Guido Lauwaert
Het absurde profitariaat van religieuzen voor brandveiligheid
‘Omwille van de brandveiligheid vragen wij geen andere olielampen in de grot te laten branden dan deze uit onze winkel’. Guido Lauwaert vertelt over de handel en wandel in het bedevaartsoord Lourdes van Oostakker, Gent.
Wie dacht dat het Roomse circus door een rits scheve schaatsen zijn lesje geleerd had, komt bedrogen uit. Van het Vaticaan tot de kloosters balkt de clerus mea culpa. Scheve schaatsen zijn echter als leugens, onuitroeibaar. Een mooi voorbeeld is de handel en wandel in het bedevaartsoord Lourdes van Oostakker, deelgemeente van Gent.
De Maria-grot, succursale van de hoofdzetel in het Franse Lourdes, is onlangs gerestaureerd. Een brave mens heeft het grootste deel van de kost betaald. Dat moet minstens 800.000 euro zijn geweest. Elke mens doet natuurlijk met zijn geld wat hij wil, maar wie het aan de rijken schenkt in plaats van aan de armen is klaar voor een verblijf in een grot waar de hersens gespoeld worden. Zonder God en Zijn Heilige Familie maar met de Logica van Socrates en zijn volgelingen.
De Oostakkerse Broeders van Liefde, behorend tot de stam der Jezuïeten, zijn eigenaar van de grot. In 1870 wilde markiezin De Courtebourne rond haar kasteel een aquarium met tropische vissen, half verwerkt in een bovengrondse grot. De plaatselijke Fernandel wist haar te overhalen bij de grot een Mariabeeld te zetten, zodat de goedgelovigen er konden gaan bidden. Eenmaal zij haar Franse chateau verkoos op haar Vlaamse, schonk zij het aan de plaatselijke clerus.
Rechtzetting bisdom Gent
‘Het bisdom Gent kocht in 2004 het bedevaartsoord Oostakker-Lourdes. Voorheen was het privaat bezit van een familie. De suggestie alsof een kerkelijke organisatie zich hierbij verrijkte, is volstrekt onjuist. Met de verkoop van religieuze artikelen en kaarsen, die voor bezoekers uiteraard niet verplicht is, tracht het bisdom het onderhoud van het domein en het personeel verbonden aan het gratis toegankelijk stellen van het bedevaartsoord deels te bekostigen. Jaarlijks ontvangt het bedevaartsoord meer dan driehonderdduizend bezoekers en die zijn allen welkom!’
Rechtzetting Congregatie Broeders van Liefde
‘Ik kan formeel zeggen dat de Congregatie Broeders van Liefde nooit een klooster, een school, een instelling of andere voorziening gehad heeft in Oostakker’, verklaart woordvoerder Lieven Claeys. ‘Er zijn wel andere congregaties van religieuzen die actief zijn in Oostakker, maar de onze in elk geval niet. De beweringen gelinkt aan de Broeders in deze tekst zijn dus onjuist.’
Gods Geld
Over de opbrengst is nooit een woord gerept. Het is Gods Geld. Er werd een basiliek mee gebouwd en de omliggende landerijen werden stukje bij beetje aangekocht. In ruim honderd jaar werd de helft van Oostakker eigendom van de Broeders.
Een flink aantal hectaren werd de voorbije jaren verkocht aan bouwheren. Er werden sociale wijken voor jonge gezinnen gebouwd. Het bracht verse vruchten op, die vermenigvuldigden, want de kinderen van de jonge gezinnen gaan naar de nabij gelegen scholen. Wie de uitbaters zijn valt niet moeilijk te raden.
Elke gelegenheid wordt gebruikt om via de kinderen de ouders geld af te troggelen. De grot staat in een bosrijk gebied, aan hulststruiken geen gebrek. Een tak of twijg komt echter niet in de klas. Die moeten in de kersttijd van de kinderen komen. Dus de vader trekt er met zijn snoeischaar op uit en knipt er op los, en als hij geen tuin heeft bij nacht en ontij in een nabijgelegen stadspark. Welke ouder wil dat zijn kind thuiskomt met een rapport vol met herderlijke grieven?
Een normale praktijk in Roomse middens die uitdoofde maar sinds de Poolse paus weer volop bloeit. Maar snel weer naar de Oostakkerse grot, alvorens wij een delegatie van godvruchtige dokwerkers van Gdansk op bezoek krijgen. Want de geschiedenis herhaalt zich en kent geen happy end.
Toen de Belgische frank op zijn laatste benen liep ging een vader met zijn achtjarige dochter naar de grot. De kleuterleidster was er wekelijks een paar maal geweest voor spel en sport met gebed voor en na, de handen gevouwen en de blik gericht op het Mariabeeld met aan haar voeten een in trance knielende Bernadette. In de basisschool was die tocht van de ene op de ander dag weggevallen. De dochter was echter aan het afkicken. Dan wil een vader zelfs de zotste kuren uithalen. Eenmaal ter plekke wilde het meisje een kaars branden. De kaars kostte 20 Bfr. Vader tastte in zijn zak en vond 19 Bfr. ‘Ga er maar een kopen,’ zei hij, ‘op een frank gaan ze voor zo’n lief meisje als jij niet kijken.’ Het meisje huppelde weg en kwam even later terug. Tranen op de wangen. ‘Ik krijg geen kaars. Ik heb een frank te weinig.’ De vader stormde naar de winkel en trachtte de ijskegel achter de balie te overhalen op mildheid, want had Jezus niet gezegd ‘laat de kinderen tot mij komen’? Toen een zachte stem niet hielp wenste hij haar met een harde de duivel bij leven en hel na de dood.
Gezegend leidingwater
Het profitariaat van de Broeders gaat zeer ver, tot in het absurde toe. Links opzij van de grot staat een offerblok en zijn zo’n zeven kranen onwrikbaar op een marmeren plaat bevestigd. Boven de kranen is een opschrift gebeiteld: KOM DRINKEN AAN DE BRON. Wie een brevierende broeder suggereert dat het niet meer of minder dan leidingwater is, krijgt op temerige toon te horen dat het water de zegen heeft van de bisschop, die maandelijks langskomt. Dat deed mij denken aan een zin uit de roman De Verlossing van Willem Elsschot. Het hoofdpersonage in het tweede deel, Anna, gaat op bedevaart naar Jeruzalem, ‘waar nog nagels verkocht werden die afkomstig waren van ’t kruis.’
Laatste voorbeeld van misbruik van goedgelovigheid. Op een verweerd bordje dat zijn beste tijd gehad heeft staat te lezen: ‘Omwille van de brandveiligheid vragen wij GEEN andere olielampen in de grot te laten branden dan deze uit onze winkel. Van deze olielampen weten we ZEKER dat ze VEILIG zijn.’
‘Bij mijn weten keurt de brandweer geen kaarsen of olielampen’, laat kolonel Christian Van De Voorde weten aan Gents burgemeester Daniël Termont.
Op 9 november hadden we bezoek van een koppel vrienden uit Schotland. Ze waren op weg naar Flanders Fields. Na de lunch nemen we ze mee voor een korte wandeling. Aan de grot vertalen we het opschrift. Ze staarden het bordje aan met dat verheven gelaat waarmee vroeger mannen in de processie het grote Mariabeeld ronddroegen.
Snel nam ik ze mee en trakteerde hen op wat heilig water of ze hadden Passendale en de Menenpoort niet gehaald.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier