‘Minister van Volksgezondheid Frank Vandenbroucke schrapt de verplichte praktijkstage voor klinisch psychologen. Daarmee verdwijnt een wettelijke verplichte kwaliteitsboost geruisloos’, schrijft Nady Van Broeck naar aanleiding van een geplande maatregel uit het zomerakkoord van de federale regering.
Als je worstelt met stressklachten, angsten en depressie of je ervaart nog andere problemen op psychisch, emotioneel of relationeel vlak kan je een klinisch psycholoog raadplegen. Als je dit doet reken je erop dat die klinisch psycholoog jou de best mogelijke zorg zal geven.
De Wet van 2015 die de klinisch psycholoog als zorgberoep erkent had als doel om dit voor alle patienten te waarborgen. In de wet staat dat alle klinisch psychologen naast een degelijke opleiding aan de universiteit ook een jaar praktijk onder supervisie van een ervaren collega moeten werken alvorens ze erkend worden.
Niemand wil onder het mes bij een chirurg die alleen maar lessen aan de universiteit heeft gevolgd en hoogstens heeft mogen assisteren bij operaties. We vinden het evident en geruststellend dat masters in de huisartsgeneeskunde niet meteen van de schoolbanken alleen de volle verantwoordelijkheid moeten dragen voor de grote diversiteit aan gezondheidsproblemen waarmee mensen bij hen komen. Supervisie van een ervaren collega die je op de werkvloer aan het werk ziet en kan adviseren, bijsturen en, als het moet, overnemen is de best mogelijke manier om het vak zelf goed in de vingers te krijgen.
Dit is ook buiten de gezondheidszorg het geval bij beroepen die een grote verantwoordelijkheid impliceren. Een praktijkstage onder supervisie wordt eveneens gevraagd van juristen die advocaat aan de balie willen worden en van architecten die zelfstandig een bureau willen starten.
De actuele minister van Volksgezondheid heeft nu een ontwerp klaar om de verplichte gesuperviseerde praktijkstage voor startende klinisch psychologen uit de Wet te schrappen. Is veiligheid, kwaliteit en effectiviteit van zorg dan minder belangrijk als het over mentale gezondheidsproblemen gaat?
Waarom is de praktijkstage voor klinisch psychologen noodzakelijk?
De praktijkstage na de masteropleiding is noodzakelijk omdat de praktijkvaardigheden tijdens de opleiding onvoldoende kunnen ingeoefend worden. De populariteit van de studierichting is de laatste jaren spectaculair toegenomen waardoor een paar duizend studenten per jaar instromen. Ze zitten met tientallen in het beperkte aantal practica die daardoor nog nauwelijks kans bieden tot echt inoefenen. De masterstage valt pas in de laatste opleidingsjaren, speelt zich af in één of maximum twee werkplekken en is beperkt tot ongeveer 30 weken.
Vaak krijgt de masterstagiair niet eens de kans om zelfstandig te oefenen. Veel afgestudeerden voelen zich heel onzeker en nog niet bekwaam om in de praktijk meteen de volle verantwoordelijkheid te nemen voor de mensen die hen raadplegen.
Ook jonge afgestudeerden kunnen geconfronteerd worden met zeer complexe problematieken zoals eetstoornissen en zelfverwondend gedrag, psychose, intrafamiliaal geweld, kindermisbruik en zelfmoorddreiging. Hun vaardigheden in deze situaties in praktijk brengen met ondersteuning van hun supervisor biedt de meeste garanties op veilige en kwaliteitsvolle zorg voor de client of de patient en op een geleidelijke opbouw van de zelfstandigheid en het zelfvertrouwen van de nieuwe klinisch psycholoog.
De verplichte stage zorgt ook voor een kwaliteitsboost bij de klinisch psychologen die al jaren in het vak zitten. De ervaren klinisch psychologen die als stagemeester erkend is moet systematisch tijd en energie investeren in permanente vorming en bijscholing. De samenwerking tussen een jonge klinisch psycholoog die in zijn opleiding kennis maakte met de nieuwe wetenschappelijke en klinische ervoluties en een ervaren collega die weet hoe deze in het werkveld kunnen toegepast worden leidt tot een heel natuurlijk en bijzonder interessant leerproces voor beide partijen.
Ook internationaal is de praktijkstage een evidentie. In alle 24 andere landen in Europa waar Klinisch Psycholoog een wettelijk erkend gezondheidszorgberoep is wordt minstens één jaar stage vereist. In de meeste landen zelfs twee tot meer jaar.
De minister heeft heeft nu een wetsontwerp klaar waarin de praktijkstage wordt afgeschaft. Hij ontzegt de pas afgestudeerden de kans om op een veilige manier te kunnen starten en ervaring op te doen. Hij ontneemt de stagemeesters de gelegenheid om hun praktijk te verrijken door de uitwisseling van kennis en ervaring met de nieuwe generatie. Op internationaal vlak verwijst hij ons land terug naar de bezemwagen van het kwaliteitspeloton in Europa.
Waarom is het tot nu toe niet gelukt om de stage uit te rollen?
Als verantwoording geeft de Minister aan dat er momenteel te weinig stagemeesters zijn voor het aantal nieuwe masters. Hij vergeet te zeggen hoe dit komt. Na het stemmen van de Wet in 2015 is er negen jaar getalmd met het vastleggen van een concreet kader waarin een stagemeester aan de slag kon gaan. Toen dit kader er eindelijk kwam in augustus 2024 werd dit niet gecommuniceerd aan de 19.000 klinisch psychologen die aan de slag zijn en waarvan er een groot aantal voldoen aan de criteria van stagemeester.
Mensen die stagemeester kunnen worden weten tot op heden niet eens dat het kan en nog veel minder hoe ze het aan boord moeten leggen om zich kandidaat te stellen.
De verantwoordelijkheid voor de communicatie en de erkenning van de stagemeesters ligt bij de federale overheidsdiensten. Die lieten na dit degelijk te doen. De gewesten die een rol spelen in de praktische organisatie van de stage hebben evenmin hun taak opgenomen.
Zeggen dat de psychologen zelf niet klaar zijn, is onjuist. De Federale Raad voor de beroepen in de geestelijke Gezondheidszorg heeft diverse adviezen aan de Minister overgemaakt met aanbevelingen voor de uitrol. De Vlaamse Vereniging van Klinisch Psychologen (VVKP), de grootste beroepsverening voor klinisch psychologen in België, heeft tevens aangeboden om, net zoals de huisartsen destijds deden voor hun beroepsgroep, actief mee te helpen met de organisatie van stages.
De Minister is hier niet op ingegaan. Dat dit een nieuw gegeven is waar de sector nog moet aan wennen klopt. Dit is geen reden om de handdoek zomaar in de ring te gooien als het gaat over kwaliteit, veiligheid en effectiviteit van zorg.
Waarom voldoet het alternatief geenszins?
De minister stelt in zijn wetsontwerp voor de verplichte praktijkstage te vervangen door permanente vorming, intervisie en supervisie. Dit voorstel is een lege doos. Dat elke zorgprofessioneel zich moet bijscholen staat al in de kwaliteitswet. Dit in twee wetten inschrijven voegt niets toe. Intervisie is praten met een collega over je werk, eventueel iemand die ook net van de schoolbanken komt. Supervisie onder de vorm van online of face to face praten over je werk met een psycholoog buiten de werkplek kan qua impact absoluut niet vergeleken worden met directe supervisie door een ervaren collega op de werkplek die de stagiair aan het werk ziet en ook verantwoordelijk is voor de zorg die er verstrekt wordt.
De wet van 2015 heeft ervoor gezorgd dat er een mooi huis van geestelijke gezondheidszorg- beroepen is opgebouwd. Er is ruimte voor de erkenning van ondersteunende beroepen in dit domein die onder supervisie van een autonoom GGz-beroep hun zorgen verstrekken. De bachelors in de toegepaste psychologie wachten hier al jaren op. Er is plaats voor de klinische seksuologen en andere professionelen met een specialisatie in de geestelijke gezondheidszorg die, afhankelijk van hun basisberoep, autonoom of onder supervisie hun werk kunnen doen.
In plaats van het huis degelijk in te richten, op te ruimen en in gebruik te nemen heeft de minister gekozen voor de sloop. Het zijn de clienten en de patienten die hier de rekening voor zullen moeten betalen.
Nady Van Broeck is Emeritus hoogleraar Klinische psychologie en Psychotherapie. Ze was voorzitter van de Federale Raad voor de de beroepen in de Geestelijke gezondheidszorg van 2017 tot 2024.