Vragen over stress: ‘Zelfs langdurig werklozen kunnen een burn-out krijgen’
Wat zijn de eerste signalen van een burn-out? Kun je er van te veel studeren ook een krijgen? En hoe ga je om met mensen die het maar aanstellerij vinden? In ‘101 antwoorden op stress en burn-out’ proberen Dirk Coeckelbergh en Luc Swinnen een antwoord te formuleren op concrete vragen over de twee ziektes van deze tijd: stress en burn-out.
Bij wijze van voorpublicatie selecteerden we enkele opvallende vragen en antwoorden uit ‘101 antwoorden op stress en burn-out’ van Dirk Coeckelbergh en Luc Swinnen.
Zijn er plaatsen zonder stress op de wereld?
Loop en jog je niet suf, want dat helpt niet. Stop je niet vol met powerdrankjes en vitaminen en loop geen marathons.
Er zijn vijf plaatsen op aarde waar de mensen significant ouder worden dan elders en waar de stress laag is. Het gaat om bepaalde gebieden van Japan tot Griekenland. Telkens betreft het locaties met hechte groepen van mensen met zeer sterke sociale netwerken. Ze leven er stressarm, ook op oudere leeftijd. Ze eten gezond, bewegen veel en ze vormen er een hechte gemeenschap. Deze mensen voelen zich goed, hebben een lage cholesterol, een normaal lichaamsgewicht en vooral een zeer hechte familieband en nauwe sociale contacten. Dan Buettner laat in zijn boek De blue zones-methode zien hoe we zelf een blue zone kunnen creëren. Hoe doe je dat volgens hem? Heel eenvoudig: beweeg rustig en voldoende. Dus loop en jog je niet suf, want dat helpt niet. Stop je niet vol met powerdrankjes en vitaminen en loop geen marathons. Gewoon even normaal doen. Wat wandelen, tuinieren en trappen doen. Zorg daarnaast voor natuurlijke en gezonde eetgewoontes, zoals bij een mediterraan dieet, wissel af en eet niet te veel. Eet vlees in kleine porties, drink alcohol met mate en rook niet.
Zijn er langdurig werklozen met een burn-out?
Ja, dat is mogelijk. Vaker krijgen ze eerder een bore-out dan een burn-out, maar het gaat om hetzelfde principe: ze vervelen zich dood. Een burn-out is echter ook mogelijk, vergeten we niet dat naast buitenshuiswerkenden ook zelfstandigen, thuiswerkers, huismoeders en huisvaders, zelfs gepensioneerden vatbaar zijn voor een burn-out. Alleen is de kans er een te krijgen bij wijze van voorbeeld bij gepensioneerden (tenzij net na de pensionering) en thuiswerkers lager, omdat ze meestal meer controle over hun leven hebben, tenzij de thuissituatie hen dat belet.
Helpt vakantie tegen stress?
Vakantie is een erg dubbelzinnig woord:
• we gaan in vakantie: het is eerst en vooral een periode (of periodes), meestal enkele weken tot anderhalve maand, waarin we niet werken zoals in de rest van het jaar. We stappen even uit het normale werk- en levensritme;
• we gaan op vakantie: het is ook een gebeuren, we gaan op vakantie naar een ander oord met vaak andere temperaturen, andere cultuur en eetgewoontes en een andere manier van leven. Voor sommigen is het de gelegenheid om tijd door te brengen met mensen die je minder of zelfs weinig ziet, verre familie, vrienden …
Vakantie – in de laatste betekenis – is altijd een dubbel fenomeen. Enerzijds geeft het ons vaak de langverwachte ontspanning waar we minstens één keer per jaar naar op zoek gaan; anderzijds is er vaak sprake van stressgevoelens voor, tijdens en na deze periode. Voor de vakantie: soms is het knokken om vrij te krijgen in de gegeerde periode, want je moet altijd rekening houden met je collega’s. En dan begint het: er moet voldoende worden gespaard voor de vakantietijd, je moet ervoor zorgen dat je klaar bent met je werk, zodat je niet met een achterstand moet beginnen bij terugkeer, je moet zorgen dat het huis of appartement in orde is, zodat je niet tegen een berg rommel aankijkt bij het binnenkomen, je moet je postbezorging regelen, je reis boeken tot in de kleinste details, uitkijken naar de beste prijs-kwaliteitverhouding en dan ervoor zorgen dat je geld, papieren, kleren, medicatie enzovoort met je meeneemt. We kennen het allemaal.
Tijdens de vakantie: onderweg is het vervoer soms een nachtmerrie, als je met de wagen gaat, kunnen files je het leven zuur maken of een hittegolf, een ongeval, pech … Als je met het vliegtuig reist, kun je oponthoud hebben of er breekt staking uit. Je trein kan vertraging hebben, je denkt aan de mogelijkheid van een aanslag in een druk station, je wordt bang … We hebben het allemaal al weleens ervaren.
We ruilen de chronische stress die we op het werk ervaren, graag voor de acute stress van de vakantie. Heerlijk!
Na de vakantie: eerst en vooral wil je veilig thuisraken. En dan begint het werk: alles uitladen, de auto schoonmaken, wassen, drogen, strijken, alles weer opbergen in de kast, foto’s verzamelen en fotoboeken maken, je huis weer bewoonbaar maken, de draad weer opnemen op het werk … Je hoort mensen vaak zeggen dat ze moe zijn na een vakantie, dat ze zelfs blij zijn weer aan het werk te mogen gaan. Soms is er ook nog een financiële dimensie: banken kennen het fenomeen. Mensen die lenen (of moeten lenen) om op vakantie te (kunnen) gaan. Zij moeten nog enige tijd afbetalen wanneer het plezier alweer lang voorbij is.
Vanzelfsprekend zal een stressgevoeliger persoon ook tijdens de vakantie worden geconfronteerd met zijn stressgevoeligheid, hij zal de vakantie perfect willen plannen, alles gezien willen hebben wat de moeite waard is, kortom hij zal waar voor zijn geld willen … in plaats van even op adem te komen. Daarnaast helpt vakantie ons uiteraard om te ontsnappen aan de dagelijkse realiteit, om even iets helemaal anders te doen en te breken met de sleur, om ons lichaam energie te laten drinken van de zon, om eindelijk weer wat te sporten, om de avonden alleen voor onszelf te hebben, om de sfeer van je gezin, familie of vrienden met volle teugen te drinken … Vakantie helpt heel vaak om de vermoeidheid, de uitputting die we voorheen voelden, te verjagen, op zijn minst voor even. We ruilen de chronische stress die we op het werk ervaren, graag voor de acute stress van de vakantie. Heerlijk! Doen dus. Als je de kans hebt. Zo’n vakantieperiode helpt meestal wel degelijk en intens.
Moet ik in het geval van een burn-out offline gaan?
De manier waarop je offline gaat, is misschien belangrijker dan het afsluiten op zich.
Elk mens is vrij om zelf te beslissen wat voor hem het beste is. Dit hoeft niet echt bij wet te worden vastgelegd. Bescherm in elk geval je privéleven en je vakantie.
Heel algemeen juichen we elke maatregel toe die de overvloed aan prikkels limiteert. Het aantal prikkels dat we efficiënt kunnen verwerken op een dag, is immers erg beperkt. Bij een teveel zijn we op weg naar een burn-out.
Praktijk
De manier waarop je offline gaat, is misschien belangrijker dan het afsluiten op zich. We geven graag de volgende tips:
• maak je beslissing om offline te gaan aan zo veel mogelijk mensen bekend. Als je dat niet doet, riskeer je in plaats van mails of sms’jes plots een massa telefoons of bezoekjes van mensen te krijgen die zich afvragen waarom ze je niet via digitale weg kunnen bereiken. Dat kan voor een bijkomende druk zorgen en dat kan natuurlijk niet de bedoeling zijn;
• wees selectief en creëer de mogelijkheid voor enkele vrienden of familieleden om nog online contact te houden;
• een tijdje offline gaan is beter dan een complete afsluiting: lockoffperiodes van enkele dagen, een weekend, een dag, een aantal uren zijn een weldaad op zich.
Voorbeeld
Vanaf 1 januari 2017 is er in Frankrijk een wet van kracht die bepaalt dat werknemers van Franse bedrijven na de werkuren offline mogen gaan. Iemand die een burn-out krijgt, kan deze wet inroepen bij een eventuele rechtszaak.
Het antwoord op deze vraag is dus: ja, je mag – al is het maar tijdelijk – voor de buitenwereld offline gaan. En doe dat, in geval van een burn-out, zo snel mogelijk.
Wat mag ik zeker niet doe bij een burn-out?
Je kunt en mag een burn-out niet negeren. Negeren is overigens erg moeilijk, een burn-out overvalt je en sleurt je mee in een peilloze diepte, waaruit je niet kan ontsnappen zonder hulp.
Wat je vooral niet mag doen, is:
• proberen toch nog te werken, dit zou waanzin zijn. Het is ook zinloos: je kunt toch niet echt meer presteren;
• de burn-out verzwijgen voor je collega’s en voor je familie en vrienden. Ze zullen sowieso wel merken dat er iets fundamenteel fout zit met je;
• een andere baan zoeken en doen alsof er niets aan de hand is;
• jezelf opsluiten, in je bed kruipen en er niet meer uitkomen. Isolement is echt geen goed idee;
• je niet laten begeleiden door een gespecialiseerde arts;
• het advies van je arts negeren;
• een punt zetten achter je relatie van dat moment;
• afstand nemen van je vrienden of familieleden.
Wat zeg ik tegen mensen die een burn-out aanstellerij vinden?
Als je een burn-out hebt, zul je niet vaak horen dat je je aanstelt. Dat durven mensen niet aan de zieke te zeggen.
Als je een burn-out hebt, zul je niet vaak horen dat je je aanstelt. Dat durven mensen niet aan de zieke te zeggen. Ze bespreken het wel met collega’s, vrienden, thuis, in het café … in ieder geval wanneer jij niet in de buurt bent.
Als het toch gebeurt, kun je het best niet reageren:
• het loont de moeite niet om de weinige energie die je hebt, daaraan te besteden, negeren is beter dan bevechten;
• als slachtoffer van een burn-out is het moeilijk om een gezond iemand uit te leggen wat een burn-out precies is. Het is als vertellen aan iemand die geen angst kent, dat je bang bent. e ander zal het moeilijk begrijpen.
Als een niet rechtstreeks bij de burn-out betrokken persoon zich vragen stelt, zijn er de volgende opties:
• je geeft deze persoon een boek over burn-out cadeau;
• je organiseert in het bedrijf een lezing over burn-out met een dokter die uitlegt hoe ernstig het fenomeen is, wat de emotionele en economische kost is voor werknemers en voor zelfstandigen en hoe hoog de economische kost ervan is voor de werkgever. Dit type van ongelovige thomas staat vaak meer open voor facts en figures en wetenschappelijk inzicht, dan voor inlevingsvermogen;
• mensen die lachen met werkdruk, stress en burn-out zijn meestal minder opgeleid of stressongevoelig en (vaak ook bijna) emotieloos. Als werkgever verhoogde ik vaak langzaam de werkdruk voor de werknemers die burn-out het meest in twijfel trokken. Op het moment dat ze zelf zwaardere werkstress ervaren, staan ze meestal meer open voor andere opinies. Dat is uiteraard een methode die alleen in zeer specifieke situaties mag worden gebruikt, bijvoorbeeld bij een opinieleider die quasi onmisbaar is in het bedrijf.
Waarom duurt herstel vaak zo lang?
Herstellen van een burn-out heeft tijd nodig. Je kunt het vergelijken met het volgende:
• een burn-out is als het vastlopen van de motor van een auto, nadat de batterij is leeggelopen, de remvloeistof is opgebruikt, de olie in de motor jaren niet meer werd vervangen, de koelvloeistof is weggelopen en het waterreservoir al maanden droogstaat. Niets functioneert nog echt en de motor herstellen of vervangen kan wel even duren;
• een burn-out is als een manueel klassement waarvan men de methode al lang vergeten is, omdat ze al jaren niet meer werd toegepast. Het zal maanden duren voor je de werkwijze weer achterhaald hebt;
• een burn-out komt voor in een lichaam en geest die zijn leeggezogen. Stel je voor: je batterij is leeg, je reservebatterij is niet opgeladen, je ademhaling wordt moeilijker bij zware en zelfs al bij lichte inspanningen, je geheugen raakt overbelast, je bloedsomloop sputtert, je hebt een hoge bloeddruk, je hart slaat al een keertje over, je wordt vergeetachtig, je concentratievermogen slaat nergens meer op, kortom, je ziet het niet meer zitten. Je slaapt zonder uit te rusten, je vergeet waarmee je bezig bent en je weet soms niet meer wie je voor je hebt.
Dit herstellen zal maanden duren.
Wat kan ik leren uit een burn-out
Als je mensen vraagt wat ze geleerd hebben over en na hun burn-out, dan hebben ze het meestal over de levensles die ze eruit geleerd hebben.
Als je mensen vraagt wat ze geleerd hebben over en na hun burn-out, dan hebben ze het meestal over de levensles die ze eruit geleerd hebben. Dat zijn dan vaak de volgende lessen, in willekeurige volgorde:
• Panta rhei, ouden menei: de enige zekerheid is dat alles ooit verandert. Ik moet er dus nu aan wennen dat mijn leven verandert. Dat heb ik meestal niet onder controle, maar ik moet proberen mijn reactie op die verandering in de hand te houden;
• ik blijf altijd positief: ik zie voortaan de positieve dingen in anderen, in evoluties en ik probeer te leren uit mijn falen;
• ik kijk eerst naar de balk in mijn eigen oog, niet of dan pas naar de splinter in de ogen van anderen. Als ik mijn eigen gebreken ken, relativeer ik sneller die van anderen;
• ik dwing liefde niet meer af, niet in liefdesrelaties, niet in familierelaties en niet in professionele relaties;
• ik blijf mezelf: ik word geen copycat meer van het gedrag van anderen, ik pest niet meer mee met anderen, ik roep en tier niet meer in groep … Ik toon wie ik ben, alleen dat telt;
• ik kom op voor mezelf: ik geef nog altijd veel, maar zorg nu elke dag eerst en vooral voor mezelf, dat houd ik langer vol;
• I go with the flow if I can’t change the wind: als de stroming of wind te sterk is om hem te veranderen, probeer ik mee te reizen met de wind, tegenwerken kost te veel energie;
• ik focus op vooruitgang: op dingen, manifestaties, pistes, wegen en mogelijkheden waarin ik heil zie. Dan pas kan ik echt resultaten zien op kortere termijn en groeien;
• ik laat los: soms moet ik leren om dingen los te laten, mijn wereld stort er niet door in;
• ik geniet: het leven is te kort om niet te genieten;
• gezondheid is het hoogste goed: als ik gezond ben, kan ik veel aan, als ik ziek word, sterf ik langzaam; ik luister dus maar best naar mijn lijf en ik draag zorg voor mijn lijf, mijn ziel, mijn leden;
• ik probeer mensen niet meer te veranderen: dat haalt meestal niets uit. Ik verander nu mijn houding ten opzichte van hen en dat werkt veel efficiënter;
• ik werk minder en leef meer: ik leef niet meer om te werken, maar werk nu om te leven;
• ik stel mijn verwachtingen bij na een teleurstelling: ik geef ook ruimte aan mijn teleurstelling;
• ik vertrek minder vanuit mijn ego: ik neem alles minder persoonlijk op, ik zie alles niet meer als een aanval op mezelf, ik probeer de andere te laten zijn wie hij is;
• ik aanvaard lijden en pijn als een deel van de wereld en als een deel van mezelf.
Uit 101 antwoorden op stress en burn-out van Dirk Coeckelbergh en Luc Swinnen, uitgegeven bij Van Halewyck, 19,95 euro, ISBN 9789461316486
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier