Guido Lauwaert
Het Gentse Glazen Straatje wordt gerestaureerd: warm applaus voor het stadsbestuur
Guido Lauwaert op stap in het Gentse Glazen Straatje en ook wel een beetje in z’n fantasie.
Het Glazen Straatje, het centrum van de prostitutiebuurt van Gent, wordt gerestaureerd. Een warm applaus voor het stadsbestuur. Maar ook het interieur verdient een fikse fatsoenering. Het ruikt er naar gebakken uien, de meubels verlangen naar een rustoord en de dames snakken naar wat anders dan het ondergoed uit de satellietlanden van het voormalige Sovjetrijk.
In tegenstelling tot wat je zou denken hebben de dames een diploma van hoger onderwijs en lazen alle boeken uit de bibliotheken van de Oosterse en Westerse beschaving. Ze gaan op hun neus af om de wereld van de erotiek te vinden in de Vaticaanse bibliotheken. Door hun relaties met dokters zijn er diverse afdelingen. Voor patiënten met geestelijke en lichamelijke problemen, communicatiestoornissen met zichzelf, de rest van de wereld, of een combinatie van beide. Psychologen zijn het. Welzijnswerksters. Waardoor ze zelfs in staat zijn keurige burgers van het mannelijk geslacht te helpen. Er zijn er, ze komen er spontaan voor uit zonder aan hun rits te frutselen, dat hun vrouw hen aanmoedigde. Je wordt meteen geholpen, zei ze. Er zijn geen wachtlijsten. Ze kennen alle variaties op een thema.
Hun kinderen, net ontsnapt aan de puberteit, doen hun duit in het zakje. ‘Pááá, ga eens naar het Glazen Straatje, in plaats van mama met jouw neus-, keel- en oorontstekingen lastig te vallen. Het is duidelijk dat je met een erectiestoornis zit. Berkhof heten wij. Verhuis dan naar een kerkhof. Je hoeft er niet voor te solliciteren. We hebben al een goed woordje voor jou gedaan. Jouw put is kant en klaar op de afdeling Voltooid Verleden Tijd. Frits en ik zijn al een kist gaan halen bij Ikea en hebben hem al fluitend gemonteerd. Kijk maar in het tuinhuis. En wil mama liever een crematie dan zullen de branders van Westlede in Lochristi met plezier vlammen werpen. Een avond per week kloppen ze gratis overuren voor mensen zoals jij.’
De officiële benaming van het Glazen Straatje onthullen is niet nodig. Iedereen in Gent weet het zijn. Niet dat de hele bevolking er kind aan huis is, maar de welzijnswerksters zijn zo te plaatsen. Zoals de bewoners van de Brugse Poort, de wijk Moscou, het Miljoenenkwartier. Niet dat ze voor een andere stand moeten onderdoen. Ze doen geen vlieg kwaad. Bovendien zijn ze altijd in voor een goed gesprek. De Bijbel, de Koran en de Kama Sutra kennen ze beter dan seksuologen. Door hun aanpak zijn het vredesstichters. Met zulk palmares verdienen de dames de jaarlijkse Prijs van de Democratie, zoals hun goede vriend Etienne Vermeersch.
De geschiedenis van het Glazen Straatje loopt gelijk met die van België. Sinds 1830 huizen er dames van verlichte zeden. Koning Leopold II is er gepasseerd, want hij kon niet wachten tot Oostende [heenreis] of Brussel [terugreis] om zijn broek te laten zakken. Niemand, op wat cartoonisten na, die er zich druk om maakte. Iedereen heeft wat. Simenon was er kind aan huis. Hij neukte sneller dan zijn pen kon schrijven. Je hebt echter ook artiesten die het kalmer aan doen. Zoals Louis Paul Boon, die er Hugo Claus heeft geïntroduceerd. De beste inspiratiebronnen, zei Claus me ooit, zijn ’t Pallieterke en ’t Glazen Straatje. Als hij niet de Hotsy Totsy zat, was hij te vinden in het cabaret Moulin Rouge, waar tussen de stripteasenummers Jan Verroken optrad als vuurspuwer en koorddanser. Ook de ondergewaardeerde schrijver Jean Ray / John Flanders was een geregelde bezoeker. Hij liet de donkere dames verhalen uit hun vormingsjaren vertellen, die hij aandikte en situeerde in een Londen waar smog je keel dichtkneep, uit de riolen spinnen als handen zo groot kropen en het Spook van de Opera zijn zwarte kat uitliet. Een collega van de schrijver van Malpertuis was Gaston ‘met zijnen basson’, zoals zijn vriend Paul van Ostaijen hem in een gedicht vereeuwigde. Burssens zag zijn troostdames als de engelen van Memlinc [zie Inleiding Postume Gedichten]. Hij kon pas overgaan tot dé daad na een goed gesprek. Daarom was zijn favoriete hoer Betty. Ook zij hield van een lang voorspel, zoals hij schreef in de Verantwoording van zijn bundel Adieu: ‘Il vaut mieux qu’on ne fasse pas l’amour maintenant; c’était très beau comme ça.’
Gejuich dus voor de renovatie van het Glazen Straatje. Hopelijk komen er geen modieuze winkeltjes waar ze koper voor goud verkopen, maar blijven de dames er werken. Komen er en plus kamers waar mannen vrouwen ontvangen. Of mannen andere mannen, en vrouwen vreemde vrouwen. Waar priesters kunnen lamenteren tussen dikke tieten terwijl hun penis gestreeld wordt. Nonnen en frigide vrouwen ontdooid worden. Een stad zonder hoerenbuurt is een dorp.
Het enige wat moet verdwijnen zijn de pooiers. Tuig van de richel. Dommer dan de vrouwen die ze zogenaamd beschermen, maar in wezen onderdrukken. De Gentse overheid kan er nu al mee beginnen. Terwijl de stellingen en stofdoeken er nog hangen. Maar de burgemeester aarzelt: ‘Als we daarmee beginnen krijgen we een karrevracht stoere kerels uit Calabrië en Palermo er ook nog bij,’ zei hij me toen we elkaar onlangs kruisten in het Glazen Straatje. ‘Ik ben op inspectieronde,’ zei hij. ‘Kom eens poolshoogte nemen hoe het met de werken staat. Het budget binnen de perken blijft, en er door de arbeiders geen overuren geklopt worden op kosten van de stad,’ een bovenmaatse tuil rode rozen snel achter zijn brede rug stoppend. ‘Doorzetten,’ zei ik. ‘Je kan het. Lukt het, dan staan de jongens en meisjes van plezier opnieuw een trapje hoger dan de dichters. Want zij plegen geen chantage op het triest gemoed van de mens. De vrede vindt zijn inspiratie bij de vrouw. Van welk ras, welke leeftijd, nationaliteit of cultuur zij ook is.’ Hij zou er eens over nadenken en duwde een deur open. Dadelijk viel een Creoolse hem om de hals. ‘Des fleurs! Mon Dieu, il ya a des siècles que je n’en ai plus reçues.’ ‘Bonsoir, Lika,’ zei hij, ’tu fumes des joints maintenant?’ ‘De temps en temps,’ zei ze, ‘quand j’ai le cafard.’ Waarop Daniël met een hiel de deur dicht schopte en Betty een foto van Gaston Burssens omdraaide en Cyriel Buysse verscheen, geflankeerd door Maurice Maeterlinck en Charles van Lerberghe. Ze vulden fier en blakend van gezondheid de ingang van het Glazen Straatje. Hun hoge hoed in de rechterhand, een wandelstok aan de linkerhand. Het gordijn werd dichtgetrokken. Ik vervolgde mijn weg. Met die restauratie komt het goed, dacht ik, als de burgemeester er zich persoonlijk mee bemoeit.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier