Jihadexpert Montasser Alde’emeh wordt gezocht door terreurgroep Islamitische Staat. Dat blijkt uit berichten die Alde’emeh via de sms-dienst Whatsapp ontving van een Syrisch telefoonnummer gelinkt aan Belgische jihadi’s.
Montasser Alde’emeh is expert in jihadideologie, begeleidde in het verleden radicaliserende moslimjongeren, werkte twee jaar voor de diensten van de Staatsveiligheid, en maakte publiek bekend dat hij in het leger wou gaan om Islamitische Staat te bestrijden. Bovendien is hij bijzonder kritisch over Islamitische Staat en schuwt hij de harde woorden niet. Verrast over de dreigementen is Alde’emeh dan ook niet. ‘Ik vind het belangrijk om mijn landgenoten te beschermen,’ zegt hij.
Omdat de grond steeds heter werd onder zijn voeten, heeft Alde’emeh onlangs beslist te verhuizen. ‘Ik woonde in Molenbeek, bijna iedereen wist me daar wonen. Dat is niet ideaal in mijn situatie. Deze zomer heb ik zelf voorzorgen genomen en ben ik verhuisd naar een veilige plek.’ Permanente politiebegeleiding wil hij niet, maar met zijn verhuis besloot hij het zekere voor het onzekere te nemen.
Het is al lang niet meer de eerste keer dat Alde’emeh dreigementen ontvangt van onbekenden. Na de aanslagen in Parijs kreeg hij al enkele rake waarschuwingen op zijn Facebookpagina. Toen hij in het leger wou stappen, was hij opnieuw de gebeten hond. Velen verweten hem een ‘kafir’ (ongelovige) te zijn, her en der doken valse Facebookprofielen op, en zijn foto’s begonnen te circuleren in IS-middens. Na een debat over terreur op VTM was het opnieuw van dat: een geradicaliseerde moslim die hij op andere ideeën probeerde te brengen liet hem weten dat nogal wat Syriëstrijders hem maar wat graag zouden doodmartelen.
‘IS ziet me als een gevaar’
En nu wordt hij dus gezocht door leden terreurgroep Islamitische Staat. Dat staat te lezen in een bericht dat Alde’emeh kreeg van een Syrisch nummer, in het Nederlands. ‘IS beseft dat ik hen door mijn werk zwaar tegenwerk. Ze weten dat mensen die bij de staatsveiligheid werkten contacten en netwerken hebben. Die netwerken blijven actief, maar IS weet niet wie die mensen zijn. Dus zien ze me als een gevaar,’ concludeert hij zelf.
Toch heeft de jihadexpert geen spijt van zijn publieke kritiek op IS. ‘Ze slachten mensen af als schapen. Dan kan ik toch niet zwijgen?’ Integendeel, hij vindt net dat meer moslims ingezet zouden moeten worden tegen de terreurgroep. Heel wat mensen hebben nuttige informatie, die ze ook graag willen delen. Vooral voor jongeren die zich nuttig willen voelen, kan het een heilzaam effect hebben om de samenleving op die manier te helpen. ‘We moeten die jongeren een plaats geven en tonen dat ze een rol van betekenis spelen in de schoot van de samenleving.’
De zware uitspraken van sommige politici noemt Alde’emeh dan ook ‘weinig productief’. Het probleem ligt hem in de betrokkenheid van veel beleidsmakers, zegt hij. ‘Met harde woorden als uitkuisen bereik je niks. Je moet naar die probleemwijken gaan, tonen dat je aanwezig bent, en jongeren wijzen op hun verantwoordelijkheid. Zij hebben hier kansen gekregen, dus moeten ze mee helpen de samenleving te beschermen.’
(SK)
