Jan de Zutter

Het treurige beeld van de grondstroom van Bart De Wever

Jan de Zutter Kunsthistoricus, auteur en plastisch kunstenaar

De VRIND-indicatoren leren ons dat de zorg voor zichzelf, zonder verantwoordelijkheid te voelen voor het leed van anderen, aan een opmars bezig is. De vraag luidt of de N-VA heeft ingeplugd op die ‘grondstroom’, of dat ze er integendeel de wegbereider van is.

Een goede burger is een brave burger. Dat titelen de kranten naar aanleiding van het VRIND-rapport dat een jaarlijkse snapshot geeft van het ‘leven en werken’ van de Vlaming. Burgerschap wordt in Vlaanderen steeds meer een verhaal van rechten en plichten. De Vlaming wil dat er beleefd geluisterd wordt naar wat hem van bovenaf opgelegd wordt in de vorm van wetten, regels en voorschriften. De omgekeerde dynamiek, waarbij Vlamingen zich spontaan maatschapplijk engageren is op de terugweg. Zwakkeren helpen, dat vinden de Vlamingen niet echt prioritair.

Vat dit ietwat treurige beeld de befaamde grondstroom van Bart De Wever? Daar lijkt het toch op. Dat de Vlaming zich minder engageert in het middenveld moet de N-VA alvast als muziek in de oren klinken, want zoals De Standaard in maart al schreef, stelt de partij dat middenveld ter discussie. Sinds haar kartel met de CD&V, een kleine 10 jaar geleden, kneedt de N-VA gestaag aan ‘haar grondstroom’. Toen werd die grondstroom verpakt in een nationalistisch-separatistisch jasje, maar dat is de afgelopen 10 jaar flink open komen te vallen, zodat het strenge, neoliberale plunje dat daaronder schuil gaat, steeds opvallender wordt: een kleine overheid, met een minimaal pakket aan kerntaken, een vakbeweging die liever aan de ketting wordt gehouden, een ondernemersvriendelijke omgeving waar zo weinig mogelijk regels gelden, en een burgerschap met zoveel mogelijk regels die de ‘normen en waarden’ van de goede Vlaamse huisvader moeten weerspiegelen. Bij elke electorale overwinning en elke gunstige peiling werd het discours van de N-VA strenger én negatiever.

Het Antwerpse laboratorium – waar de Vlaamse zaak verder van nul en generlei waarde is – toont de marsrichting duidelijk aan. Het is van ‘moeten’ en ‘niet mogen’. Je houdt onverlaten enkel op het rechte pad als je de stok achter de deur ook regelmatig eens ter hand neemt. Betogers die onder politiebegeleiding afwijken van het rechte pad – het pad dat door de regels werd voorgeschreven – worden gecriminaliseerd, kunstenaars en andere subsidievreters moeten niet te veel noten op hun zang hebben, allochtonen hebben racisme vaak aan zichzelf te wijten, net zoals leefloners ook zelf schuld hebben aan hun benarde situatie, het federale gedoogbeleid inzake kleine hoeveelheden soft drugs betekent niets, want “men is vergeten dat de wet soft drugs verbiedt”, zeeklassen voor stadskinderen zijn te duur geworden, baasjes van hondjes die naar een auto blaffen, worden getuchtigd met een GAS-boete, de oppositie in de gemeenteraad moet luisteren en slikken wat papa zegt “omdat papa het zegt”. Zelfs de uit de partij gevluchte N-VA’ers uit Turnhout laten verstaan dat de partijtop niet luistert naar “wat de man in de stad of in het dorp denkt of voelt.”

Luisteren is nooit het sterkste punt geweest van een traditioneel, patriarchaal beleidsmodel, want vader weet het beter. En dat is precies wat langzaam aan de oppervlakte komt. Volgens de Amerikaanse linguist en neuroloog George Lakoff is het conservatieve wereldbeeld gebouwd op een patriarchaal model, het zogenaamde ‘strict father model’, terwijl progressive politiek vertrekt van de ‘nurtuant parent family’, het ‘zorgende gezinsmodel’. Het strenge vadermodel gaat er van uit dat kinderen leren via beloning en bestraffing, zoals bij de ‘operante conditionering’ in de gedragswetenschappen, waarbij gedrag veranderd wordt door er de consequenties van te laten ervaren. Die consequenties kunnen de vorm aannemen van een beloning of een bestraffing. Het vadermodel gaat er van uit dat kinderen onafhankelijker kunnen worden en meer zelfdiscipline aan de dag kunnen leggen als ze een strenge vader hebben. Onafhankelijkheid als gevolg van discipline, dat is ook wat de N-VA wil bereiken door langdurig werklozen en leefloners desnoods te straffen. Want wie te lang de zorgende hand voelt, wordt lui en hulpeloos, is de redenering.

‘Het treurige beeld van de grondstroom van Bart De Wever’

Jan de Zutter

Volgens Lakoff is dit model gebaseerd op de visie dat de wereld een gevaarlijke plek is en dat kinderen niet ‘goed’ worden geboren, maar ‘goed’ gemaakt moeten worden. De strenge vader is de morele autoriteit die zijn kinderen, en bij uitbreiding zijn hele gezin, het ‘goede’ moet bijbrengen middels een strikte discipline. Goede mensen zijn gedisciplineerde mensen; of zoals de VRIND-indicatoren het zeggen: Goede Vlamingen zijn brave Vlamingen. Het N-VA-wereldbeeld van traditionele normen en waarden, moeten een tegengewicht vormen voor de “uit de hand gelopen linkse experimenten van het einde van de jaren ’60”. Die progressieve wereldvisie zorgde er volgens De Wever in een opiniestuk uit 2008 voor dat de “sociale normering die gebaseerd was op de traditie van het christendom steeds sneller wegsmolt, met maatschappelijk verval, toenemende echtscheidingen, psychologische problemen en agressie” tot gevolg. De Wever schets hier inderdaad een gevaarlijke wereld. Een strenge vader lost zoiets op middels strikte discipline en gezagsgetrouwheid.

Dat angstige wereldbeeld staat haaks op wat Lakoff het verzorgende gezinsmodel noemt dat de basis vormt voor het progressieve wereldbeeld. Dat gaat er van uit dat de wereld noch intrinsiek vijandig, noch intrinsiek vriendelijk is, maar wel verbeterd kan worden. Ook kinderen kunnen zich vervolmaken. Ze kunnen dat doen door de wereld te verkennen onder de beschermende begeleiding van hun beide ouders. Respect en medeleven zijn kernbegrippen in die wereldvisie, kernbegrippen die aangeleerd kunnen worden door het goede voorbeeld te geven, niet door gehoorzaamheid af te dwingen. Dat gebeurt op basis van zorg, wat volgens Lakoff empathie impliceert zodat mensen niet enkel goed voor zichzelf zorgen, maar ook zorgzaam zijn voor anderen waarvoor ze zich verantwoordelijk voelen. Op een ruimer politiek niveau vertaalt die zorgzaamheid zich naar een sociaal vangnet, overheidsregulering, universeel onderwijs, universele gezondheidszorg, burgerrechten, gelijke behandeling, verantwoordelijkheid, een transparante overheid en de stimulering van een economie die die waarden ondersteunt.

De VRIND-indicatoren leren ons dat het Vadermodel, waarbij gezagsgetrouwheid, de zorg voor zichzelf zonder verantwoordelijkheid te voelen voor het leed van anderen, aan een opmars bezig is. De vraag luidt of de N-VA heeft ingeplugd op die ‘grondstroom’, of dat ze er integendeel de wegbereider van is?

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content