Kernkabinet beslist steun aan offshore windenergie structureel te plafonneren

(Belga) Het federale kernkabinet heeft donderdagavond beslist om de subsidies voor offshore windenergie in de toekomst niet langer automatisch toe te kennen bovenop de winst, maar afhankelijk te maken van het behaalde rendement. Dat heeft Belga uit goede bron vernomen. Ook over de wettelijke verlenging van de kerncentrale Tihange I met tien jaar werd een globaal akkoord bereikt.

Het subsidiëren van de windmolenparken op zee gebeurde in het verleden steeds op basis van het elektriciteitsverbruik, onafhankelijk van de al dan niet behaalde winsten. Dat systeem dreigt echter te ontsporen, met een factuur die op termijn zou kunnen oplopen tot 800 miljoen euro. Om dat te voorkomen, wordt voortaan enkel de rentabiliteit gegarandeerd. Komen de windmolens op eigen kracht aan een bepaald rendement, dan springt de overheid niet langer bij. Lukt hen dat niet, dan wordt het verschil bijgepast. Een en ander wordt dus dynamischer dan voorheen. Concreet zal de steun aan offshore energie bepaald worden op basis van de productiekosten en de elektriciteitsprijs. Ligt die laatste bijvoorbeeld hoger, dan is natuurlijk minder steun nodig. Een onafhankelijke instantie zal de verschillende factoren moeten vastleggen. De topministers besloten ook de eerder afgesproken degressiviteit aan te houden waardoor de bijdrage van de grootverbruikers aan de offshore energieproductie geplafonneerd wordt. Bevoegd staatssecretaris had de ministerraad daar eerder al toe overtuigd voor 2013. Het systeem zou nu structureel worden vastgelegd, al moet de ministerraad dat wel nog bevestigen. Het zou ook de bedoeling blijven de steun aan offshore deels uit de nucleaire rente te financieren. (Belga)

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content