Jeugdrechter Christian Denoyelle: ‘Voor veel mensen is alleen opsluiting in de gevangenis een straf’

Christian Denoyelle: 'Het hele strafwetboek moet een serieuze make-over krijgen.' © Aurelie Geurts

Twee verkrachters kregen een voorwaardelijke straf en hoeven niet naar de gevangenis. De sociale media ontploften, justitie zweeg. Maar niet Christian Denoyelle, jeugdrechter in Antwerpen. ‘Er woedt een orkaan in mijn hoofd’, schreef hij op Facebook. In gesprek met Knack lucht hij zijn hart.

2 december 2020. De bekende uroloog Bo Coolsaet wordt door het hof van beroep in Antwerpen veroordeeld tot vier jaar cel, waarvan de helft met uitstel, voor seksueel misbruik van een minderjarige patiënte. Een opluchting voor velen, want het parket had eerder de vrijspraak gevraagd, ondanks veel bezwarende feiten en getuigenissen. Hebben magistraten nog voeling met wat er leeft in de samenleving, vroegen sommigen zich af. En justitie? Die zweeg.

8 januari 2021. Een veertiger uit Veurne filmde stiekem tientallen vrouwen op het toilet. Toch achtte de rechter hem niet schuldig aan voyeurisme omdat zijn slachtoffers ‘niet ontbloot’ waren. Ze hadden hun onderbroek nog aan. Gevolg: een storm van verontwaardiging op sociale media. Wat bezielt die rechter? En justitie? Die zweeg.

17 februari 2021. Zeven minderjarigen uit Kapellen moeten een nacht in de cel doorbrengen omdat ze betrapt waren op een lockdownfeestje. Hetzelfde parket dat Bo Coolsaet onschuldig achtte, vindt een arrestatie nu wel nodig omdat de jongeren met zeven waren in plaats van met vier, ook al zaten ze thuis op de bank chips te eten voor de televisie. Gevolg: een golf van protest. Justitie zweeg dit keer niet: ‘We volgden de juiste procedure.’ Gevolg: de storm werd een orkaan.

Voor veel mensen is alleen opsluiting in de gevangenis een straf, en al de rest niet.

Vanwaar die hartenkreet op Facebook?

Christian Denoyelle: De problematiek van seksueel geweld raakt me heel erg. Als jeugdrechter zie ik de verwoestende schade ervan, en ook als voorzitter van de Hoge Raad voor de Justitie (HRJ) was ik er veel mee bezig. Bovendien heb ik zelf twee dochters. Ik gebruik sociale media niet om mezelf interessant te maken, maar om de vinger aan de pols te houden. Ik heb lang getwijfeld of ik die tekst wel zou publiceren, maar de reacties op het vonnis troffen me.

Waarom?

Denoyelle: Mensen reageerden heel emotioneel op een krantenkop die vooral beklemtoonde dat de daders niet naar de gevangenis hoefden. Het leek alsof de daders helemaal níét gestraft werden, terwijl de rechtbank hen wel degelijk schuldig vindt aan verkrachting en hen ook een straf met voorwaarden oplegt, zodat ze misschien ook enkele jaren opgevolgd worden door een justitieassistent. Ze hoeven alleen voorlopig niet naar de gevangenis. Daar gaan we weer, dacht ik, justitie is weer de kop van Jut. De kritiek was voorspelbaar: wereldvreemde rechters die verkrachters veel te mild straffen en ‘het zou eens met hun eigen dochter moeten gebeuren’ enzovoort.

U vindt de daders wél streng gestraft?

Denoyelle: Ik kreeg daarover discussie met mijn vrouw en mijn dochters. ‘Die uitspraak kán toch niet!’ vonden ze. Maar hoe krijg je zo’n vonnis uitgelegd als je het niet integraal kunt lezen? Sommige beslissingen van collega’s kunnen misschien vreemd overkomen, maar ik ga ervan uit dat mijn collega naar eer en geweten heeft gevonnist, met kennis van het hele dossier. Zo werkt justitie. Sommige media reduceren een dossier tot een smeuïge kop, en op die clickbait reageert het publiek. Ik vind dat heel frustrerend, en daarom ben ik mijn pen gekropen.

De maximumstraf voor verkrachting is in de praktijk vijf jaar. Experts en ook minister van Justitie Vincent Van Quickenborne (Open VLD) vinden dat te licht. Bent u het daarmee eens?

Denoyelle: Ja, want verkrachting is volgens de wet een misdaad die door het hof van assisen berecht moet worden. Er staan dus heel zware straffen op verkrachting, in bepaalde gevallen tot dertig jaar opsluiting (bij verkrachting van een kind jonger dan tien jaar, nvdr) . Maar assisen is praktisch niet haalbaar en dus worden verkrachtingszaken op basis van verzachtende omstandigheden door de correctionele rechtbank behandeld, waar de maximumstraf voor verkrachting van een meerderjarige inderdaad vijf jaar is. De kritiek daarop is terecht, want je wordt in dit land soms zwaarder gestraft voor bijvoorbeeld een verkeersovertreding dan voor geweld of verkrachting. De strafmaten zijn vaak niet meer in verhouding tot het soort misdrijf. Het hele strafwetboek moet een serieuze make-over krijgen, en het systeem van correctionalisering moet op de schop.

Moeten we daaruit besluiten dat de wetgever verkrachting niet ernstig neemt?

Denoyelle: Nee, want Van Quickenborne heeft ook in Knack benadrukt dat hij daar iets aan wil veranderen. Maar zolang de wet niet is veranderd, moeten rechters roeien met de riemen die ze hebben. Helaas is Van Quickenborne niet de eerste justitieminister die dat belooft. Koen Geens (CD&V) was er ook al hard mee bezig.

Is een voorwaardelijke straf zwaar genoeg voor bewezen dubbele verkrachting? Strafpleiter Nina Van Eeckhaut omschrijft verkrachting als ‘moord op degene die je was en nooit meer zult zijn’.

Denoyelle: Ze heeft gelijk. Seksueel geweld en zeker verkrachting verwoesten iemands leven voor jaren of zelfs voor altijd. Ik relativeer verkrachting dus absoluut niet, maar er bestaan nog heel veel verwoestende misdrijven waarover rechters moeten oordelen. Toen ik met de HRJ pleitte om van seksueel geweld een topprioriteit te maken, reageerden sommige collega’s exact met dat argument. Ze zeiden dat álle criminaliteit een prioriteit is. Toch heeft de HRJ doorgeduwd met concrete aanbevelingen om van seksueel geweld een topprioriteit te maken. Er zijn geen andere geweldsmisdrijven die een mens letterlijk zo intiem raken als verkrachting. Dat geweld is hors catégorie en heeft vaak generatieslang gevolgen.

Christian Denoyelle: 'Ik praat niets goed. Ik zeg alleen: oordeel toch niet zo snel op basis van wat flarden informatie.
Christian Denoyelle: ‘Ik praat niets goed. Ik zeg alleen: oordeel toch niet zo snel op basis van wat flarden informatie.© Aurelie Geurts

Kun je geweld hors catégorie aanpakken met een voorwaardelijke straf?

Denoyelle: De wetgever voorziet in zedenzaken die mogelijkheid, en daar moet een rechter dus mee werken. Het brede publiek begrijpt misschien niet altijd de juridische nuances. Daarom verwacht ik van journalisten dat ze genuanceerd duiden wat er is beslist. Om maar iets te noemen: niet elke verkrachter is een roofdier dat op de loer ligt om een toevallige passant in de bosjes te sleuren en te verkrachten. Die roofdieren bestaan, maar dé verkrachter bestaat niet. Laat het wetenschappelijk onderzoek daarnaar over aan gespecialiseerde psychologen, psychiaters, criminologen. De straf die je oplegt, moet zowel in proportie zijn als in verhouding tot het risico. Wat willen slachtoffers en de samenleving? Dat zoiets nooit meer gebeurt, toch? Is de oplossing dan om elke dader levenslang op te sluiten? Als je sommigen hoort, is de oplossing simpel: de doodstraf. Willen we dat? Ik dacht het niet.

Is de storm in uw hoofd intussen gaan liggen?

Denoyelle: Ik heb op mijn Facebookpost veel positieve reacties gekregen: ‘Eindelijk iemand die het goed uitlegt! Bedankt daarvoor.’ Magistraten zijn er in alle kleuren en maten, en enkelingen kunnen soms wat wereldvreemd overkomen, maar dat heb je toch in elke beroepsgroep? Ook magistraten leven mee met het leed van de samenleving. Wij zijn juridisch getraind, zodat we een aantal zaken door die bril bekijken. Maar als we het publiek willen meekrijgen, dan moeten we dat helder uitleggen, actief communiceren en het liefst op basis van objectieve gegevens, namelijk het vonnis. Het probleem is dat je niet alle vonnissen zomaar kunt publiceren, niet het minst vanwege de privacy. Je kunt niet alles anonimiseren.

Hebt u de tekst laten nalezen voor u hem op Facebook zette?

Denoyelle: Door mijn echtgenote en mijn dochters. Zij kennen mij ondertussen wel. Ik wilde van hen weten of ik geen zotte dingen had geschreven en zelf wel genuanceerd genoeg was. Ik heb lang getwijfeld of ik de tekst wel zou publiceren. Die orkaan waarover ik schreef, ging over mijn emoties voor dat meisje en haar familie, voor de daders, maar ook over justitie als kop van Jut, over het gebrek aan inzicht bij zo veel mensen. Ik wist dat ik daarmee risico’s nam, dat ik een stroom bagger over mij heen zou kunnen krijgen, maar als iedereen altijd zwijgt binnen justitie…

Wat vond u van de uitspraak van Zuhal Demir (N-VA). Ze zei in De zevende dag: ‘Een voorwaardelijke straf geven, is toegeven dat verkrachting wettelijk kan.’ Zij is juriste en Vlaams minister van Justitie.

Denoyelle: (zucht) Plus est en vous!

Wat wilt u daarmee zeggen?

Denoyelle: Dat de spreekwoordelijke Jan met de pet zulke uitspraken doet, kan ik nog plaatsen, maar van een opgeleide jurist en een verantwoordelijk politicus verwacht ik toch beter. Ik denk wel dat ze bekommerd is over de aanpak van seksueel geweld, net als ik. Maar je mag zulke uitspraken niet doen ten koste van justitie. Je kunt lucht geven aan je ongenoegen, maar als je vindt dat de straffen voor verkrachting te laag zijn, dames en heren van de politiek, doe er dan iets aan. Schrijf strengere wetten, en rechters zullen ze toepassen. En trek voldoende budget uit om de wet behoorlijk uit te voeren.

En als je het als politicus niet eens bent met een vonnis?

Denoyelle: Dan moet je geen kritiek geven op een individuele zaak. Wij passen de wet toe op een concreet geval, zij niet! Politiek is beleid voeren en moet dus op een hoger niveau oordelen. Dus zeg ik tegen politici: denk twee keer na voor je iets zegt, want je riskeert niet alleen het vertrouwen in justitie te ondergraven, maar ook in onze democratische instellingen in het algemeen. Dan krijg je zulke uitspraken als een boemerang terug in je gezicht.

Je kunt als rechter niet ’s ochtends je vonnis vellen en dat ’s avonds in De Afspraak gaan toelichten.

U geeft niet alleen kritiek op de politiek, maar ook op de media. Is het de schuld van de media dat het publiek weinig begrip heeft voor een voorwaardelijke straf?

Denoyelle: Het is aan justitie om het voortouw te nemen en uit te leggen waarom deze of gene beslissing wordt genomen, waarom een voorwaardelijke straf niet hetzelfde is als géén straf. Maar de media moeten ook hun rol spelen, ze moeten meer aandacht hebben voor nuance. Een tv-journalist had het zelfs over vrijspraak van de daders. Totaal fout. Ze zijn níét vrijgesproken. Voor veel mensen is alleen opsluiting in de gevangenis een straf en al de rest niet.

Stormde het ook in uw hoofd bij de arrestatie van zeven minderjarigen in Kapellen?

Denoyelle: Mmm. Het was niet de jeugdrechter die de kinderen gearresteerd heeft, dat was het parket. Daarover heeft het parket tenminste wél gecommuniceerd en gezegd: ‘Dat past in ons beleid.’ Elke magistraat zou aan zelfreflectie moeten doen en beseffen wat arrestatie doet met een mens.

Maar was die aanpak proportioneel? U kunt toch niet verwachten dat iedereen bij dat nieuws meteen de wetboeken uitpluist om te zien of het parket iets ongeoorloofds deed. Het is niet omdat iets juridisch mag, namelijk minderjarigen een nacht in een cel houden, dat je dat ook moet doen?

Denoyelle: Ik verwacht dat ook niet, maar ik moet me ook aan mijn deontologie houden, en dus ga ik de inhoud van een beslissing van een collega niet in twijfel trekken. Als ik te maken krijg met zo’n zaak en ik weet dat kinderen in een cel hebben gezeten, dan weeg ik zoals altijd alle elementen af. Als het nodig is, kan ik onmiddellijk maatregelen nemen, maar dat hoeft niet altijd. Los van corona heb ik al jongeren onmiddellijk naar huis gestuurd omdat ik een arrestatie en een nachtje cel niet in verhouding vond met de fouten.

Was dat in Kapellen in verhouding?

Denoyelle: (onverstoorbaar) Het hof van beroep heeft beslist om het toezicht van de jeugdrechtbank meteen in te trekken. De maatregelen die de jeugdrechter had opgelegd zijn dan ook vervallen. Het systeem heeft dus een correctie doorgevoerd. Wat ik persoonlijk vind, is niet relevant, want ik ken niet alle gegevens van dat dossier.

Wordt u op familiefeesten weleens aangesproken over de zogenaamde ‘wereldvreemde rechters’?

Denoyelle: (glimlacht) Ja, zoals alle magistraten en advocaten, vermoed ik. Ik probeer altijd uit te leggen wat de mogelijke achtergrond van een rechterlijke beslissing is.

Komt dat dan niet vergoelijkend over?

Denoyelle: Nee, want dat is het niet. Misschien is een deel van de kritiek wel terecht, maar nogmaals, ik heb dat vonnis niet kunnen lezen. Ik zou dus niet graag willen dat de lezers van Knack nu denken dat ik de beslissing van de rechter in die verkrachtingszaak goedpraat. Dan is het doel van mijn Facebook-post totaal mislukt. Ik zeg alleen: oordeel toch niet zo snel op basis van wat flarden informatie.

De rode draad in de reacties van justitie is: ‘Jullie begrijpen ons niet. Jullie zijn geen juristen.’ Dat heb je minder bij andere beroepsgroepen.

Denoyelle: Misschien leggen wij het niet goed genoeg uit, en misschien luisteren jullie niet goed. Veel mensen hebben geen flauw benul van de werking van justitie. De meesten denken dat een correctionele rechter en een onderzoeksrechter hetzelfde doen, of kennen het verschil tussen een rechter en een parketmagistraat niet. De juridische ongeletterdheid is gigantisch, ondanks alle infodagen, ondanks goedmenende advocaten en rechters die in scholen uitleg geven.

Er zijn toch veel realityprogramma’s over rechtbanken en processen?

Denoyelle: Dat is een goede zaak, omdat het publiek zo meer affiniteit krijgt met een belangrijk onderdeel van de samenleving – ook al is het vaak heel anekdotisch.

Wekt de onafhankelijkheid van de rechter soms niet de indruk van willekeur? De ene rechter geeft een straf met uitstel of een taakstraf, terwijl zijn collega in een ander arrondissement voor exact hetzelfde misdrijf jaren effectieve opsluiting vonnist.

Denoyelle: Zoals een kleine drugsdealer een zware straf krijgt van een rechter in een kleine stad omdat drugszaken daar minder vaak voorkomen dan in Antwerpen, waar men gewoon is aan containers vol cocaïne? Voor onopzettelijke slagen en verwondingen in het verkeer zijn er torenhoge boetes die veel hoger zijn dan voor onopzettelijke slagen en verwondingen buiten het verkeer. Dat ligt wettelijk vast en de rechter moet zich daaraan houden. Elk oordeel in een zaak staat op zich.

Oordelen vrouwelijke magistraten anders of strenger in verkrachtingszaken dan mannen?

Denoyelle: In theorie zou dat niet mogen. Daarvoor dient onze toga. Zodra ik mijn toga aantrek, ben ik niet langer Christian, maar een jeugdrechter. Als wij bij de HRJ een rechter moesten voordragen voor benoeming, zeiden we altijd dat de kandidaat zichzelf tussen haakjes moet kunnen zetten. Iedereen heeft een rugzak, maar in de rechtbank moet een magistraat die buiten laten staan, zo veel mogelijk. Daarom kun je ook niet zomaar zeggen dat vrouwelijke rechters gevoeliger zijn voor een verkrachtingszaak dan mannelijke collega’s.

Er gebeuren naar schatting ruim 85.000 verkrachtingen en aanrandingen per jaar, waarvan 10 procent wordt aangegeven. Daar volgen ongeveer 800 veroordelingen per jaar uit. Krijgt de samenleving daarmee niet het signaal dat seksueel geweld zo erg niet is? Geeft dat recente vonnis niet ook dat signaal aan vrouwen en slachtoffers?

Denoyelle: (zucht) Vandaar ook mijn frustratie dat je geen gefundeerd oordeel over dat vonnis kunt hebben zolang je de volledige tekst daarvan nergens kunt lezen.

Waarom geeft de magistratuur zelf niet meer uitleg?

Denoyelle: De deontologie van de magistraat laat dat niet toe. De rechter spreekt via zijn of haar vonnis en moet voor de rest zwijgen. Wat een rechter te zeggen heeft over een dossier staat in de beslissing. Punt uit. Je kunt als rechter niet ’s ochtends je vonnis vellen en dat ’s avonds in De Afspraak gaan toelichten.

Rechtbanken hebben toch persrechters die toelichting kunnen geven?

Denoyelle: Ja, en mijn tekst is indirect een oproep daartoe. Justitie moet zo transparant mogelijk werken. Vonnissen publiceren is daar maar één element van. Justitie heeft een doordachte communicatiestrategie nodig. Die is er vandaag totaal niet.

In Nederland communiceert Justitie wél.

Denoyelle: Daar heeft elke rechtbank twee professionele communicatiespecialisten in dienst. Alle vonnissen worden online gepubliceerd. Ze hebben ook een webcare-team: acht mensen schuimen voltijds het internet en sociale media af voor items over de Nederlandse justitie. Daar kunnen ze ook op reageren. Ik beweer niet dat alle collega’s op sociale media actief moeten zijn, maar de magistratuur als geheel zwijgt te vaak. De tijden van ‘geen commentaar’ zijn voorbij. Desnoods moet je uitleggen waarom je geen commentaar kunt geven. Ik ben ervan overtuigd dat de grote meerderheid van magistraten er ook zo over denkt. Hoe dan ook is er bij de magistraten – niet alleen de strafrechters – meer vorming nodig over seksueel geweld. Het was een van de aanbevelingen van de HRJ, en het parlement heeft die vorming verplicht gemaakt. Alleen is ze er nog niet. Wellicht valt het niet zo eenvoudig te organiseren voor zo veel magistraten, of is er vertraging door de coronacrisis?

Uit de cijfers van vijf jaar opleiding over seksuele misdrijven blijkt dat maar 177 magistraten die opleiding volgden. Het ging vooral om parketmagistraten. Nauwelijks 27 procent van de deelnemers waren rechtsprekende magistraten. Waarom is de interesse daarvoor zo gering?

Denoyelle: (ontwijkend) Dat weet ik niet. Misschien door tijdgebrek? Of voelt men de behoefte niet als ervaren magistraat?

Rechters teren te veel op hun ervaring?

Denoyelle: Kijk, iedereen moet zich voortdurend bijscholen. Die aanbevelingen van de HRJ komen niet uit de lucht vallen. Er is zeker verbetering mogelijk, en hopelijk helpt die wettelijke verplichting. Maar je moet de mensen wel meekrijgen. Juristen denken anders dan hulpverleners, en het is niet vanzelfsprekend om de brug te slaan tussen beiden. Zulke opleidingen zijn het best multidisciplinair. Kijk naar het succes van de Zorgcentra na Seksueel Geweld. Een holistische aanpak is cruciaal. Justitie en welzijn moeten daar zeker in samengaan.

Parket vindt straf te licht

Het parket van Gent gaat in beroep tegen de uitspraak in de verkrachtingszaak in de Gentse Overpoortstraat. Volgens het parket is de straf te licht. Dat is een vrij uitzonderlijke demarche van het Openbaar Ministerie.

In zijn bericht op Facebook schreef Christian Denoyelle daarover: ‘Het parket kan nog hoger beroep aantekenen. Maar het parket gaat zelden in hoger beroep als de schuld vaststaat en het nog enkel over de strafmaat gaat. En tegen de bewoordingen van het vonnis in hoger beroep gaan, doet het parket nog minder.’

De twee mannen kregen respectievelijk 16 en 20 maanden cel met uitstel. Het zwaar getraumatiseerde slachtoffer kreeg een morele schadevergoeding van 7800 euro. Het vonnis veroorzaakte heel wat verontwaardiging. Het parket vond de straf wel degelijk te licht en ging daarom in beroep.

Christian Denoyelle

– 1970: geboren in Roeselare

– Studie: rechten (Brussel en Leuven)

– 1993: advocaat aan de balie van Brussel

– 2004: rechter bij de rechtbank van eerste aanleg van Antwerpen

– 2007: jeugdrechter Antwerpen

– 2016-2020: voorzitter van de Hoge Raad voor de Justitie

– 2021: jeugdrechter

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content