen. Gechronometreerd, met steeds minder tijd voor de mensen. Na een loopbaan van 40 jaar zal Bruno recht hebben op een pensioen van 1.584 euro. Hij heeft geen tweede pijler. Als de maatregelen van de regering erdoor komen dan zal Bruno maandelijks 329 euro pensioen verliezen. Hij zal dan met 1.219 euro moeten rondkomen. Dat is een serieuze aderlating. “We leven allemaal boven onze stand”, zo hoort Bruno dan. En natuurlijk is hij dan kwaad.

De uitspraak van vice-premier Kris Peeters is typerend voor de zeden van deze tijd. ‘Ongelukkig geciteerd’, zo wordt gezegd. Dat kan zijn. Maar de uitschuiver van Peeters toont wel de vervreemding aan van een groeiende laag politici en verantwoordelijken. Iemand die elke maand 10.786 euro verdient, zoals Kris Peeters, zou zich best iets nederiger opstellen alvorens grote uitspraken te doen over het levensniveau van anderen. Het is stuitend dat deze generatie 10.000-euro-politici het belerende vingertje opsteekt over zogenaamde ‘privileges’ van havenarbeiders, kinderverzorgsters, loodsen, spoormannen en luchtverkeersleiders, terwijl de eigen privileges steevast buiten schot blijven.

Riante zelfbediening aan de ene kant, matiging na matiging aan de andere kant: is dat de toekomst?

In het politiek correcte rechtse denken van vandaag is het een dik taboe om over de inkomenskloof met de politieke klasse te beginnen. Ik lijd aan een “negatief wereldbeeld”, dat bovendien “berust in het verleden”, zo schrijft Open VLD-voorzitster Gwendolyn Rutten aan mij. Als voorzitster van Open VLD verdient ze zelf zo’n 203.000 euro bruto per jaar, en als schepen van de Stad Aarschot dikt dat aan met nog eens 47.000 euro per jaar. Moet kunnen. Alleen is het dan wel erg wereldvreemd om grote uitspraken te doen over het werkritme van mensen die in volcontinu-systemen werken, die rugklachten hebben of die het moeilijk hebben om hun elektriciteitsrekening te betalen.

‘Laten we eens kijken naar haar partijgenote Guy Verhofstadt, een boegbeeld van de zelfbedieningspolitici die zichzelf verrijken met hand- en spandiensten aan grote industriële en financiële instellingen.’

Het is ook storend dat mevrouw Rutten de politieke zeden van de 20ste eeuw steeds afschildert als een soort toekomstfabriek. Vrijheid en toekomst, dat is het model dat wij willen, aldus de open liberale. Is dat zo? Laten we eens kijken naar haar partijgenote Guy Verhofstadt, een boegbeeld van de zelfbedieningspolitici die zichzelf verrijken met hand- en spandiensten aan grote industriële en financiële instellingen maar van de bevolking wel matiging na matiging vragen. Is dat de toekomst?

De ‘vrijheid’ van de heer Verhofstadt

De vrijheid van de heer Verhofstadt is inderdaad groot. Bovenop zijn riant loon van Europees parlementslid verdient het liberale boegbeeld jaarlijks nog eens 230.000 euro extra. Voor zo’n bedragen moet een andere mens vijftien jaar werken.

‘Wat ze bij Open VLD ‘vrijheid’ noemen, wordt door gewone mensen ‘belangenvermenging’ geheten.’

Dat is meteen een pak minder vrijheid. Als bestuurder bij de Sofina-holding van de miljonairsfamilie Boël krijgt Verhofstadt zo’n 130.500 euro bruto aan zitpenningen en vergoedingen. Ik schreef vorig jaar al hoe Verhofstadt de vrijheid nam om via Sofina rechtstreeks betrokken te zijn bij de privatisering van het Griekse water in Thessaloniki. Wat zij ‘vrijheid’ noemen, wordt door gewone mensen ‘belangenvermenging’ geheten.

De topman van ‘vrijheid en toekomst’ trekt bij het Nederlandse pensioenfonds APG jaarlijks 42.800 euro. En zijn zitje in de raad van bestuur van gastankerrederij Exmar is jaarlijks 60.000 euro waard. Exmar is in handen van de schatrijke familie Saverys. Die familie wordt, hoe kan het anders, ook vermeld in de Panama-papers.

De familie Saverys behoort al jaren tot de fine fleur van miljonairs die die het reilen en zeilen bepalen van de Belgische regeringen. Enkele decennia geleden zoog de familie Saverys nog de staatssubsidies voor de scheepswerven van Boel en Cockerill Yards leeg, nadien zetten ze hun carrière verder met zich te verrijken met subsidies voor rederijen. Vorige week raakte bekend dat Verhofstadt op 17 mei ‘afzwaait’ bij Exmar. Hij geeft zijn zitje door aan Michel Delbaere, CEO van diepvriesgroentebedrijf Crop’s en van ex-voorzitter van patroonsorganisatie Voka. Tja, ons kent ons. Het is een kleine familie, daar aan de top. Dat is geen democratisch toekomstmodel, en dat is geen vrijheid. Het spijt me, mevrouw Rutten, ik zal nooit zo cynisch worden om me daar bij neer te leggen.

Geen pottenkijkers in het Europees Parlement

Een aantal jaren geleden trok een tv-ploeg van de Duitse RTL naar het Europese Parlement voor een reportage over het zitgeld dat de parlementsleden ontvangen voor hun aanwezigheid. Ze hebben namelijk allemaal een basisloon van 7.957 euro bruto per maand. Voor hun computer en hun telefoon- en postkosten ontvangen ze ook nog een vaste vergoeding van 4.299 euro per maand. Is een parlementslid aanwezig op een vergadering, dan krijgt hij daar per dag een extraatje van 304 euro voor. Dat moet de kosten voor “accommodatie, maaltijden en andere uitgaven die de aanwezigheid met zich meebrengt, dekken”, lezen we op de website van de instelling. “Het Parlement keert de vergoeding alleen uit als het lid een officiële presentielijst heeft getekend”, staat er nog. Een kleine rekensom leert dat dit zitgeld op het einde van de rit een flinke stuiver extra oplevert. Als je twee à drie dagen per week aanwezig bent, gaat je salaris algauw met 2.500 euro aandikken. Richting 15.000 euro dus.

‘Dat moet je eens zelf proberen: ’s morgens badgen aan de poort en dan meteen, met een grote U-turn en met een arrogante snauw naar wie je daarover durft aan te spreken, weer naar huis.’

In de tv-reportage zie je hoe parlementsleden inchecken en daarna met hun trolley gewoon weer vertrekken. Niemand wil enige uitleg geven. “It’s none of your business”, zegt een parlementslid. Het is nochtans wel ons belastinggeld. Dat moet je eens zelf proberen: ’s morgens badgen aan de poort en dan meteen, met een grote U-turn en met een arrogante snauw naar wie je daarover durft aan te spreken, weer naar huis. Er zou snel een C4’tje klaarliggen. Maar in het Europese Parlement ligt gewoon je zitgeld van 304 euro klaar.

Een paar parlementsleden krijgen het danig op de heupen van de nochtans beleefde vragen. Ze bellen de security en die laat zeven gorilla’s opdraven om de tv-ploeg manu militari richting de buitendeur te begeleiden. Geen pottenkijkers gewenst in het mekka van de Europese democratie.

Openbaarheid van het vermogen van politiek mandatarissen

De parlementsleden, provincieraadsleden en gemeenteraadsleden van de PVDA leven aan een bescheiden loon, net als de mensen van de studiedienst, de advocaten en de dokters voor het volk. Onze mandatarissen verdienen maandelijks tussen 1.600 en 1.800 euro per maand. Als ze meer trekken, bijvoorbeeld in het federale parlement, dan wordt het meer-bedrag doorgestort aan de partij. Waarom dat principe? Omdat we in deze samenleving maar al te goed de verlokkingen van het grote geld kennen en de reusachtige schade die corruptie en zelfverrijking aanbrengt. Je kan niet links lullen en rechts vullen. Dat wordt door niemand au sérieux genomen, en gelijk hebben ze. Wij willen dat onze woorden overeenstemmen met onze levenswijze, en onze levenswijze met onze woorden. Dat principe wordt sinds kort ook toegepast door de linkse burgemeester Ada Colau in Barcelona en door de verkozenen van Podemos. Het is een principe van transparantie, een toekomstprincipe”.

Ik heb nergens geschreven of gezegd dat de politici met hun salarisstrookjes van tienduizend de grootste verdieners zijn in de samenleving. In de dagdagelijkse actie van de partij richten we onze pijlen veel hoger, naar de toplaag van multimiljonairs. Toch begrijp ik heel goed dat mensen zich storen aan de “tienduizendpolitiekers” en dat het vertrouwen in de politiek tot een ongekend dieptepunt is gedaald. Met de PVDA hebben we vorig jaar een wetsvoorstel ingediend dat pleit om het vermogen van politiek mandatarissen openbaar te maken. “België heeft nu eenmaal een traditie van verbergen als het aankomt op geldzaken”, zei federaal parlementslid Raoul Hedebouw (PVDA) toen. “Dat moeten we doorbreken. Wie vandaag kiest om zijn belastingen online aan te geven, merkt dat alles reeds voor hem wordt ingevuld. De gegevens van elke loontrekkende zijn transparant, die lijn moeten we doortrekken naar politieke mandatarissen.” Laten we alvast daar mee beginnen. Al zou een maximumloon voor politici ook niet slecht zijn.

Partner Content