Hendrik Vuye & Veerle Wouters

‘Is het dragen van een boerka of een niqab voortaan een mensenrecht?’

Hendrik Vuye & Veerle Wouters Hoogleraar (UNamur) en lector (Hogeschool PXL), voormalige V-Kamerleden

‘De godsdienstvrijheid zit op een hellend vlak. De invulling die internationale instanties geven aan de vrijheid van religie botst steeds meer met ons model van samenleven’, stellen Kamerleden Veerle Wouters en Hendrik Vuye.

Mensenrechten zijn fundamentele rechten. Ze worden gewaarborgd door vele verdragen en bewaakt door allerlei instanties. Het is maar de vraag of dit niet van het goede te veel is. Uitspraken van mensenrechteninstanties spreken elkaar tegen en beleidsmakers weten soms niet meer van welk hout pijlen maken. Wat een decennium geleden nog een juridische evidentie was, staat nu op losse schroeven. Sedert eind oktober is zelfs het dragen van een boerka of een niqab een mensenrecht.

De hoofddoek van Lucia Dahlab en Leyla Sahin

Kijken we eerst even naar de rechtspraak van het Mensenrechtenhof dat waakt over de toepassing van het Europees Mensenrechtenverdrag (1950). Lucia Dahlab is onderwijzeres in Genève. Ze bekeert zich tot de islam en geeft voortaan les met een islamitische hoofddoek. De overheid vindt dat religieuze symbolen geen plaats hebben in het openbaar onderwijs en verbiedt de hoofddoek. De zaak komt uiteindelijk voor het Mensenrechtenhof te Straatsburg waar Lucia Dahlab inroept dat haar vrijheid van religie geschonden is. In 2001 verklaart het Hof de klacht onontvankelijk. Het Hof beslist dat het religieuze voorschrift dat vrouwen verplicht een hoofddoek te dragen moeilijk te verenigen valt met de gelijkheid man-vrouw.

Is het dragen van een boerka of een niqab voortaan een mensenrecht?

Vier jaar later komt er een tweede zaak. Leyla Sahin studeert geneeskunde aan de universiteit van Istanbul. De rector van de universiteit verbiedt het dragen van een islamitische hoofddoek tijdens de lessen. Het Mensenrechtenhof beperkt zich deze keer niet tot een beslissing over de ontvankelijkheid. Niet alleen een kamer van het Hof, maar ook de grote kamer vellen een arrest. Met 16 stemmen tegen 1 – de Belgische rechter Françoise Tulkens – verwerpt het Hof de klacht. Opnieuw verwijzen de Straatsburgse rechters naar de gelijkheid man-vrouw. De overheid moet als een ‘neutraal organisator’ van de samenleving zorgen dat de verschillende religies en opinies kunnen samenleven. Om dit doel te verwezenlijken kunnen beperkingen worden opgelegd aan de vrijheid van godsdienst.

Boerka, niqaab en gendergelijkheid: Straatsburgse meanders

Na dit arrest van de grote kamer lijkt het pleit beslecht. Een volgende zaak (arrest S.A.S. van 2014) handelt immers over het Franse boerka- en niqaabverbod op openbare plaatsen. Indien het – in bepaalde omstandigheden – mogelijk is een islamitische hoofddoek te verbieden, dan is het toch zeker mogelijk een boerka te verbieden?

Het Mensenrechtenhof aanvaardt inderdaad de Franse wet met 15 stemmen tegen 2, maar de motivering is nu helemaal anders. Het Hof stelt dat men de vrijheid van religie niet kan beperken op grond van de gelijkheid man-vrouw. Exit de argumentatie van de zaken Dahlab en Leyla Sahin. Ook motieven omtrent de ‘menselijke waardigheid’ en de ‘waardigheid van de vrouw’ kunnen geen boerkaverbod staven volgens het Hof.

Het Hof aanvaardt wel een boerkaverbod op volgende gronden: ‘openbare veiligheid’ en ‘samenleven’. De wetgever kan de vrijheid van religie beperken omwille van motieven van openbare veiligheid: personen die hun gezicht verhullen zijn moeilijk of niet herkenbaar. Ook een beperking noodzakelijk voor het ‘samenleven’ (‘le vivre ensemble‘) wordt aanvaard: het verhullen van het gezicht belet individualisering van de persoon en maakt het onmogelijk om menselijke relaties tot stand te brengen.

Deze meanders in de rechtspraak van Straatsburg maken het de beleidsmakers bijzonder moeilijk. De Belgische wetgever (2011) en het Belgische Grondwettelijk Hof (2012) hebben ‘het verbod op het dragen van kledij die het gezicht volledig dan wel grotendeels verbergt’ ook gemotiveerd vanuit de gelijkheid man-vrouw en de waardigheid van de vrouw. Beide motieven zijn juridisch aanvaardbaar in die periode. In 2014 keert het Mensenrechtenhof echter de kar en verwijst het beide motieven naar de prullenmand. Gelukkig heeft de wetgever ook argumenten van ‘samenleven’ en ‘openbare veiligheid’ ingeroepen. Dit maakt dat het Belgische boerkaverbod in 2017 toch standhoudt voor het Mensenrechtenhof.

Wat moet je nu met zo’n tegenstrijdige standpunten aanvatten als overheid? Hoe kan je nog wetten stemmen?

Maar dit alles is buiten het Mensenrechtencomité van de Verenigde Naties gerekend. Dit orgaan waakt over de naleving van het Internationaal Verdrag inzake burgerrechten en politieke rechten (1966). Ook dit verdrag waarborgt de vrijheid van religie. Een aanvullend protocol bij dit verdrag laat burgers toe om het Comité te vatten. Zowel Frankrijk als België zijn toegetreden tot dit aanvullend protocol.

Laat dat nu net Frankrijk zuur opbreken. En als het regent in Parijs, dan druppelt het in Brussel. Op 22 oktober van dit jaar acht het Comité het Franse boerkaverbod in strijd met de vrijheid van religie.

Beide laatste boeien die overblijven om een boerka- en niqaabverbod te staven, verdwijnen nu ook in de prullenmand. Het Comité oordeelt dat Frankrijk niet aantoont waarom boerka en niqaab een bedreiging zijn voor de openbare veiligheid. En zelfs indien Frankrijk dit zou kunnen aantonen, dan nog vindt het Comité een verbod buitensporig. Ook het argument ‘samenleven’ wordt aan flarden geschoten. Het recht op interactie met andere personen is volgens het Comité geen mensenrecht en laat dan ook niet toe de vrijheid van religie te beperken. En het Comité vervolgt: zelfs mocht men het ‘samenleven’ aanvaarden als grond om de vrijheid van religie te beperken, dan nog is een boerka- en niqaabverbod buitensporig. Voortaan is het dragen van een boerka of een niqaab dus een mensenrecht, althans volgens het Mensenrechtencomité.

Neen aan de mensenrechten-kermis

De cirkel is rond en de mensenrechten-kermis compleet. Het Mensenrechtenhof aanvaardt een boerkaverbod als een legitieme beperking van de vrijheid van religie, maar het Mensenrechtencomité acht het boerkaverbod in strijd met de vrijheid van religie. Wat moet je nu met zo’n tegenstrijdige standpunten aanvatten als overheid? Hoe kan je nog wetten stemmen?

In deze zaken wordt de grote zwakte van de mensenrechten duidelijk. Een norm moet voldoende concreet zijn om te worden toegepast. Mensenrechten zijn uiterst vage normen, het zijn zelfs eerder beginselverklaringen. Wat is bijvoorbeeld een eerlijk proces? Hoe ver reikt het recht op privacy? Wat impliceert het recht op gezinsleven? Er is vrijheid van religie, maar hoever reikt deze? En wat is een religie precies? Het gaat telkenmale over open normen waar de rechter in grote mate een vrije invulling aan geeft. De rechter past hier geen norm toe, hij bepaalt zelf de inhoud van de norm. Dit veronderstelt een grote terughoudendheid van de rechter, net omdat rechters onafhankelijk zijn en aan niemand verantwoording afleggen.

Gaan we onder het mom van mensenrechten ons leven laten bepalen door een fundamentalistische lezing van eeuwenoude boeken?

Rest de essentiële vraag: moeten wij toelaten dat enkele fundi’s hun maatschappijvisie aan ons opleggen? Gaan we onder het mom van mensenrechten ons leven laten bepalen door een fundamentalistische lezing van eeuwenoude boeken? Ons antwoord is alvast een duidelijke neen. Het boerkaverbod is kamerbreed gestemd in ons parlement, het democratisch draagvlak kan onmogelijk groter zijn.

Indien het Mensenrechtencomité van de Verenigde Naties meent ons een manier van leven te kunnen opdringen, dan is er maar één gepast antwoord: laten we dan elke rechtsmacht aan dat Comité ontnemen.

Het dragen van een boerka of een niqaab heeft geen draagvlak in onze samenleving. Meer nog, het is de ontkenning van onze democratische samenleving. Of kent er iemand ergens in dit universum een democratie die mensenrechten hoog in het vaandel draagt en waar vrouwen getooid rondlopen in boerka’s?

Tenslotte nog dit. We schreven het al eerder: religies geven enkele burgers rechten die alle andere burgers niet hebben. Voor de lezers van deze column geldt het ‘boerkaverbod’ wel nog steeds. Het gaat immers niet om een boerkaverbod, maar om een ‘verbod op het dragen van kledij die het gezicht volledig dan wel grotendeels verbergt’. Een iets te verhullende bivakmuts valt dus onder de toepassing van de wet en voor een bivakmuts kan je moeilijk religieuze redenen inroepen. Is het iets te koud deze winter, speel dan op zeker en ruil je bivakmuts in voor een boerka… Tja, zo gek is het geworden.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content