Rubberkorrels op kunstgrasvelden: ‘Erg weinig reden tot bezorgdheid’

© iStock

Volgens het Europees Agentschap voor chemische stoffen hebben sporters weinig te vrezen. Het Agentschap benadrukt wel dat zijn studie een aantal “onzekerheden” bevat. Eerder bleek al uit een Nederlandse studie dat kunstgrasvelden wel mogelijk schadelijk zijn voor de gezondheid.

Het gebruik van fijngemalen rubber op kunstgrasvelden geeft “erg weinig reden tot bezorgdheid”. Zowel sporters – ook minderjarigen – als de mensen die de velden aanleggen en onderhouden hebben heel weinig te vrezen. Dat zegt het Europees Agentschap voor chemische stoffen (ECHA) in een dinsdag gepubliceerd advies.

Over de rubberkorrels was de voorbije maanden heel wat te doen. Gevreesd werd dat wie op de sportvelden met kunstgras rondloopt zijn of haar gezondheid riskeert door contact met kankerverwekkende stoffen die in het zogenaamde rubbergranulaat zitten.

Om een en ander uit te zoeken, bestelde de Europese Commissie in juni 2016 een onderzoek bij het ECHA. De resultaten van dat onderzoek zijn nu bekend. Op basis van het beschikbare materiaal, concludeert het agentschap “dat er, op zijn meest, erg weinig reden tot bezorgdheid is omwille van de blootstelling aan gerecycleerd rubbergranulaat”.

Rubberkorrels op kunstgrasvelden worden doorgaans gemaakt van oude rubberproducten zoals autobanden. Door de korrels in te strooien, rolt de (voet)bal niet te snel, kaatst hij niet te hoog en wordt de ondergrond geschikt gemaakt om er tackles op uit te voeren – net zoals op een echt grasveld. Het rubbergranulaat bevat echter een aantal gevaarlijke stoffen, zoals polycyclische aromatische koolwaterstoffen (PAK’s), metalen, ftalaten (weekmakers), vluchtige organische stoffen (VOC’s) en semi-vluchtige stoffen (SVOC’s).

Aanbevelingen

In zijn onderzoek ging het ECHA na wat de gevolgen zijn van blootstelling aan deze stoffen door huidcontact, inname of inademing. Voor elk van de genoemde stoffen stelde ECHA vast dat de concentraties te laag zijn om tot echte bezorgdheid te kunnen leiden.

ECHA benadrukt wel dat zijn studie een aantal “onzekerheden” bevat. Het stelt daarom voor om de Europese wetgeving zo aan te passen dat er met zekerheid kan worden gesteld dat rubbergranulaat slechts erg lage concentraties aan PAK’s en andere gevaarlijke stoffen bevat. Een andere richtlijn is dat eigenaars en gebruikers van indoor kunstgrasvelden voor voldoende verluchting moeten zorgen. Voetbal- en andere sportclubs en -bonden moeten hun spelers hoe dan ook op een begrijpelijke manier inlichten over de veiligheidsaspecten van kunstgrasvelden.

Die spelers zelf zouden na het sporten op zo’n veld enkele basishygiënemaatregelen in acht moeten nemen. Hoe dan ook zijn de bevindingen van ECHA slechts een momentopname. Ze zullen worden geüpdatet van zodra nieuwe informatie beschikbaar is.

Eerder bleek uit een Nederlands onderzoek bij proefdieren van de Vrije Universiteit van Amsterdam dat de stoffen in de rubberkorrels wel schadelijk zijn voor de gezondheid. De onderzoekers deden proefjes met zebravisjes en zebravisembryo’s, die werden blootgesteld aan water waarin de korrels hebben gelegen. Het gevolg: de embryo’s gingen dood en de visjes vertoonden gedragsverandering. Onderzoeksleider Jacob de Boer advideerde mensen om niet te te sporten op kunstgrasvelden met rubbergranulaat. “Ik zou het zelf niet doen”, aldus de hoogleraar. Maar het is volgens de onderzoeker nog te vroeg om te zeggen of de stoffen in het rubbergranulaat ook schadelijk zijn voor mensen.

Partner Content