Lucas Catherine: ‘België heeft nog lang niet gedekoloniseerd’

Lucas Catherine © Yassin Akouh

België zou niet alleen zijn excuses moeten aanbieden aan de Congolezen voor de kolonisatie, maar hen ook moeten bedanken, zegt historicus en auteur Lucas Catherine. Hij publiceerde eind vorig jaar, kort vóór Black Lives Matter en het standbeeldenprotest dus, nog het boek Het dekoloniseringsparcours. Wandelen langs Kongolees erfgoed in België. Een gesprek over koppensnellers, chocolade handjes en Patrice Lumumba.

In het woord vooraf van uw boekHet dekoloniseringsparcours schrijft u: ‘Contextualisering en het aanbrengen van duidende infobordjes bij monumenten volstaan niet, de geschiedenis zelf moet gedekoloniseerd worden.’ Wat bedoelt u daar precies mee?

Lucas Catherine: Wel, Stokely Carmichael, de Black Power-stichter, had het juist. Het zijn de machthebbers die de zaken benoemen. Het is de witte westerse beschaving die alles benoemt en definieert, want zij heeft de macht. En dat doet ook de koloniale geschiedschrijving. Zij bepaalt welke feiten belangrijk zijn of minimaliseert ze, door bijvoorbeeld georganiseerd verzet tegen de kolonisatie te bestempelen als goed of slecht. Wie collaboreert met de kolonisator krijgt lof en wie zich met alle macht heeft verzet, wordt afgeschilderd als een wrede dictator.

Welke fouten heeft België gemaakt in het ‘dekoloniseringsparcours’?

Lucas Catherine: België heeft nog lang niet gedekoloniseerd. Na de Congolese onafhankelijkheid in 1960 kwam er een totale ‘black out’ in het onderwijs en in de media kwam het slechts ter sprake bij politieke of economische conflicten met de Congolese regering. Het was iets waarover men zo weinig mogelijk sprak. Mijn dochters, veertigers, hebben nooit in Brussel op het atheneum gehoord dat Congo ooit een Belgische kolonie was. Alle sporen werden uitgegomd. Zo staat er bij geen enkel gebouw van waaruit Congo werd bestuurd en koloniaal uitgebuit, een verklarend bordje. Geen enkel koloniaal standbeeld krijgt een duiding, ook dus niet in het onderwijs. Recent na protest van actievoerders is dat op sommige plaatsen summier wel gebeurd: in Mechelen en Wilrijk bijvoorbeeld.

Niemand krijgt nog te horen dat meer dan 1300 Belgische bedrijven geld hebben gemaakt tijdens de kolonisatie. Onder de huidige twintig rijkste families van België, waren er tien ooit economisch actief in Congo. De zes zonen van de familie Delhaize hebben hun winkelketen groot gemaakt door onder meer de verkoop van ‘koloniale waren’ – zoals dat toen heette. Ook Colruyt was toen begonnen met de verkoop van ‘koloniale waren’.

De Antwerpse haven is opgeklommen tot de vierde grootste wereldhaven, dankzij het feit dat alle grondstoffen uit Congo daar werden gecommercialiseerd: eerst ivoor en rubber, later vooral mineralen. België is voor de Eerste Wereldoorlog, onder meer dankzij Congo, opgeklommen tot de tweede grootste industriële mogendheid ter wereld na het Verenigd Koninkrijk.

België zou niet alleen zijn excuses moeten aanbieden aan de Congolezen voor de kolonisatie, maar hen ook moeten bedanken. Wat koning Filip op 30 juni deed, was niet excuses aanbieden voor de kolonisatie, maar spijt betuigen over de excessen en de vernederingen. Het ging niet over de kolonisatie zelf en de massale diefstal van grondstoffen, ten voordele van de Belgische financiële en economische bedrijven. Niet alleen Leopold II heeft daarvan geprofiteerd, maar het hele koningshuis. Tot 1960 waren zij belangrijke aandeelhouders van de Société Génerale die 70 procent van de economie controleerde.Vooral haar mijnbedrijven zoals de Union Minière du Haut-Katanga of de Forminière.

Het is niet de eerste keer dat er acties zijn in België tegen koloniale monumenten. Kan u daar meer over vertellen?

Lucas Catherine: De acties zijn begonnen in 2004 na de vertoning van King Leopold’s Ghost op televisie, de verfilming van het boek van Hochschild. Belangrijk om weten is dat Hochshild zich baseerde op twee Belgische historici: Daniel Groenweghe die al in 1985 Rood Rubber publiceerde en A.M. Delathuy (pseudoniem van Jules Maréchal) die toen een eerste boek in een lange reeks publiceerde. Zeer gefundeerde en onweerlegbare aanklachten tegen de plundering van Congo, die volgens Groenweghe aan de helft van de Congolese bevolking het leven kostte. De antikoloniale acties begonnen in 2004 in Diksmuide en Oostende en daarna over heel het land.

In het begin ging het initiatief tegen de koloniale standbeelden uit van witte Belgen. De Congolese Belgen waren eerder bezig met de opbouw van hun nieuwe identiteit. De twee groepen vonden mekaar vanaf 2008 rond pogingen om een Lumumba-plein in Matonge op te richten en een eerste versie van Mémoires Coloniales ontstond, de voorloper van het huidige Mémoire coloniale et lutte contre les Discriminations. Waarbij nu nog het element komt dat er een nieuwe grote solidariteit groeit met de Afro-Amerikanen en de Black Lives Matter-beweging.

Tal van Leopold II-beelden werden bestormd, terwijl er nog allerlei andere koloniale monumenten zijn in ons land, waarvan gespaard lijken te blijven. Is alleen Leopold II een doorn in het oog van de beeldenbestormers?

Lucas Catherine: Je ziet dat alle acties zich nu richten tegen Leopold II of pro Patrice Lumumba zijn. Onze ‘rubberkoning’ als eerste grote kolonisator van Congo en Lumumba als icoon van de onafhankelijkheidsstrijd. Die twee namen leven nog.

De namen van andere koloniale figuren en tussenfiguren zijn onbekend, want geschrapt uit ons onderwijs. De afgehakte handen spreken tot de verbeelding, maar het was niet Leopold die ze afhakte, maar La Force Publique op vraag van de Antwerpse rubbermaatschappijen Abir en Anversoise.

En er zijn de ‘koppensnellers’, militairen die hoofden afhakten. Emile Storms plaatste deze op de pallisade rond zijn fort. Leon Rom boorde de bloemperken in zijn tuin te Stanleyfalls af met hoofden van Congolezen. Zo zijn er meer dan 300 schedels van Congolezen bewaard in Belgische collecties. Coquilhat een van de stichters van de Force Publique, het Belgisch koloniaal leger, heeft een herdenkingsmonument in Antwerpen. Storms zijn standbeeld staat in Brussel.

Om een voorbeeld aan te halen op de vorige vraag: in uw boek zegt u dat er in 2004 en 2005 meerdere acties waren tegen het standbeeld van generaal Jacques op de Grote Markt in Diksmuide. ‘Berucht om zijn afgehakte Congolese handen’, zegt u. Waarom bleef dit standbeeld de afgelopen weken gespaard?

Lucas Catherine: Dat zou je in Diksmuide moeten vragen. Wat ik weet is dat actievoerders daar in 2004 en 2005 niet alleen tegen het beeld protesteerden: ze verdeelden toen chocolade handjes – chocolade was een propagandawapen voor de kolonisatie, denk aan de chromo’s van Côte d’Or of van chocolade Jacques. De handjes kwamen van de lokale chocolatier, één van de actievoerders. Ze wilden ook het portret van Jacques weg uit het stadhuis en de straat die naar hem werd genoemd haar oude naam (Weststraat) teruggeven. Er kwam veel verzet, van kolonialen, van de familie Jacques zelf en van ‘vaderlandslievende’ verenigingen.

Er zijn mensen (waaronder Vlaams nationalisten) die de standbeelden van Leopold II liever niet zien verdwijnen, terwijl niet iedereen onder hen een even grote fan is van de Belgische monarchie. Hoe verklaart u dat?

Lucas Catherine: Dit heeft natuurlijk te maken met een racistische en rechtse reflex bij veel Vlaams-nationalisten. Onze Vlaamse missionarissen hebben daar dankzij Leopold II de ‘christelijke beschaving’ kunnen brengen, die de ‘vuige moslims’ daar heeft verdrongen. Niet vergeten dat heel het oosten van Congo, van noord naar zuid, sterk geïslamiseerd was.

Daar komt nog bij dat de Vlaams-nationalisten nogal vanuit Antwerpen worden gestuurd. In die stad heeft het establishment het er moeilijk mee dat een groot deel van de rijkdom daar aan Congo is te danken. Vroeger hebben ze dat herdacht door in 1911 de Kongozuil op te richten in het stadspark. Het geld voor het monument kwam toen niet voor niets van de Antwerpse Kamer van Koophandel.

Wordt verzoening steeds moeilijker?

Lucas Catherine: Hoe bedoel je, verzoening? Door een ‘waarheidscommissie’ op te richten in het parlement? Om Groenweghe te citeren: ‘Dat is niet nodig, de waarheid is al lang bekend’. Dat is dus een tjevenstreek, om eens een Antwerps woord te gebruiken – een afleidings- en vertragingsmanoeuvre. Geef nu toch eens toe dat Congo eerst geplunderd werd (tijdens de Kongo Staat) en later uitgebuit door de Belgische industrie en financiële. En ook dat er geen beschaving is gebracht. Bij de onafhankelijkheid van Congo, na al die jaren ‘beschavende kolonisatie’, was er nog geen enkele Congolese geneesheer, advocaat en zelf geen officier. Wat was er dan wel? Zoals een Congolese kennis van mij ooit zei: ‘Dankzij de kolonisatie spreek ik nu Frans en draag ik een kostuum. Een heel dure taalcursus en een heel duur kostuum.’

Hoe ziet u de toekomst?

Lucas Catherine: Zoals Bertold Brecht al dichtte: ‘Die riesigen Pläne der Machtigen, kommen am Ende zum Halt, da hilft kein Gewalt‘. Of voor wie het Engels beter begrijpt: The times are changing.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content