Justitie houdt DNA-profielen onschuldigen dertig jaar bij

© iStock
Niels Verdonck
Niels Verdonck Medewerker Knack.be

De Belgische justitie houdt DNA-profielen van onschuldige mensen dertig jaar lang bij na de definitieve uitspraak in de zaak waarin ze verdacht werden, behalve als de persoon in kwestie zelf vraagt om zijn of haar DNA-profiel vroeger te verwijderen. Dat laatste gebeurt nauwelijks. ‘Enkel het DNA van veroordeelden mag bijgehouden worden’, zegt Matthias Dobbelaere-Welvaert, specialist privacy bij deJuristen.

Het Nationaal Instituut voor Criminalistiek en Criminologie (NICC) houdt twee databanken met DNA-profielen bij. In de databank Veroordeelden bewaart het instituut de DNA-profielen van veroordeelden. Dertig jaar na de veroordeling wordt dat DNA-profiel automatisch verwijderd en het bijhouden van die profielen is toegestaan. Hier is niks aan de hand.

Maar bij de tweede databank, de databank Criminalistiek, wringt het schoentje. In deze databank zitten DNA-profielen ‘opgesteld vanaf aangetroffen sporen van menselijk celmateriaal’.

DNA-profielen van verdachten worden pas verwijderd als wij een bevel krijgen van het openbaar ministerie.

Wetenschapper NICC

De levensweg van een DNA-staal

Als een DNA-staal – via een speekselstaal bijvoorbeeld – wordt afgenomen bij een verdachte, kan dat vrijwillig of onder dwang, maar enkel op bevel van een onderzoeksrechter. Het staal gaat vervolgens naar een labo, waar er een DNA-profiel van gemaakt wordt. ‘Het staal wordt maximaal zes maanden na aankomst in het labo vernietigd’, zegt een jurist van het parket.

Het labo vergelijkt het profiel met andere DNA-profielen binnen het dossier waarvoor de staal werd afgenomen. Als er geen link is binnen dat specifieke dossier, vergelijkt het NICC het referentieprofiel eenmalig met alle DNA-profielen in de Criminalistiekdatabank. ‘Als er geen link is binnen het dossier of met de databank Criminalistiek, dan wordt het profiel nooit opgeslagen.’ Aldus een wetenschapper van het NICC.

‘Als er wel een link is binnen het dossier of met de databank, wordt het profiel opgeslaan in de databank Criminalistiek.’

Databank Criminalistiek

Het DNA-profiel heeft een unieke code in de databank Criminalistiek bij het NICC en die code is ook terug te vinden in een andere databank bij het openbaar ministerie waar het gelinkt wordt aan een naam en een geboortedatum. ‘Het openbaar ministerie beschikt niet over het DNA-profiel en de databank van het NICC beschikt niet over de identiteit van de personen in kwestie’, zegt de jurist van het parket. Zo zouden de gegevens anoniem moeten blijven.

Bij het NICC klinkt het als volgt: ‘DNA-profielen van verdachten worden pas verwijderd als wij een bevel krijgen van het openbaar ministerie, anders blijven ze dertig jaar staan – tenzij ze veroordeeld worden, want dan gaan ze naar de Veroordeeldendatabank.’ Ook al gaat het om DNA-profiel van iemand die vrijgesproken is of buiten vervolging is gesteld? ‘Dat klopt’, bevestigt de wetenschapper. Bij het NICC krijgen ze een bericht tot verwijdering naar eigen zeggen ‘niet vaak’.

‘In strijd met de Europese Verklaring voor de Rechten van de Mens’

Matthias Dobbelaere-Welvaert, specialist privacy bij deJuristen, is formeel: ‘Enkel het DNA-profiel van veroordeelden mag na de uitspraak bijgehouden worden, al het andere geïdentificeerde DNA dat wordt bijgehouden is in strijd met de Europese Verklaring voor de Rechten van de Mens.’

Bij het parket leggen ze de verantwoordelijkheid bij de ex-verdachte: ‘Men moet een kat een kat noemen, bij een DNA-afname van een verdachte wordt die verdachte – die meestal bijstand geniet van een advocaat – op de hoogte gesteld van de implicaties van zo’n afname. Die kan, op elk moment na de uitspraak, vragen aan de procureur om zijn profiel te verwijderen, maar dat wordt niet altijd gevraagd.’

Dobbelaere-Welvaert vraagt zich af of dat wel klopt: ‘Is de betrokkene altijd even goed op de hoogte? Zeker als je weet dat er zelden een bevel van het parket komt.’ Hij benadrukt: ‘Geïdentificeerde DNA-profielen van niet-veroordeelden moet na de uitspraak verwijderd worden.’

Dobbelaere-Welvaert onderzocht met zijn juristenbureau de Europese rechtspraak over het bijhouden van DNA-profielen. ‘Vooral effectieve middelen om de verwijdering te bekomen lijken belangrijk te zijn, anders wordt 30 jaar gewoon de standaardtermijn.’ Bovendien speelt proportionaliteit een belangrijke rol: ‘Er wordt in België geen onderscheid gemaakt naargelang de aard van de inbreuk, een DNA-profiel blijft zowel bij een diefstal als bij een verkrachting 30 jaar staan.’ Tot slot stelt Dobbelaere-Welvaert zich ook vragen bij de termijn van 30 jaar: ‘Dat is toch al snel een derde van een mensenleven, dat lijkt mij persoonlijk heel lang.’

De namen van alle geïnterviewden in dit artikel zijn bekend bij de redactie.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content