Idiot savant

Stijn Tormans © SASKIA VANDERSTICHELE

Op 28 maart 2022 stond er, wellicht voor de eerste keer sinds het ontstaan van dit land, rock-’n-roll in Het Belgisch Staatsblad: ‘De koning heeft de heer Arnold Hintjens benoemd tot Officier in de Kroonorde. Hij neemt zijn rang in de Orde op vanaf vandaag.’

Naast zijn officiële stond zijn echte naam: Arno – alleen de echt groten hebben geen achternaam. Het Staatsblad had er gerust nog een paar bijnamen bij kunnen zetten. Geen enkele artiest had er zo veel als hij, van Lonesome Zorro over Solo Gigolo tot Le Plus Beau.

Maar de naam die hem het best paste, was Idiot Savant. Gegeven door zijn producer Glenn Rosenstein, met wie hij in 1992 de gelijknamige plaat opnam in Nashville.

Arno Hintjens had twee linkerhanden, geen rijbewijs en zijn inzicht in de internationale politiek was eerder beperkt. Maar zoals elke idiot savant kon hij één ding waanzinnig goed.

Dat zag ik voor het eerst in de vroege jaren negentig. Tijdens het zappen stootte ik op een vreemde figuur in Striptease, het vaak geroemde reportagemagazine op de RTBF. Hij had die avond in 1990 zijn voet gebroken, maar toch stond hij in het gips op het podium. Hij deed wat onhandig met een handdoek. Leek een beetje op Charlie Chaplin. En toen zong hij, met die stem om je ziel aan te laven: Oh boy, you’re a lonesome Zorro. Het was een verrukkelijk beeld, zeker voor een jongen van dertien die droomde van vrijheid.

De laatste weken was hij meer rock-’n-roll dan hij ooit geweest was.

Later begreep ik dat hij goed wist wat hij deed: alleen dáár, op de houten planken van de bühne, gaf hij zich helemaal bloot.

De voorbije maanden dacht ik vaak terug aan die pelliculebeelden uit Striptease. Weer stond Arno op het podium, alsof er niets aan de hand was. ‘Je veux vivre dans un monde. Sans cholestérol’, zong hij op elk concert. ‘Avec une overdose de rock’n’roll.’

Hij was meer rock-’n-roll dan hij ooit geweest was: liever op de scène dan in het ziekenhuis, liever zingen dan chemo krijgen. Zijn concerten waren een grote middelvinger naar zijn kanker, naar alle conventies. Nooit was hij naakter. Net als de plaat die hij met zijn laatste adem inzong in de ICP Studios in Brussel: geen droevige songs op piano, maar wilde, rebelse muziek. Zoals het ooit allemaal begonnen was.

‘At the bars nobody is missing’, zong hij ook . Dat is niet waar. We missen hem nu al erg in deze staat met weinig rock-’n-roll, en niet alleen in L’Archiduc of Au Daringman. Daarom moet er in Oostende een Arnohuis komen, en het liefst snel, zoals ze daar ook een Ensorhuis hebben. Dat hij er veel moge spoken: de idiot savant die bijna drieënzeventig jaar lang levenslessen uitdeelde en de mooiste voor het einde bewaarde.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content