Trauma-expert Elke Van Hoof over coronaburn-out: ‘Dit wordt een economisch slagveld’

© getty
Trui Engels
Trui Engels Journalist Knack

Het gebrek aan kwaliteitsvolle psychosociale opvang tijdens deze covid-19-pandemie zal ons over enkele maanden duur komen te staan, zegt klinisch psycholoog Elke Van Hoof (VUB). Ze waarschuwt voor een nieuwe gezondheidscrisis na corona.

Wereldwijd moeten minstens 4,5 miljard mensen zich vandaag wegens covid-19 op een of andere manier aan quarantainevoorschriften houden. Dat komt overeen met ongeveer 58 procent van de wereldbevolking, Een ongezien psychologisch experiment waar we mogelijk een prijs voor zullen moeten betalen, waarschuwt klinisch psycholoog Elke Van Hoof (VUB), die al 20 jaar gespecialiseerd is in stress-en traumapsychologie.

Ook in ons land leidt niemand nog hetzelfde leven als voorheen. We zitten opgesloten in ‘ons kot’, sociale contacten zijn tot een minimum herleid, we hebben geen controle over de situatie en de communicatie van de overheid zorgt ook niet meteen voor de nodige zekerheid.

Psychosociale zorg draait niet alleen over welzijn van mensen maar garandeert ook economische activiteit.

Binnen de Hoge Gezondheidsraad leidt Elke Van Hoof de werkgroep Corona, die de psychosociale impact van een dergelijke ‘lockdown’ bestudeert. ‘De cijfers zijn verontrustend’, zegt Van Hoof. ‘Uit Chinees onderzoek blijkt dat 50 procent van de bevolking te kampen heeft met een acute stressstoornis. Als die onbehandeld blijft, is het risico groot op uitval op het moment dat ondernemingen weer mogen opengaan. Bedrijven zullen niet alleen moeten rekening houden met het economische verlies van de lockdown, maar ook met een verlies van menselijk kapitaal na de quarantaine, wat hun marktpositie ondergraaft. Psychosociale zorg draait niet alleen over welzijn van mensen maar garandeert ook economische activiteit.’

De invloed van de psychische gezondheid op het vermogen om (opnieuw) te kunnen werken, is ondertussen welbekend. Van Hoof voorspelt dat er na de coronacrisis een nieuwe gezondheidscrisis van coronaburn-outs op ons afkomt door onbehandelde stressklachten. ‘Dit wordt een economisch slagveld.’

Professor Herman Goossens zei onlangs in De Afspraak dat psychologen en sociologen te weinig gehoord worden over het psychsociale luik van deze pandemie. Bent u het daarmee eens?

Elke Van Hoof: ‘Absoluut. We zitten in week 5 van de lockdown en mentale gezondheid wordt nog altijd zo goed als genegeerd. We weten allemaal dat in een pandemie zowel de slachtoffers als de getroffenen de nodige medische zorg moeten krijgen, maar wat we in België blijkbaar nog niet goed begrepen hebben, is dat dat ook geldt voor psychosociale zorg. Ik heb al herhaaldelijk gepleit dat er binnen de Groep van Experts die belast is met de Exit-Strategie nood is aan een expert psychologie om met kennis van zaken de exit van bedrijven uit hun lockdown te organiseren, maar ik krijg voorlopig geen reactie. Voor psychologen is vandaag een tweederangsrol weggelegd. We mogen achter de schermen werken, maar daar blijft het bij. Wat voor de coronacrisis al duidelijk was, blijkt in deze nieuwe, onvertrouwde situatie des te meer: in België is geen sprake van een biopsychosociaal model, maar een puur medisch model. Dat zal ons duur komen te staan. Het gevolg is dat er nu allerlei zeer goed bedoelde, niet op elkaar afgestemde ongecoördineerde initiatieven ontstaan, waar je de bomen door het bos niet meer ziet. Er lopen ook nog eens honderden surveys die de vinger aan de pols proberen te houden over hoe het gesteld is met de psychische gezondheid van de Belg. Wat is de meerwaarde daar nog van?’

Het grote aanbod aan telefoon- en chatdiensten, zoals Tele-Onthaal, 1712 en online zelfhulpdiensten hebben dus niet het beoogde effect?

Van Hoof: ‘Wanneer er te veel keuzevrijheid is in de mogelijkheden om je veerkracht te behouden en te versterken in een situatie als deze, hebben mensen de neiging om net niets te doen. Zij die écht nood hebben aan hulp, zullen de stap naar hulp ook niet zetten. Ik pleit daarom voor een gebalde, gecoördineerde aanpak met een coherent achterliggend verhaal.’

Ik hoor het de ministers en artsen graag zeggen dat de psychosociale impact en de zorg erg belangrijk zijn, maar in de realiteit zie ik weinig gebeuren.

Waar loopt het precies verkeerd met die aanpak in België?

Van Hoof: ‘In tegenstelling tot andere landen hebben wij te veel ministers die zich mogen uitspreken over mentale gezondheidszorg en acties mogen uitrollen met betrekking tot welzijn. Wij hebben ook geen specifiek trauma-instituut op nationaal niveau, zoals Arq in Nederland. Omdat we niet over algemene richtlijnen beschikken, lopen we voortdurend achter de feiten aan. Vlaanderen lanceert nu haar eigen mentaal welzijnsplan, terwijl in de federale crisiscel de broodnodige psychosociale component ontbreekt. Daarnaast kunnen we in België onmiddellijk een psychosociaal coördinatieplatform ontrollen in crisissituaties met naast de betrokken ministers, ook instellingen als Tele-Onthaal, het Centrum Algemeen Welzijnswerk (CAW), het Rode Kruis. Maar wat gebeurt er? Naarmate de quarantaine aanhoudt, proberen al die stakeholders zich steeds meer individueel te profileren. Ik hoor het de ministers en artsen graag zeggen dat de psychosociale impact en de zorg erg belangrijk zijn, maar in de realiteit zie ik weinig gebeuren.’

Het opvangen van trauma is niet zomaar elke psychosociale hulpverlener gegeven.

U pleit voor de oprichting voor een triagepost voor psychosociale problemen te detecteren. Hoe ziet u dat precies?

Van Hoof: ‘We weten dat mensen in een quarantainesituatie overvallen worden door gevoelens van “overweldigd zijn”. Hoe meer tijd verstrijkt, hoe groter de kans dat ze in een situatie van acute stressstoornis terecht komen. Daarbij bestaat een groot risico dat de problemen zich langdurig kunnen manifesteren in de vorm van herbeleving, vermijding en verhoogde prikkelbaarheid. Door toxische stressreacties onmiddellijk op te vangen daalt het risico op klachten tijdens een latere fase. Naast de triageposten voor acute en subacute medische zorg zou daarom een derde triagepost voor psychosociale problemen voorzien moeten zijn waar mensen enerzijds gericht naartoe kunnen worden gestuurd en zich anderzijds vrijwillig kunnen aanmelden. Via een soort check-in kan vervolgens gepeild worden naar de mentale toestand en eventueel doorverwezen naar de meest aangegeven behandeling door goed opgeleide en competente professionele hulpverleners die voldoen aan een bepaald profiel. Het opvangen van trauma is immers niet zomaar elke psychosociale hulpverlener gegeven.’

Zijn er dan wel genoeg traumatherapeuten in België om die nood op te vangen?

Van Hoof: ‘Daar knelt het schoentje. De experten in traumazorg en de acute traumaprotocollen worden vandaag niet geactiveerd omdat men ervoor gekozen heeft om te werken met de gevestigde instellingen. Het aantal specialisten in traumazorg daar is klein waardoor getroffenen mogelijk niet noodzakelijk de juiste psychosociale zorg krijgen. Dat baart mij zorgen. Ik heb minister van Volksgezondheid Maggie De Block al eind februari laten weten dat het ons amper enkele weken kost om voldoende trainers te vinden om die traumaprotocollen in Vlaanderen uit te rollen, maar daar werd niet op in gegaan.’

Welke bevolkingsgroepen lopen het meeste risico op een mentale weerslag door de huidige lockdown?

Van Hoof: ‘Mensen die schrik hebben van het nieuwe coronavirus hebben een groot risico op een acute stressstoornis. Je mag niet onderschatten dat een groot aantal Belgen écht bang is van dit virus. Ook de jongeren vormen een risicogroep, net als de mensen die vereenzaamd zijn. En dat zijn er ook heel wat. Dan heb ik het niet alleen over de ouderen in de woonzorgcentra, maar evenzeer over alleenstaanden die ook voor corona al een zeer beperkt sociaal netwerk hadden en nu opgesloten zitten in hun huis zonder menselijk contact.’

Waarom staat het land dan op zijn achterste poten als de politiek voorzichtig iets probeert te ondernemen om de vereenzaming van de bejaarden in de woonzorgcentra tegen te gaan?

Van Hoof: ‘Er is een beslissing genomen zonder in dialoog te gaan met de wetenschap. Als je als beleidsmaker wetenschappelijk onderzoek financiert, impliceert het ook dat je daar naar luistert. De experts hebben geadviseerd om aandacht te hebben voor vereenzaming in de woonzorgcentra, ze hebben niet gezegd dat er één bezoeker per inwoner toegelaten kan worden. En ook al laat men dat niet uitschijnen, krijg ik het gevoel dat de dialoog tussen experten en beleidsmaker steeds minder gestroomlijnd verloopt. Het gevolg is dat iedereen de zwarte piet naar elkaar toeschuift en dat de bevolking haar vertrouwen verliest in het systeem dat ons uit deze lockdown moet halen.’

Is er voldoende aandacht voor de mentale gezondheidstoestand van de zorgmedewerkers?

Van Hoof: ‘De psychosociale zorg is het beste georganiseerd binnen de zorginstellingen. Dat heeft natuurlijk te maken met het feit dat in de meeste ziekenhuizen en zorginstellingen een leger aan psychologen rondloopt dat nu massaal geactiveerd wordt. Maar dat neemt niet weg dat ook die psychologen niet altijd even goed opgeleid zijn om dit type situaties op te vangen. Wij hebben onze expertise aangeboden, maar ziekenhuizen organiseren dat liever zelf. Een Nationaal Trauma Instituut zou een rol kunnen spelen, want ook buiten de zorginstellingen werkt de psychosociale zorg nog niet doortastend.’

Welke prioriteiten moet de overheid nu dringend leggen?

Van Hoof: ‘Zet in op acute en laagdrempelige traumazorg om stressklachten aan te pakken. Via onlinetools zouden mensen bijvoorbeeld kunnen nagaan hoe hun mentale gezondheidstoestand op dit moment is. Wie een hoge score heeft, neemt contact op met de huisarts, die een interventietool kan inschakelen zoals iedereenok.be. Dat is een laagdrempelig, wetenschappelijk onderbouwd stappenplan dat iedereen thuis kan doen om de symptomen van de acute stressstoornis terug te brengen naar het normale niveau. Dit stappenplan is volledig gratis en onderzoekt of er na het doorlopen van het stappenplan nog steeds een ziekmakend stressniveau is. Wanneer dit zo is, wordt doorverwezen naar de huisarts. Ook zou ik aanbevelen om zo snel mogelijk een elektronisch platform op te zetten waarbij de huisarts patiënten met één knop kan doorverwijzen naar de dichtstbijzijnde psycholoog of psychiater. Die systemen bestaan vandaag al, maar worden vanwege allerlei belangen niet gebruikt. Je kunt je daar allerlei ethische vragen bij stellen, maar uiteindelijk is er maar één slachtoffer: de patiënt.’

Partner Content