“De woordkeuze had beter gekund”, dat geeft minister van Binnenlandse Zaken Jan Jambon (N-VA) zaterdag toe in de krant Sudpresse. Jambon verwijst daarmee naar zijn eerdere controversiële uitspraken over het feit dat een “significant deel” van de moslimgemeenschap danste naar aanleiding van de aanslagen.
“Ik trek niets terug van wat ik zei of vond, in elk geval niet voor wat de kern van de boodschap betreft… Wat de vorm betreft geef ik toe dat ik voorzichtiger had kunnen zijn”, aldus Jambon. “Er moet meer aandacht gaan naar die jongeren die hun steun betuigen aan de terroristen. We moeten opnieuw hun hart voor ons winnen”, zei de minister.
Hij verduidelijkte voorts dat er de voorbije maanden minder jongeren zijn vertrokken naar Syrië. Momenteel wordt aangenomen dat 268 jongeren in Syrië zitten of gesneuveld zijn, 4 jongeren zijn onderweg, 69 hebben geprobeerd om naar daar te trekken en 117 jongeren zijn teruggekeerd.
‘Significant deel’
In het weekend van 16 en 17 april zei de minister in De Standaard dat een ‘significant deel van de moslimgemeenschap’ op straat danste na de aanslagen van 22 maart. De uitspraak bracht meteen veel reactie te weeg. Vooral de zin ‘dat er in bepaalde wijken in Brussel straatfeesten plaatsvonden na de aanslagen in Brussel’, kon op veel onbegrip rekenen.
Onder meer de oppositie haalde zwaar uit naar Jambon. Je zou verwachten dat een minister van Binnenlandse Zaken feiten op tafel legt’, reageerde Groen-voorzitter Meyrem Almaci.
Maar ook federale ministers Alexander De Croo (Open VLD)en Kris Peeters (CD&V) waarschuwden voor veralgemening. ‘Ik ken zelf de feiten niet, maar Jambon zal wel met een goede uitleg moeten komen op de volgende ministerraad of in het parlement. We zullen hem daar ook naar vragen’, klonk het toen bij Peeters.
In een interview met VTM later zei Jambon dat hij geen uitspraken over dansen heeft gedaan. “Ik heb uitspraken gedaan over feiten die mij meegedeeld zijn in de nationale veiligheidsraad en ik denk dat het in een democratie goed is om feiten bij naam te noemen en dat dit het debat bevordert”, argumenteerde hij.
Verschillende burgers zullen op 6 mei elk een klacht indienen tegen de minister omwille van zijn uitspraken. Volgens de burgers, die de steun krijgen van de Franstalige Beweging tegen Racisme, Antisemitisme en Xenofobie (MRAX), gaat het om “laster, eerroof en aanzetten tot haat”.
(Belga/NS)
