‘Wat een dove dorpsfiguur ons kan leren over de kleine goedheid’

‘In een periode die stijf staat van spanningen, onrust, angst en polarisaties, is er nood aan de verbindende kracht die van gewone mensen kan uitgaan’, schrijft Jos Vranckx. En die verbondenheid schuilt soms in de meest onverwachte hoeken.

Het moeten niet altijd BV’s, vedetten of experten zijn die aandacht krijgen, soms verdient een ogenschijnlijk marginale mens ook wel eens in de kijker te komen. Zoals de pas overleden Danny, een voormalige medewerker van de Kalmthoutse groendienst. Klein en pezig van gestalte, hij had iets jongensachtigs in zijn voorkomen ondanks zijn 82 jaar. In het dorp was hij wereldberoemd en geliefd, gewoon door zijn aanwezigheid. Ook al was hij doof, hij was één en al expressie.

Communicatie kan soms sterker zijn zonder dan met woorden, zo blijkt. Blijkbaar bestaan er mensen die van nature niets kwaadaardigs in zich (lijken te) hebben en enkel ‘positiviteit’ uitstralen. Merkwaardig dat dit doorgaans mensen zijn met een of andere handicap. Bekend is de innerlijke transparantie van kinderen – en volwassenen – met het syndroom van Down. De confrontatie met hun ‘naïeve’ levensblijheid en onschuld doet velen in hun omgeving anders aankijken tegen het leven zelf.

Het bekende vers van Leonard Cohen – ‘There is a crack in everything, that’s how the light gets in‘ – kan in mensen met een ‘afwijking’ bijzonder zichtbaar zijn.

Danny werd begraven op de allereerste uitvaartdienst in de kerk na de maandenlange lockdown. Een week voordien was hij opgenomen in het ziekenhuis met een hersentumor. Je zou bijna denken dat hij zijn heengaan had ‘uitgesteld’ tot hij in ‘zijn’ kerk begraven kon worden. Met een échte mis, met alles erop en eraan, inclusief wierook, want jarenlang was hij hier koster en misdienaar geweest. In het enthousiast zwaaien met het wierookvat was hij altijd een specialist geweest.

In de (relatief) volle kerk werd Danny met lofredes uitgezwaaid: van de lokale voetbalclub, de parochie, de familie. En van de buren, die hij geregeld voorzag van groenten en verse eitjes.

De basis van zijn lokale populariteit lag in de periode toen hij als groenverzorger onder meer verantwoordelijk was voor het onderhoud van het kerkhof en omgeving. Hij deed dat met zoveel zorg en toewijding, dat mensen hem kwamen vragen om ook het graf van hun familie te onderhouden. Of hun eigen tuin.

Zo bouwde hij stilaan een netwerk uit. Wanneer hij in de dorpskern aan de slag was, had hij oog voor al wie hem passeerde en groette met de duim omhoog en een brede lach van herkenning. Hetzelfde extraverte en opmonterende gedrag demonstreerde Danny als supporter van de lokale voetbalclub, waarvoor hij jarenlang de krijtlijnen op het veld tekende en de tickets controleerde. Ook de jeugdploegen volgde hij met passie.

Even enthousiast was hij als misdienaar – heel vreemd om hem te zien in een wit koorkleed. Lang van tevoren stond hij aan de ingang van de kerk te wachten om gelovigen te verwelkomen met een stevige handdruk. Hij stak de kaarsen aan en zette alles klaar. Zijn doofheid compenseerde hij met aandacht voor het kleinste signaal, bijvoorbeeld van de pastoor wanneer hij de bel moest luiden voor de consecratie. Toen de microfoon eens te hoog opgesteld stond voor een kind dat een tekst voorlas, en niemand hoorde wat er gezegd werd, liep Danny naar voor om de microfoon goed te zetten. Achteraf vroeg de pastoor hem hoe hij wist dat er iets mis was. En wat bleek? ‘Hij voelt dingen aan via de trillingen van de vloer’.

Levenslessen

Dat een dove mens zo ongelooflijk sociaal kan zijn, enkel met behulp van gebarentaal en gelaatsexpressie, is een wonder op zich.

Er zijn misschien ook lessen uit te trekken.

In de eerste plaats over de plaats van mensen met een handicap in onze samenleving. We voelen ons onwennig bij de confrontatie met afwijkingen of beperkingen, fysiek of mentaal, daarom laten we ze liever in hun eigen ‘bubbel’ zitten. Ik heb nog de tijd meegemaakt in mijn geboortestad Geel, met haar befaamde gezinsverpleging, dat de zogenaamde ‘krankzinnigen’ vrij op straat konden rondlopen, de fanfare ‘dirigeren’ en evenementen bijwonen. Wat nu onvoorstelbaar is.

Ook sommige van Danny’s buren vonden een ‘marginale figuur’ in hun straat niet zo leuk en lieten betijen als hun kinderen de weerloze man een poets wilden bakken. Wat hem danig van zijn stuk bracht, want hij begreep niet waarom iemand hem wilde pesten.

Kleine goedheid

Een tweede conclusie is zeker: de waarde van belangeloze gebaren van betrokkenheid. Anders gezegd: van ‘kleine goedheid’, naar het centrale thema uit de sociale filosofie van Emmanuel Levinas. ‘Goedheid is gekkenwerk, maar tegelijk is er niets meer menselijk dan dat.’

Signalen van goedheid en empathie kunnen overkomen als soft, wereldvreemd, nutteloos en zelfs onnozel, maar zijn in werkelijkheid levensnoodzakelijk want ze zorgen voor smeerolie en helende zalf in menselijke relaties. Door zijn vertrouwde en altijd opgewekte aanwezigheid in het straatbeeld, rond het lokale voetbalveld en in de parochie, was Danny een ontwapenend baken van verbinding en vertrouwdheid, ondanks zichzelf.

Daarom deed zijn leven me ook denken aan de term ‘presentie’, bekend geworden door het onderzoekswerk van de Nederlandse hoogleraar Andreas Baart naar de zorg- en welzijnssector. Tegenover de activistische hulpverlening en de vaste protocollen – interventie – stelt hij de beschikbaarheid en openheid voor spontane contacten met mensen die je toevallig ontmoet. Presentie. Gewoon het fysieke ‘aanwezig zijn’ kan al werken.

Dat ‘presentie’ een grote impact kan hebben op een gemeenschap, bleek eind mei bijvoorbeeld ook in Schoten, waar het overlijden van de lokale pastoor Flor Stes (78) een enorme weerklank had bij de hele bevolking. Een geliefde man, en niet enkel in katholieke kringen, omdat ook hij zo levenslustig en ‘aanwezig’ was, veel met de fiets onderweg, iedereen groette die hij tegenkwam en graag tijd maakte voor een praatje.

In een periode die stijf staat van spanningen, onrust, angst en polarisaties, is er nood aan de verbindende kracht die van gewone mensen kan uitgaan zonder dat ze daar iets speciaals voor doen, gewoon door hun zijn. Antihelden in tijden van individualisme en prestatiedrang. ‘De samenleving schreeuwt om gemeenschapszin’, stelde filosoof en socioloog Gabriel van den Brink onlangs in een interview. ‘Wat hebben we nog met elkaar? Kennen we elkaar? Vertrouwen we elkaar?’

Figuren als de dove Danny of de empathische pastoor Stes hebben alvast een voorbeeld gegeven.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content