Bert Bultinck

‘Het is alsof we werkelijk níéts geleerd hebben van de dioxinecrisis’

Bert Bultinck Hoofdredacteur van Knack

‘Het voedselagentschap talmde anderhalve maand’, zegt Knack-hoofdredacteur Bert Bultinck. ‘Maar Piet Vanthemsche zegt: ‘Men moet een beetje vertrouwen hebben in de overheid.”

Miljoenen eieren vernietigd. Miljoenen bezorgde consumenten in België en wijde omstreken. En een deuk in het vertrouwen in de overheid. We zijn weer zover. Op dit ogenblik raast de eiercrisis door grote delen van Europa, omdat een handelaar uit het Kempense Weelde met zijn bedrijf Poultry Vision in Roemenië duizenden liters heeft gekocht van een giftig goedje dat bloedluizen uit legbatterijen jaagt. Het Nederlandse bedrijf met de al even cynische naam Chickfriend ging met het middel van Poultry Vision de boer op – willens en wetens, volgens de Nederlandse krant NRC Handelsblad. Met inslaand succes: hun antibloedluisbehandeling bleek veel efficiënter en goedkoper dan die van andere dienstverleners; onder pluimveehouders was Chickfriend al lang geen geheimtip meer. Door dat winstbejag schoten de verschillende schakels in de internationale kippenindustrie zichzelf in de voet. Ondertussen zijn er in Nederland honderdduizenden kippen vergast. Het kostenbesparinkje te veel.

Het is alsof we werkelijk níéts geleerd hebben van de dioxinecrisis

Net zoals in 1999, bij het uitbreken van de dioxinecrisis die toenmalig premier Jean-Luc Dehaene (CD&V) de kop kostte, wordt er gezwartepiet dat het een lieve lust is. De Duitse minister van Landbouw is boos op België, omdat de Belgische instanties al in juni weet hadden van het geknoei en niets hebben gezegd. Die kritiek lijkt op dit moment terecht, al is het niet onmogelijk dat de Duitse minister toch vooral binnenlandse kritiek wilde pareren, nog voor iemand echt een goed zicht heeft op waar het is misgelopen. De Nederlanders zijn boos op de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit, omdat die eerst had gezegd dat de eieren in de supermarkt weer oké waren terwijl er dan toch weer fipronil werd gevonden bij veertien pluimveehouders. Ons eigen Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen bleef wekenlang zeer karig met informatie, alsof we werkelijk níéts geleerd hadden van de dioxinecrisis. Begin juni kregen ze informatie over een besmetting met fipronil. Pas anderhalve maand later, op 20 juli, werd de Europese Unie officieel op de hoogte gesteld. Maar Piet Vanthemsche, voormalig voorzitter van de Boerenbond én van het voedselagentschap, ziet het anders. ‘Men moet een beetje vertrouwen hebben in onze overheid’, zei hij dit weekend.

Behalve aan de dioxinecrisis doet het gehakketak vooral denken aan de crisis met de EHEC-bacterie in 2011, toen grote foto’s van komkommers de Vlaamse voorpagina’s haalden. De Duitse autoriteiten wezen aanvankelijk naar komkommerboeren uit Spanje, maar dat bleek niet te kloppen. Ook tomaten en sla werden onterecht afgeraden; verschillende boeren gingen failliet. Uiteindelijk vond het Europese voedselagentschap de oorsprong van de ellende: een partij fenegriekzaden, afkomstig uit Egypte. De boeren waren onterecht geviseerd, het gevaar kwam van buiten Europa. Die Egyptenaren toch.

Het grote verschil is, voorlopig, dat er toen tientallen mensen stierven. In Nederland waarschuwden voedingsdeskundigen vorige week voor hysterische toestanden in de eiercrisis: er zijn nog geen slachtoffers bekend en de dosissen zouden sowieso zeer laag zijn. Martijn Katan van de Vrije Universiteit Amsterdam haalde er een morbide anekdote bij. ‘In Sri Lanka zijn er zeven gevallen van mensen die probeerden zelfmoord te plegen met fipronil’, zei hij tegen de Volkskrant. ‘Die dronken een heel flesje leeg en kregen miljoenen keren de dosis binnen die in de eieren zit. Zij werden beroerd, maar mochten tussen de twee en vier dagen later het ziekenhuis alweer verlaten.’

Een echte mentaliteitsverandering moet vanuit de overheid worden gestuurd

Blinde paniek is nergens voor nodig. Maar de periodiek opduikende onheilstijdingen over de voedselindustrie, van de lugubere video’s van Animal Rights tot deze eiercrisis, tonen wel aan dat het anders moet. Pleidooien voor kleinschaligheid, bio en korte ketens vormen een tegengif tegen de uitwassen van ‘Big Food’, maar botsen vandaag nog op al te hoge prijzen. Hoe smakelijk Bokrijk-bakker Sarah Lemke verderop in dit nummer ook over haar zuurdesembrood mag vertellen, het blijft vooralsnog een luxeproduct voor de lifestyleavant-garde. Hoe groot de verantwoordelijkheid en de politieke kracht van de consument ook is: we weten uit andere dossiers – de strijd tegen de sigaret, bijvoorbeeld – dat een echte mentaliteitsverandering vanuit de overheid moet worden gestuurd. Met zuurdesem alleen zullen we er niet komen. De uitdaging voor de landbouwindustrie bestaat erin om productie, prijs en kwaliteit op peil te houden én de zorg voor aarde, plant en dier voorop te stellen.

‘Kippig’ betekent: niet goed in de verte kunnen zien. Wij kiezen doorgaans voor bijziendheid tot we niet meer kunnen. Die dag komt sneller dichterbij dan we denken.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content