Interne oorlog bij privacywaakhond
In een klachtenbrief aan het parlement vragen twee directeurs van de Gegevensbeschermingsautoriteit twee audits én het ontslag van een derde directeur. Dat vernamen Knack en Le Soir. Volgende woensdag buigt de Kamercommissie Justitie zich achter gesloten deuren over de kwestie.
Warmtecamera’s om tweedeverblijvers te spotten aan de kust, drones die oproepen om afstand te houden, analyse van onze telecomgegevens, een corona-app, contact tracing… Uitgerekend in volle coronacrisis, waarin de bescherming van onze privacy een moeilijke evenwichtsoefening is, rommelt het aan de top van de Gegevensbeschermingsautoriteit (GBA).
De opvolger van de Privacycommissie telt vijf directeurs: David Stevens, (algemeen secretariaat), Charlotte Dereppe (eerstelijnsdienst), Alexandra Jaspar (kenniscentrum), Peter Van den Eynde (inspectiedienst) en Hielke Hijmans (geschillenkamer). Samen vormen zij het directiecomité. Minstens de eerste drie directeurs – Stevens (die tevens voorzitter is van de GBA), Dereppe en Jaspar – zijn verwikkeld in een hoogoplopend conflict.
Interne spanningen
De voorbije maanden kon je in de pers al lezen dat binnen het directiecomité verschillende visies bestaan. Begin juli bijvoorbeeld kopte De Standaard ‘Privacywaakhond verdeeld over coronatracing’. De krant verwees naar een LinkedIn-bericht van Alexandra Jaspar: ‘Ik ben bang voor onze democratie.’ Ze was verontwaardigd over de manier waarop de overheid een federale databank organiseerde die contactspeurders voor coronabesmettingen gebruiken. Jaspar hekelde onder meer dat het Koninklijk Besluit over die databank al gepubliceerd was zonder dat de GBA daarover op voorhand was geraadpleegd. David Stevens reageerde in de krant dat tijdsdruk de oorzaak was, veeleer dan slechte wil.
Maar de interne spanningen gaan veel verder dan een verschil in visies, zo blijkt uit gelekte documenten die Knack en Le Soir konden inkijken.
Lange waslijst beschuldigingen
Op 9 september verstuurden Jaspar en Dereppe een klachtenbrief van liefst tien pagina’s naar de Kamervoorzitter, de fractievoorzitters en de leden van de commissie Justitie. Ze maken zich ‘ernstige zorgen over de situatie waarvan we al 16 maanden getuige zijn’ en stellen dat de GBA ‘niet langer in staat is om haar opdracht op onafhankelijke wijze te vervullen’.
In de brief vragen ze onder meer om een externe audit te laten uitvoeren van de psychosociale risico’s, alsook een externe audit van de uitgaven van de GBA. Bovendien stellen ze voor om ‘de heer Stevens (te) onderwerpen aan de procedure voor de beëindiging van zijn mandaat’.
De waslijst met beschuldigingen aan het adres van Stevens is lang.
Jaspar en Dereppe stellen in de brief onder meer dat Stevens in minstens twee gevallen een beslissing van het directiecomité ‘niet heeft uitgevoerd of dat hij gehandeld heeft zonder voorafgaande beslissing van het directiecomité’. ‘Gelet op de invloedrijke personen die bij beide zaken betrokken zijn, zijn er redenen om aan te nemen dat de heer Stevens dit gedaan heeft om hun een voorkeursbehandeling te geven. Daarbij is hij zijn boekje te buiten gegaan.’
Jaspar en Dereppe hekelen ook dat Stevens deelneemt aan vergaderingen van de Vlaamse Toezichtscommissie – de regionale privacycommissie, zeg maar. Ook Stevens’ betrokkenheid bij een coronataskforce vinden ze problematisch. Eind juni had de ngo Ligue des Droits Humains in een open brief aan het parlement ook al vraagtekens geplaatst bij de deelname van Stevens aan die taskforce: ‘Deze deelname is ofwel een fout van zijn kant, ofwel het resultaat van een vorm van gehoorzaamheid van de toezichthoudende autoriteit aan de politieke macht (…)’.
Tot slot oordelen Jaspar en Dereppe dat Stevens ‘de meest elementaire regels inzake behoorlijk bestuur’ zou miskennen, en klagen ze ook over intimidatie. ‘Wij kunnen u alle documenten bezorgen waarin de ernstige wanpraktijken die we in deze brief aan de kaak stellen bevestigd worden’, klinkt het nog.
‘Géén begin van bewijs’
Nadat David Stevens hoorde over de klachtenbrief van twee codirecteurs richtte hij op 17 september zelf ook een schrijven aan het parlement, over de ‘rechtstreekse, ernstige en niet onderbouwde beschuldigingen’ aan zijn adres. In die brief ontkent Stevens ‘in de meest formele zin’ de aantijgingen:
‘Voor zover het om veronderstelde feiten gaat, wordt er geen begin van bewijs geleverd, en dit ondanks de uitdrukkelijke eerdere interne vragen daartoe aan de twee betrokken collega’s. Voor het overige betreft het pure insinuaties, waarin ik mijzelf noch de overige betrokkenen herken. Waar toch concrete feiten lijken te worden aangehaald, gaat het bovendien vaak om manifest onjuiste of zelfs eerder intern weerlegde informatie. Wetens én willens foutieve informatie aan de Kamer verschaffen, beschouw ik niet alleen als het ambt onwaardig, maar eveneens als een ernstige tekortkoming in hoofde van de betrokken collega’s.’
Achter gesloten deuren
Wie heeft gelijk? De bal ligt nu in het kamp van het parlement. ‘We hebben de vijf directeurs van de Gegevensbeschermingsautoriteit uitgenodigd om hen te horen’, zegt Kristien Van Vaerenbergh (N-VA), voorzitter van de Kamercommissie Justitie. ‘Dat zal woensdag 21 oktober gebeuren, een hele dag lang, maar achter gesloten deuren. Ik kan er op dit ogenblik weinig over zeggen. Bedoeling is dat de commissie Justitie hoort wat de problemen en verschillende visies zijn.’
‘Hoewel de vijf directeurs niet verplicht zijn om deel te nemen, hebben ze allemaal bevestigend geantwoord. Ze zullen allemaal naar de commissie komen om toelichting te geven.’
‘Goede werking wordt ondergraven’
Vraag is of de commissie Justitie ook aandacht zal besteden aan de structuur van de Gegevensbeschermingsautoriteit zelf. Want dát er ooit interne problemen zouden rijzen, had de Privacycommissie eigenlijk al voorspeld.
In een nota van oktober 2017 waarschuwde die immers het parlement: ‘Het wetsontwerp (voor de oprichting van de Gegevensbeschermingsautoriteit, nvdr) voorziet in een strikte taakverdeling per orgaan zonder te zorgen voor voldoende garantie voor een coherent functioneren van de Gegevensbeschermingsautoriteit. (…) De Commissie is van mening dat de taakverdeling in “eilanden” het risico met zich meebrengt dat de goede werking van de Gegevensbeschermingsautoriteit wordt ondergraven en zij wenst daarom meer flexibiliteit (…).’
‘Mooi parcours afgelegd’
In het kader van wederhoor nemen Knack en Le Soir contact op met de drie betrokken directeurs. ‘We hebben een vertrouwelijke brief aan het parlement gestuurd’, reageren Dereppe en Jaspar. ‘We betreuren dat die brief is uitgelekt. We hebben op dit moment geen commentaar. We zullen ons tot de parlementsleden richten.’
Ook Stevens reserveert zijn inhoudelijke reactie voor het parlement: ‘Tot mijn spijt kan ik de spanningen binnen het Directiecomité niet ontkennen. Zij zullen eerstdaags door de Kamer met de nodige vertrouwelijkheid worden behandeld. Ik acht het daarom niet opportuun om nu al op de uitlatingen te reageren.’
‘Wel wil ik benadrukken dat we al een mooi parcours hebben afgelegd. We maken onze naam (‘Gegevensbeschermingsautoriteit’) elke dag een beetje meer waar. Dat blijkt niet alleen uit ons recent gepubliceerde jaarverslag 2019, maar ook uit de meer proactieve behandeling van dossiers, ook tijdens de coronacrisis van de afgelopen maanden.’
‘Ik heb er alle vertrouwen in dat de Kamer dit dossier op een serene wijze zal behandelen en de aangewezen stappen zal zetten om de rust te doen terugkeren.’
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier