Ludo Abicht over Kazerne Dossin: ‘Overtrokken reacties kunnen groeiend antisemitisme nog versterken’

Ludo Abicht
Simon Demeulemeester

Auteur en kenner van het Belgische Jodendom Ludo Abicht vreest een escalatie bij Kazerne Dossin. Dat zijn boek over antisemitisme er niet mag worden verkocht, verbaast hem. ‘Als er één plaats is waar dit boek op zijn plaats is, dan toch wel de Kazerne Dossin, zeker?’

‘Stomverbaasd,’ antwoordt filosoof en publicist Ludo Abicht op de vraag hoe hij kijkt naar het plotse ontslag van Christophe Busch als directeur van de Kazerne Dossin en de reactie van het bestuur daarop. Op maandag diende Busch zijn ontslag in, onder meer omdat ‘het bestuur de ruimte tot verbinding telkens weer inperkte en uitholde’. Op donderdag kreeg hij tijdens een moeilijk gesprek te horen dat hij meteen moest opstappen. Zonder overgangsperiode.

‘Busch leek me een heel bekwaam directeur,’ zegt Abicht, die een resem publicaties over de Tweede Wereldoorlog en het (Belgisch) jodendom op zijn naam heeft staan. ‘Hij stond open voor contact met de buitenwereld, keek verder dan de Shoah alleen. Dat is ook expliciet de missie van Kazerne Dossin. Het is enerzijds een memoriaal voor de Holocaust en anderzijds een kenniscentrum voor mensenrechten. Toen Herman Van Goethem in 2012 als directeur de vernieuwde Kazerne Dossin opende, heeft hij in zijn toespraak ook andere tragedies dan de Holocaust vernoemd. Hij heeft zelfs het woord Gaza laten vallen. Dat is niet bij iedereen in goede aarde gevallen. Misschien is dat het begin geweest van een vervreemding met de joodse vertegenwoordigers in het bestuur? Maar naar mijn weten geeft de Vlaamse Gemeenschap geld aan het museum om beide kanten te belichten. Een verenging van de missie kan niet de bedoeling zijn.’

Van Goethem roept in De Standaard op om de instelling te splitsen. Een goed idee?

Abicht: Ik begrijp waarom hij dat doet, hij is een realist. Maar ik zou het betreuren. In de Litouwse hoofdstad Vilnius heb je een klein Holocaustmuseum en een veel groter over de Sovjet-dictatuur. In dat laatste wordt nogal fors de nadruk gelegd op de joodse afkomst van de commissarissen uit het Rode Leger. Dat is erg onbehaaglijk wanneer je eerst dat Holocaustmuseum hebt bezocht. Zoiets is een nederlaag. Het is toch mooi als je een museum hebt waarin we nieuwe generaties kunnen opvoeden tot burgers, vertrekkende vanuit schendingen van mensenrechten uit de geschiedenis. Voor een boek over de Tweede Wereldoorlog ging ik destijds spreken met verzetslui en met leden van het Sint-Maartensfonds, de organisatie van oud-Oostfronters. Zij wilden mij ontvangen, maar voor de duivel niet met elkaar praten. Ik hoop al lang dat wij in Vlaanderen iets kunnen doen zoals ze in Zuid-Afrika konden. Nelson Mandela en Desmond Tutu hebben met Waarheids- en Verzoeningscommissies veel mogelijk gemaakt.

‘Het is een jammere zaak wanneer kritiek op het beleid van de staat Israël wordt gesmoord door het antizionisme te noemen’

Ons is verteld dat uw recent verschenen boek De eeuwige kop van Jood, een geschiedenis van het antisemitisme niet mocht worden voorgesteld in Kazerne Dossin omdat Brigitte Herremans, vredesactiviste en criticus van de Israëlische premier Benjamin Netanyahu, het nawoord heeft geschreven.

Abicht: Het heeft me zeer verbaasd dat uitgerekend Brigitte niet welkom was voor een boekvoorstelling over antisemitisme omdat zij zich daar zogezegd aan zou bezondigen. Wie haar daarvan beschuldigt, die heeft nooit iets gelezen van haar. Om maar te zeggen hoe absurd de beschuldiging is: haar nawoord heeft als titel ‘Jodenhaat bedreigt ons allen‘ en de eerste twee zinnen luiden ‘Antisemitisme is terug. Het is nooit helemaal weg geweest uit Europa en de Verenigde Staten.’

Waarom neemt men er dan zoveel aanstoot aan dat het zelfs niet verkocht mag worden in de museumshop?

Abicht: Is dat zo? Dat wist ik helemaal niet. Het zou toch heel vreemd zijn mocht men in Kazerne Dossin niet alleen mensen maar ook boeken censureren. Is het omdat Brigitte en ik, naast onze duidelijke sympathie voor het Joodse volk, ook nog de rechten van anderen, zoals de Palestijnen, verdedigen? Dit is toch echt heel eigenaardig. Als er één plaats is waar dit boek op zijn plaats is, dan toch wel de Kazerne Dossin, zeker.

Bestuurslid André Gantman (N-VA) zegt aan Knack dat hij zal navragen in het bestuur waarom het boek niet in de museumshop ligt.

Abicht: Dat is alvast goed nieuws. Het is een rare en jammere zaak dat het debat verengd wordt en wanneer kritiek op het beleid van de staat Israël wordt gesmoord door het antizionisme te noemen. Het doet me denken aan de negationismewet. Dat is een zwaktebod en bovendien contraproductief. Je moet negationistische leugens weerleggen met feiten. Dat is niet zo heel moeilijk. Daar heb je geen juridische hulp voor nodig.

U maakte een boek met André Gantman en kent hem goed. Gaat u hem hierop aanspreken?

Abicht: Dat zal ik zeker doen, maar wel persoonlijk. Wij kennen elkaars standpunten en weten dat zij danig verschillen, zoals bleek in ons boek Israël-Palestina. Tweespraak over oorzaken en oplossingen. Ik ben noch N-VA’er noch zionist, Gantman is dat wel. Ik vind dat de Palestijnen zijn verjaagd, hij dat ze vrijwillig zijn gevlucht. Dat meningsverschil mag bestaan. Waar ik het wel moeilijk mee heb, is met zijn recente uitval aan Unia. Op de website van Joods Actueel schrijft hij dat Unia leden van de Joodse gemeenschap in de val heeft gelokt in de kwestie rond de antisemitische karikaturen op Aalst Carnaval. Maar Unia heeft net de lont uit dat kruitvat willen halen! Zij hebben nooit achterbakse bedoelingen gehad.

‘Unia heeft in de zaak rond Carnaval Aalst de lont uit het kruitvat proberen halen. Het intentieproces dat André Gantman daarvan maakt, is heel erg’

Unia heeft een ontmoeting georganiseerd tussen de carnavalisten die de gewraakte karikaturen maakten en enkele leden van de Joodse gemeenschap. U was ook aanwezig. Hoe verliep dat?

Abicht: Het viel me meteen op hoe hard die carnavalisten geschrokken waren van de commotie. De bedoeling van Unia was om de verschillende partijen samen te brengen zodat zij naar elkaar konden luisteren. Zolang je enkel uitgaat van de kwade wil van anderen – de carnavalisten willen enkel kwetsen, de Joden willen louter verbieden – los je geen conflicten op. Eerst werd er een uiteenzetting gegeven over Aalst Carnaval, daarna volgde het gesprek. Waar de valstrik gespannen werd, zoals Gantman schrijft, ontgaat mij volledig. Unia had maar één bedoeling: mensen laten praten met elkaar. Het intentieproces dat Gantman ervan maakt, vind ik heel erg. Weet u wat het gevolg is van zo’n reacties? Dat men nu in Aalst verwacht dat de hele stoet volgend jaar over de Joodse gemeenschap en de schrapping van de Unesco-werelderfgoedlijst zal gaan.

André Gantman is kwaad op Unia omdat zij oordelen dat de carnavalisten geen wetten hebben overtreden en ook niet de bedoeling hebben gehad om Jodenhaat te verspreiden. Hij noemt intentie ondergeschikt aan het potentieel aanwakkeren van Jodenhaat.

Abicht: Dat die poppen antisemitisch zijn is een objectief feit. Er zijn de antisemitische clichés van de Joden met de grote haakneus, er is de antisemitische link tussen joden en geld, gesymboliseerd door lege kluizen. Dat er in die kluizen, naar het Vlaamse spreekwoord, muizen lopen, roept uiteraard herinneringen op aan de nazipropaganda waarin joden met ratten werden vergeleken. Dat gezegd zijnde, je moet ook de ontstaansgeschiedenis van die praalwagen kennen. Die poppen waren eerder al gebruikt, het waren karikaturen van plaatselijke Vlaams Belangers. Zoals dat gaat met karikaturen hebben die te grote oren en een te lange neus. De carnavalisten zeggen dat ze met die lege kluizen refereerden aan een zogenaamd sabbatjaar, een jaar waarin ze wel meedoen aan de stoet, maar weinig investeren in de praalwagen. Vandaar het hergebruik van de poppen en de lege kluizen.

Of de poppen objectief gesproken antisemitisch waren, staat buiten kijf. Belangrijker vind ik echter of ze ook subjectief antisemitisch waren. Ik ben in Brugge eens toegejuicht omdat ik een blauwzwarte muts aan had. Aangezien ik niets van voetbal ken, wist ik niet wat mij overkwam. Objectief leek ik een medesupporter van Club Brugge, want ik droeg de clubkleuren. Maar was ik dat ook? Neen. Ik ken niets van voetbal. En zo zijn deze carnavalisten voor mij ook geen antisemieten. Zij waren zich er niet bewust van hoe kwetsend die praalwagen was.

Als die karikaturen antisemitisch waren, wakkeren ze dan niet sowieso Jodenhaat aan, zoals u ook een uitbundige uiting van Club Brugge-liefde uitlokte?

Abicht: Ik weet niet of dat per se zo is. Het versterkte zeker clichés over joden en ik weet als geen ander hoe schadelijk die kunnen zijn. Ik ga daar bijna 250 pagina’s op door in mijn boek Kop van Jood. Maar ik zie in dit geval geen aanzet tot Jodenhaat. Ik blijf erbij dat Unia de juiste analyse maakt: ja, die beelden zijn antisemitisch, maar neen, de carnavalisten hadden niet de intentie om Jodenhaat te verspreiden of aan te wakkeren. Je mag en kan toch niet de specifieke context van Aalst Carnaval negeren? Dat is een baldadige bedoening. Als je niet een beetje kwetst, dan is het geen Aalst Carnaval meer. Die bedoening vindt in mij geen liefhebber, maar ik begrijp het punt.

Heeft de dialoog van Unia zin gehad?

Abicht: Absoluut. In het gesprek werd verwezen naar hoe men destijds niets over de Bende van Nijvel heeft gedaan op Aalst Carnaval omdat die lokaal teveel families had getroffen. Dat maakte die carnavalisten ogenblikkelijk duidelijk hoe de joodse gemeenschap hun praalwagen heeft ervaren. Die dialoog heeft echt voor wederzijdse empathie en respect gezorgd. En die dialoog moet gaande blijven, want anders komt het tot botsingen. Het zint me daarom absoluut niet dat men nu zelfs de nieuwbakken interim-premier Sophie Wilmès (MR) inschakelt. Omdat zij van Joodse afkomst is, zou ze moeten lobbyen bij de Unesco om Aalst Carnaval van de werelderfgoedlijst te schrappen.

U bent daar tegen?

Abicht: Natuurlijk, dat zou toch disproportioneel zijn? Je zou daarmee een grote groep treffen omwille van het gedrag van een kleine minderheid. Een kleine minderheid die bovendien vier keer haar excuses heeft aangeboden en in een oprechte dialoog met de joodse gemeenschap was getreden. Ik vrees dat dergelijke overtrokken reacties net het tegendeel bereiken van wat ze beogen. In plaats van begrip voor de slachtoffers van de Holocaust, dreig je zo het al groeiende antisemitisme nog te versterken. Ik hoop dat we zo’n escalatie kunnen vermijden.

Een praalwagen met karikaturale poppen van Joden tijdens Aalst Carnaval op 3 maart 2019.
Een praalwagen met karikaturale poppen van Joden tijdens Aalst Carnaval op 3 maart 2019.© ATV

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content