Hoogleraar psychologie Ariane Bazan: ‘Er zit zeker waanzin in mij’

Ariane Bazan: 'Het is nooit gematigd bij mij. Werken, eten, liefhebben: alles is heftig. Zelfs ziek zijn.' © CARMEN DE VOS

Over enkele weken ruilt ze België in voor Frankrijk, en dus is het chaos in haar huis. Maar niet in haar hoofd, hoe moeilijk de zomer voor haar ook is geweest. ‘Sinds mijn zesde is nadenken mijn redmiddel geweest’, zegt hoogleraar psychologie Ariane Bazan.

Elke week vraagt Knack aan ondernemende mensen hoe ze lijf en psyche in balans houden.

Een mens praat graag over zichzelf, antwoordde ze in een mail, en dus zei ze ja op de vraag om in deze interviewreeks te verschijnen. Ariane Bazan is hoogleraar klinische psychologie aan de ULB en deinst er niet voor terug om tegen de haren in te strijken in het maatschappelijke debat. Het bekendst is ze wellicht om haar felle afwijzing van euthanasie bij psychisch lijden. Op het recente proces rond de zelfgekozen dood van Tine Nys verkondigde ze in tegenstelling tot alle andere experts ook dat de vrouw géén onbehandelbare geestelijke ziekte had.

Behalve een doctoraat in de psychologie behaalde Bazan eerder al een doctoraat in de biologie, en als psychoanalytica heeft ze een eigen praktijk in Brussel. Daar doen haar patiënten hun verhaal op een blauwe, eenvoudige divan, maar vandaag laat Bazan vrijmoedig zien wat er onder haar eigen schedelpan suddert.

Even had ze nog getwijfeld, want haar huis is een chaos, zei ze, met verhuisdozen overal. In september start Bazan aan de universiteit van Nancy als hoogleraar, in januari zal ze definitief naar daar verhuizen, samen met haar vriend, met wie ze overigens op trouwen staat. Het zal haar eerste huwelijk zijn.

En toch is het eigenlijk een vreselijke zomer, vertelt ze. ‘Mijn vader is gevallen in juli en kan sindsdien niet meer stappen. Mijn moeder heeft alzheimer. Hij is vijfentachtig, zij tachtig. Sinds hun pensionering wonen ze in de Dordogne, en de hele zomer hebben we met de drie kinderen onze vakanties doorgebracht in Frankrijk om hen te ondersteunen. Ze krijgen ook al een maximum aan mantelzorg. Maar nu gaat het echt niet meer. Ze zullen naar een rusthuis moeten verhuizen. Daar ben ik nu volop naar op zoek. Papa huilde toen ik hem onlangs aan de telefoon had. Mama beseft het niet meer, maar ze zal compleet gedesoriënteerd zijn als ze uit haar huis weg is. Het is hartbrekend.’

Twee decennia heb ik twee keer per week op de divan gelegen bij een psychoanalyticus. Het kost een huis, maar het redt een leven.

Als therapeute probeert u uw patiënten tools te geven om met zulke moeilijke situaties om te gaan, kunt u nu zelf naar uw eigen handvatten grijpen?

Ariane Bazan: Dat kan ik, ja. Omdat ik zo actief betrokken ben bij het zoeken naar praktische oplossingen, sleur ik de psychische ballast niet mee. Ik ga sowieso licht door het leven. Maar alleen omdat ik zelf twintig jaar in analyse ben geweest. Twee decennia twee keer per week op de divan liggen bij een psychoanalyticus, dat levert wel wat op. Het kost een huis, maar het redt een leven.

Toen ik u mailde voor dit interview, antwoordde u: ‘Niets is opgeblonken en afgewerkt en klaar om getoond te worden, alleen mijn gedachten zijn door en door herschikt en geordend.’

Bazan:(lacht) Het was absoluut megalomaan en overdreven van mij om dat te zeggen. Ik bedoelde vooral dat mijn huis een stort is, en ik vroeg me af hoe ik in godsnaam jou en de fotografe deftig kon ontvangen.

En toch klopt het ergens wel wat ik je mailde over mijn gedachten. Zo zit ik al mijn leven lang in elkaar. Sinds mijn zesde is nadenken altijd mijn grootste investering geweest. Mijn verdediging, mijn redmiddel. Hoe moet ik dat uitleggen? (zoekt naar woorden) Iedereen heeft zijn verhaal, ik heb het mijne. Papa en mama zijn altijd een bijzonder hecht koppel geweest, en de kinderen kwamen op de tweede plaats. Ik was ook snel onafhankelijk. Ik huilde niet als mama de kamer uitging.

(twijfelt even) Mijn persoonlijk verhaal is wel … Maar goed, mama zal het niet meer lezen, wegens haar ziekte, dus ik kan het wel vertellen. Ik was het eerste kind van mijn mama. Nadat ze met mij was thuisgekomen, na de bevalling, is ze ’s nachts nooit meer opgestaan om mij eten te geven. Ze was daar ook trots op. Ze zei: ‘De eerste nacht huilde je, de tweede en de derde ook, maar de vierde nacht zweeg je.’

Papa was daar ongerust over, haar eigen moeder ook, maar zelf heb ik er als kind weinig belang aan gehecht, omdat je denkt dat wat je mama doet het beste is. Pas later realiseerde ik me: een pasgeborene geen eten geven ’s nachts, dat is toch wel iets. ’s Ochtends at ik blijkbaar alles, zei ze ooit tegen mij. Ja, dat zal wel, wellicht uit overlevingsdrang. De symptomen die ik als kind had – eten tot het pijn doet – kan ik vandaag nog altijd hebben.

U engageert zich nu volop voor hun oude dag. Voelt u geen woede of teleurstelling?

Bazan: Het is wat het is. En in beperkingen schuilen ook mogelijkheden. Op de momenten waarop ik geen eten kreeg, moest ik wellicht kiezen tussen doodgaan of leven en de pijn erbij nemen. Ik heb voor dat laatste gekozen. Tot vandaag kan ik dus veel pijn aan. Dat is mijn kracht.

Bovendien heeft mijn moeder ook haar eigen, moeilijke verhaal. Ze was vier toen ze haar moeder uit hun huis sleurden en kaalschoren omdat haar man, mijn grootvader, tijdens de Tweede Wereldoorlog Duitsgezind was, terwijl mijn oma dat helemaal niet was.

Mama heeft altijd gezegd: een goede man is het belangrijkste om te hebben in mijn leven. En dat principe is ze trouw gebleven. Toen mijn vader in de bakkerij van zijn vader werkte, stond ze ’s morgens voor hem op om vers sinaasappelsap te persen. Pas daarna ging ze mij voeden. En toch was ze ook een liefhebbende moeder.

Mijn vader heeft het mij trouwens ook niet gemakkelijk gemaakt. Als hij anders in elkaar gezeten had, was ik wellicht twintig jaar eerder getrouwd en had ik misschien wel kinderen gekregen.

Maar nee, ik voel geen woede ten opzichte van hen. Ik voel eigenlijk alleen maar liefde. Zij hadden ook hun eigen verhaal om mee te dragen, en daar moet een kind het mee doen. Net zoals mijn kinderen het met mijn waanzin zouden moeten doen.

Mijn laatste analist heb ik meer dan tien jaar lang bezocht, en hij heeft mij gered.

Zit er waanzin in u?

Bazan: In iedereen, maar zeker ook in mij. (lacht) Ik ben een heftig mens. Het is nooit gematigd bij mij. Werken, eten, liefhebben: alles is heftig. Zelfs ziek zijn. Mijn moeder en ik hebben allebei soms last van eczema, en terwijl het bij haar kleine plekjes zijn, worden het bij mij direct reuzegrote bubbels. Hetzelfde bij braken. Ik heb het hooguit drie keer moeten doen in mijn leven, maar als het gebeurt, spuug ik tot aan het andere eind van de kamer. (lacht)

Om maar te zeggen dat het driftmatige sterk aanwezig is bij mij. Gelukkig is er ook de intellectuele kant, om mijn driften te temperen en tot beschaving te komen. Ik ben beschaafd ondertussen, maar de eilandjes van waanzin zullen er altijd zijn. Ik kan ook nog steeds uiteenvallen. Zoals een zak knikkers. Maar vandaag kan ik die knikkers tamelijk snel weer bij elkaar rapen. Nog eens: met dank aan twintig jaar analyse. Mijn laatste analist heb ik meer dan tien jaar lang bezocht, en hij heeft mij gered.

Wie zorgt er, behalve hij, nog voor u?

Bazan: Mijn partner. Mijn zus en mijn broer. Enkele goeie vrienden. En ik zorg ook voor mezelf. Dit klinkt misschien raar, maar ik zie mezelf graag. Het begin van mijn leven is niet zo gemakkelijk geweest, er waren ook financiële problemen in ons gezin, en kijk eens waar ik geraakt ben.

U bent een selfmade woman.

Bazan: Ja, ik kom niet uit een familie van notarissen, dokters of advocaten. Mijn moeder was secretaresse, mijn vader bakker, maar hij is twintig jaar werkloos geweest. Zelf heb ik een goed loon nu. Ik kan er zelfs mijn zus en ouders financieel mee ondersteunen. Dat vind ik toch niet niets. Ik ben daar trots op.

Uw intellectuele vermogens zijn een manier om uw driften te beteugelen, zei u net. Wanneer wist u van uzelf dat u de capaciteit had om veel in u op te nemen?

Bazan: Al heel vroeg. Ik kon al lezen en schrijven voor het eerste studiejaar. Ook rekenen was een openbaring: het feit dat er in de wiskunde maar één antwoord gevraagd wordt en dat antwoord helemaal juist kan zijn, vond ik fantastisch. Tegen oktober had ik het hele rekenboek al opgelost.

Het eerste studiejaar heeft mij gered om de periode daarvoor achter mij te laten. Rond mijn drie, vier jaar keek ik ineens scheel, en kon ik niet meer stappen of lopen. Ik werd onderworpen aan een bombardement van medische handelingen. Dat maakte me verdwaasd.

Wat was de reden van die plotse lichamelijke haperingen?

Bazan: Dat weet ik nog altijd niet. Het is nooit uit al die jaren analyse gekomen. Wellicht had ik iets gezien wat mij gechoqueerd had. Misschien iets in de seksuele sfeer. In elk geval heb ik toen logopedie gekregen, werd ik geopereerd aan mijn ogen, en heb ik ook opnieuw leren stappen. Vanaf toen, en zeker in de lagere school, ben ik alles op het intellectuele gaan zetten.

In uw columns gaat het opvallend vaak over de vrouw. Is het belangrijk voor u dat u een vrouw bent?

Bazan: Het is een essentieel deel van mijn denken, ja. Het heeft een heel stuk van mijn leven gekost om te vatten wie ik was, dus ook wie ik was als vrouwelijk lichaam, en waar mijn genot lag. Ik voel me daar nu heel stevig in. Ik weet wie ik ben, hoe ik functioneer, en hoe mijn lijf werkt.

Voor een vrouw is het meestal een hele zoektocht om te ontdekken waar ze van klaarkomt. Vrouwen praten überhaupt niet gemakkelijk over masturberen. Dat merk ik toch in mijn praktijk. Voor mannen daarentegen lijkt masturberen iets als tandenpoetsen: een ochtendlijk en avondlijk ritueel dat snel geklaard is. Mannen kunnen dus heel snel verlost zijn van de spanning in hun lijf. Want masturbatie is ook een vorm van lijfelijk onderhoud. Wat doe je als je die spanning niet kwijtraakt? Misschien werk je het dan uit op anderen, of word je ziek.

Seks is een goede manier om lichaam en geest in balans te houden?

Bazan: Absoluut. Voor vrouwen is het moeilijker om het lijf licht te maken, maar als ze ertoe komen, kunnen ze soms intensere en langere orgasmes hebben dan mannen.

Hebt u dan een goede relatie met uw lichaam?

Bazan: Op seksueel gebied wel. Maar ik ben te dik, en ik wil absoluut vermageren. Ik heb borstkanker gehad in 2011 en tijdens de laatste drie jaar van de medicatie die ik moest nemen, ben ik sterk bijgekomen. Dat vind ik echt erg.

Masturbatie is een vorm van lijfelijk onderhoud. Wat doe je als je die spanning niet kwijtraakt? Misschien werk je het dan uit op anderen.

Wegens de blik van de andere of die van uzelf?

Bazan: Die van mijzelf. De anderen zijn veel liever voor mij dan ik ben. (lacht) Onlangs heb ik een crosstrainer gekocht, en tijdens de lockdown in de lente had ik tijd om twee keer per dag te trainen, maar sinds mijn vader gevallen is en de zorgen rond mijn ouders ontstaan zijn, is het allemaal om zeep.

Vindt u het erg dat u geen kinderen hebt?

Bazan: Ik vind het jammer, maar ik ben er niet door gefrustreerd. In theorie zou het trouwens nog altijd kunnen. Ik zit in een vaste relatie en ben nog niet in de menopauze beland. Nu ja, ik ben eenenvijftig, het zal wellicht niet gebeuren. Spijtig genoeg. Maar ook hiervan zeg ik: het is wat het is. Ik heb weleens nagedacht over alleenstaande moeder worden, of over adoptie, maar ik was altijd te veel aan het werk om dat idee echt door te duwen.

Heeft de kanker nog een plaats in uw hoofd?

Bazan: Ik moet nog elk jaar op controle voor borstkanker, en dat is telkens met een klein hart. Als de controle erop zit, moet ik altijd huilen.

Ik denk soms: misschien is zestig jaar wel mijn eindstreep. Zoals bij mijn oom Johan (journalist Johan Anthierens, nvdr). Ik hoop het niet. Ik hoop dat ik een leeftijd zoals die van mijn ouders bereik. Maar ik ben me er wel bewust van dat je maar één keer leeft. Eén leven heb je, en dan is het gedaan. Daarom ook heb ik het risico genomen om nu naar Nancy te verhuizen. Ik weet niet hoe het zal uitdraaien daar, en ik zal er minder verdienen dan in België, maar ik was niet meer gelukkig aan de ULB. Ik kon er te weinig onderzoek doen. En daar ligt uiteindelijk mijn grote ambitie.

Wat wilt u bereiken dan?

Bazan: Ik wil een echte wetenschap van het psychologische ontwikkelen. Want die bestaat nu niet, alle psychologiefaculteiten ten spijt. De bestaande psychologische modellen stoelen in grote mate op hetzij biologische, hetzij sociologische gegevens, terwijl de psychologie een autonome discipline is. Het is de wetenschap van de ideeën, zoals biologie de wetenschap is van het levende en sociologie die van groepen.

Daarom wil ik er ook boeken over gaan schrijven. En er verder onderzoek naar doen. Ik probeer een logisch kader te scheppen voor hoe een mens psychisch functioneert, op eenzelfde manier als Darwin een logisch kader gaf voor de evolutie.

Mijn ultieme ambitie is dat het psychologische ook een plaats krijgt in het politieke denken. Dat we niet meer uitgaan van de utopie dat alle mensen van goede wil zijn, gezond verstand hebben en elkaar de hand zullen reiken. Nee, mensen zijn nu eenmaal inherent onredelijk en potentieel monsterlijk en op basis daarvan moet je wetten bedenken.

In de praktijk moet je dus voor elk collectief gegeven steeds rekening houden met een marge van misbruik, en de haalbaarheid van het systeem aan die marge toetsen. Neem bijvoorbeeld de sociale zekerheid. Ook al bestaat daarin pakweg 20 procent misbruik, dan nog zal dat systeem veel meer voordeel dan nadeel opleveren voor de samenleving. Maar wat met bijvoorbeeld genetische manipulatie of kernenergie bij die 20 procent misbruik?

U praat vol vuur over uw overtuigingen. Waarvan wordt u nog gelukkig?

Bazan:(denkt lang na) Ik zou zeggen: alle basale zaken. Eten, dansen, vrijen, op mijn voeten staan en rondwandelen. Nu met u spreken, daar word ik ook gelukkig van. Omdat je je moet definiëren, je knikkers weer eens bij elkaar moet sprokkelen, en jezelf toch weer wat beter leert kennen. Zodat je weer verder kunt gaan. (glimlacht) Ik zei toch dat nadenken mijn grote redmiddel is?

Ariane Bazan

– 51 jaar, geboren in Brussel

– Dochter van een Vlaamse moeder en Franstalige vader

– Studeerde aan UGent en de universiteiten van Lyon en Michigan. Doctoreerde in de biologie en psychologie

– 2007-2020 hoogleraar klinische psychologie aan ULB

– 2020 start in september aan de Université de Lorraine (Nancy)

– Is een bekend tegenstandster van euthanasie bij psychisch lijden

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content