‘Vroeger vermeed ik koolhydraten, omdat ik meeging in de dieethype’, zegt kookauteur Karolien Olaerts. ‘Alles draaide rond vermageren. Terwijl ik nochtans voedingswetenschapper ben.’
‘Ik wist dat de wetenschap stelt dat je kwalitatieve koolhydraten nodig hebt, zoals volkorenbrood en -pasta, granen en havermout. Ze zijn essentieel om aan voldoende vezels te raken. De aanbevolen hoeveelheid vezels in ons land is 25 gram – dat is nog een bescheiden doel, want in Nederland of het Verenigd Koninkrijk is dat 30 gram. Maar zelfs dat halen we niet. Als je dan ook nog eens de koolhydraten schrapt, is het helemaal onmogelijk om dat aantal te halen.’
Wanneer bent u van uw paard gebliksemd?
Karolien Olaerts: Tien jaar geleden, rond mijn dertigste, toen ik in contact kwam met de literatuur over intuïtief eten en de wetenschap daarachter. Het boek dat alles veranderd heeft, is The No Need to Diet Book van Pixie Turner. Het was alsof de grond onder mijn voeten verdween.
‘Vroeger vermeed ik koolhydraten, nu promoot ik ze.’
Ik dacht tot dan toe, heel arrogant: ik ben een wetenschapper, afgestudeerd met grote onderscheiding, ik weet alles over voeding. Maar ineens ging er een nieuwe wereld open: over intuïtief eten had ik op de universiteit nooit iets gehoord. Ik heb me erin vastgebeten en dat was een bevrijding, zowel professioneel als persoonlijk: ik kwam los van die dieetcultuur, zonder dat het een verschil maakte op de weegschaal. Vandaag ben ik niet meer bang voor koolhydraten, integendeel. Ik promoot ze, ook in mijn recepten. Je hebt de vezels die ze aanleveren nodig om gezond te zijn.
Twijfelt u vaak?
Olaerts: Ja. Omdat ik een perfectionist ben en de lat hoog wil leggen. De markt van de kookboeken is oververzadigd. Er liggen honderden kookboeken in de winkel, die allemaal schreeuwen om aandacht. Jan, Piet en elke influencer brengt tegenwoordig een kookboek uit en ze zijn niet allemaal even goed. Om die reden vind ik twijfel zo belangrijk: ik wil mensen door mijn boeken zin geven in gezond eten, hen laten dromen van andere werelden, zonder dat ze erbij stilstaan. Ze moeten niet denken: ik zal dit maar klaarmaken omdat het gezond is, maar wel: ik heb hier ongelooflijk veel zin in.
Daarom zijn de beelden ook zo belangrijk bij de recepten die ik maak. Ze moeten beklijven, want hoeveel foto’s zijn er al niet gemaakt van spaghetti met broccoli? Foto’s geven je boek een identiteit. Ze zetten je aan om het boek te kopen, of net niet. De dagen met de fotograaf en de stilist zijn dus heel belangrijk. En net dan, op het moment dat je ideeën werkelijkheid worden, is er altijd zo’n ogenblik dat de twijfel toeslaat. Zal dit lukken? Ga ik mijn lezers niet teleurstellen? Het duurt maar even, maar voor mij is die twijfel essentieel.
Karolien Olaerts, Karola’s Kitchen: Goesting, Horizon, 224 blz., 29,99 euro.